Teruggewonnen stroom
De onvolledig bewaard gebleven werken van Johann Sebastian Bach hebben een bijzondere aantrekkingskracht. De muziek lijkt soms dichtbij genoeg om aan te raken en stelt tegelijkertijd musicologen, uitvoerders en muziekliefhebbers voor een groot aantal raadsels: Waarom is het werk slechts in fragmenten bewaard gebleven? Was de compositie gewoon niet af of ging ze in delen verloren? Zijn er sporen in Bachs overgeleverde werk? En tot slot, hoe zouden deze stukken vroeger geklonken kunnen hebben? De fragmentarische staat van de werken zorgt er vaak voor dat ze simpelweg over het hoofd worden gezien in de context van complete opnames. De cantates Ehre sei Gott in der Höhe (BWV 197.1) voor Eerste Kerstdag, Alles, was von Gott geboren (BWV 80.1) voor Okuli-zondag en Singet dem Herrn ein neues Lied (BWV 190.1) voor Nieuwjaarsdag zijn helaas slechts onvolledig bewaard gebleven – en toch fascineren deze drie fragmenten ons vandaag de dag nog steeds met hun muzikale kracht. Het openingskoor uit de nieuwjaarscantate BWV 190.1 is bijvoorbeeld zonder overdrijving een van de meest sonore en effectieve koorcomposities die ooit door de Thomascantor zijn geschreven. CARUS-Verlag publiceerde onlangs musicologisch verantwoorde reconstructies van alle drie de cantates, waardoor een tot nu toe onbekende Bach toegankelijk wordt voor het geïnteresseerde publiek van vandaag. Uitstekende vertolkers – het Vocalensemble Rastatt, het barokorkest Les Favorites en de solisten Miriam Feuersinger (sopraan), Terry Wey (alt), Florian Sievers (tenor) en Sebastian Noack (bas) onder de algemene leiding van Holger Speck – laten met hun even geëngageerde als subtiel uitgebalanceerde realisatie horen hoe deze werken ooit geklonken zouden kunnen hebben in Leipzig onder leiding van Bach.