Maria Milstein en Mathieu van Bellen zetten Béla Bartóks 44 duo’s voor twee violen tegenover Luciano Berio’s 34 Duetti per due Violini. Bartóks miniatuur meesterwerken hebben talloze jonge musici geïnspireerd en enthousiast gemaakt. Hoewel ze voor kinderen zijn geschreven, zijn deze duo’s allesbehalve kinderachtig: originele harmonieën, opvallende dissonanten en levendige ritmes worden gebruikt om muziek met emotionele diepgang te creëren, waarvan sommige tragisch zijn, andere grimmig, lyrisch, wild of vurig. Er zijn maar weinig werken die de vitaliteit van volksmuziek zo levendig weergeven als deze. Net als Bartók componeerde Berio zijn “Duetti” als leerstukken, waarbij hij elk van de 34 duo’s opdroeg aan een vriend, collega of componist, te beginnen met Béla, een eerbetoon aan Bartók. De stukken bieden een caleidoscoop aan stijlen en weerspiegelen Berio’s persoonlijke band met de toegewijden.
