Over dit album
Nicola Boud en Anthony Romaniuk spelen op instrumenten die dicht in de buurt komen van die welke Brahms en Mühlfeld zouden hebben gekend: een replica van Mühlfelds 19e-eeuwse buxusklarinet en een Steinway-piano uit 1875. Deze keuzes geven het geluid een zachte, transparante kwaliteit, wat uitnodigt tot een intiemere luisterervaring. Expressieve instrumenten van de 19e-eeuwse uitvoering: rubato, flexibiliteit, arpeggio, worden niet gebruikt als effecten, maar als natuurlijke verlengstukken van het emotionele landschap van de muziek.
Brahms noemde de Op. 117 Intermezzi “drie slaapliedjes van mijn verdriet.” Deze ingetogen maar heldere stukken distilleren zijn late stijl tot elegische monologen, die stille ruimtes creëren waar de tijd lijkt stil te staan. Samen bieden deze warme, beschouwende en diep emotionele werken een inkijkje in Brahms’ laatste jaren.





