In afwachting van de nieuwe productie van “Der Ring des Nibelungen’ gepland voor 2020 en toevertrouwd aan Valentin Schwarz (enscenering) en Pietari Inkinen (muzikale leiding) bieden de Bayreuther Festspiele dit jaar een nieuwe productie van “Tannhäuser” en hernemingen van “Lohengrin”, “Die Meistersinger von Nürnberg”, “Parsifal” en “Tristan und Isolde”.
De productie van “Tannhäuser” in de Dresden-versie werd toevertrouwd aan de jonge Duitse regisseur Tobias Kratzer die we reeds in deMunt aan het werk zagen met zijn enscenering van Mozarts “Lucio Silla”. Dank zij Krtazer, bijgestaan door Rainer Sellmaier (decor en kostuums), Manuel Braun (video) en Reinhard Traub (licht) hebben de Bayreuther Festspiele nu ook hun plaats in de lijst van operahuizen waar je niet meer eenvoudigweg een ouverture kan of mag beluisteren en bewonderen zonder met video-belden geconfronteerd te worden. In het geval van “Tannhäuser” werden we ondergedompeld in landschappen van Thüringen, de streek van de Wartburg, die doorkruist wordt door een oude Citroën camionnette. Daarin zitten Venus (zwart glinsterende justaucorps), Tannhäuser (die er uitziet als een MacDonalds clown), de dwerg Oskar (een referentie naar de held van “Der Blechtrommel” van Günter Grass) en Gateau (sic) Chocolat (een zwarte traverstiet kunstenaar).
Wij vinden de bestelwagen in het echt terug op het toneel waar er halt wordt gehouden om affiches aan te brengen die “ Vrij in uw beslissingen, vrij in handelen, vrij in genot” verkondigen, slogans die Wagner in 1848 heeft geschreven. Wanneer Venus een bewaker die hen wil verhinderen te vertrekken zonder te betalen, moedwillig omver rijdt, is voor Tannhäuser de maat vol. Hij verlaat Venus en bevindt zich opeens, samen met ons, voor de bekende gevel van het Bayreuther Festspielhaus waar de pelgrims naartoe trekken!. Hij wordt er ontdekt door zijn vrienden van weleer, gekleed als middeleeuwse ridders. Opeens verschijnt daar ook Elisabeth die Tannhäuser een kaakslag geeft. Einde van het eerste bedrijf!
Het tweede toont ons een zaal van de Wartburg, min of meer in zijn traditionele presentatie waar de zangers-wedstrijd zal plaats vinden en tegelijkertijd, in video-opnames wat er achter de schermen gebeurt. Dank zij een hoge ladder tegen de gevel van het Festspielhaus geplaatst (een attractie voor het publiek tijdens de pauze) dringt de bende van Venus het theater (de Wartburg) binnen. Venus verkleedt zich als een van de “Edelknaben” en woont de zang-wedstrijd bij die ze vruchteloos probeert te beïnvloeden. Ook in de later ontstane algemene chaos kan ze eigenlijk niets doen evenmin als Oskar en Gateau Chocolat die er ondertussen ook in verwikkeld zijn.
In het derde bedrijf vinden we de vertrouwde maar uitgeleefde camionette terug waar Oskar blijkbaar in woont. Hij biedt Elisabeth die hem opzoekt aan zijn karige maaltijd te delen. Tussen de terugkerende pelgrims, die nu migranten zijn geworden, zoekt Elisabeth tevergeefs naar Tannhäuser. Wolfram probeert haar te troosten, trekt zelfs gedeeltelijk het clownplunje van Tannhäuser aan en wordt dan door Elisabeth meegetroond in de camionette waar ze heftig de liefde (?) bedrijven. Wanneer Tannhäuser verschijnt, maakt hij duidelijk dat hij opnieuw met Venus wil meegaan en vindt de door bloed bedekte, dode Elisabeth terug. Geen verlossing voor hem en blijkbaar ook niet voor de migranten!
Wolfgang Wagner (30/8/1919 – 21/3/2010) wiens honderdste verjaardag men dit jaar herdacht hield ervan Bayreuth een “Werkstatt”, een atelier of werkplaats te noemen. Men kan zich afvragen in hoeverre die interpretatie plaats laat aan min of meer geslaagde experimenten die uiteindelijk Wagners oeuvre niet dienen, erger nog het vervormen of misvormen. Gelukkig raakt men niet (nog niet!) aan de muziek vertolkt door een ervaren orkest. In de opvoering die ik bijwoonde lag Wagners partituur in de zekere handen van Christian Thielemann die Valery Gergiev verving, getroffen door het overlijden van zijn moeder.
Thielemann heeft ons laten genieten van grote lyrische frases en aangrijpende dramatische momenten. Hij liet het orkest schitteren in subtiele kleuren en indrukwekkende maar altijd gecontroleerde klankuitbarstingen en realiseerde een perfecte cohesie tussen orkest en toneel zelfs wanner de beelden, door Kratzer en zijn equipe gepresenteerd, ons iets anders vertelden. De bezetting was van hoog niveau te beginnen met Stephen Gould die een indrukwekkende Tannhäuser neerzette met zijn edelmetalen stem die de zware vocale partij zonder problemen aankan en tot het einde toe stand houdt.
Tegelijkertijd brengt hij mooie nuances aan en weet hij ons te ontroeren, zelfs in zijn belachelijk kostuum. De jonge Noorse sopraan Lise Davidsen gaf frisheid, spontaneïteit en emotie aan Elisabeth en dit met een ruime, homogene stem van glinsterend metaal. Ik werd minder overtuigd door de Venus van Elena Zhidkova, die zich weliswaar zonder reserves gooide in de vertolking die Kratzer haar opgelegd had en zong met een stem met een helder timbre maar dikwijls te weinig kracht. Dat kan niet gezegd van Markus Eiche die ons een eerder gereserveerde Wolfram presenteerde maar beslist mooi gezongen met een homogene en goed geprojecteerde bariton stem. Stephen Milling gaf autoriteit en een sonoor geluid aan Landgraf Hermann. Daniel Behle leende zijn heerlijke tenor aan Walther von der Vogelweide en Katharina Konradi haar frisse sopraan de herdersjongen, hier een jong meisje op de fiets! De overige rollen waren goed ingevuld en de koren van Bayreuth, voorbereid door Eberhard Friedrich, deden hun terechte faam alle eer aan.
Voor “Lohengrin”, een herneming van de productie van 2018 in een enscenering van Yuval Sharon met decors en kostuums van Neo Rauch en Rosa Loy, licht Reinhard Traub, waren er gelukkig geen beeldprojecties tijdens de prelude .We mochten dus volop genieten van de hemelse muziek, schitterend gespeeld door het Festspiel-orkest onder leiding van Christian Thielemann die er de hele opvoering lang spanning en emotie wist in te houden. En dit niet alleen in de grote momenten. Er was poëzie, dramatische kracht, zorg voor nuances en een voortreffelijke verstandhouding met het toneel.
Het is me niet duidelijk geworden wat de bedoeling is van Yuval Sharon in zijn enscenering die verleden en toekomst combineert, mensenmassa’s presenteert die uit oude schilderijen schijnen weggelopen en waarin het volk van Brabant eerder aan Hollandse boerenmeisjes doet denken! Hij biedt ons een Lohengrin zonder zwaan maar met de allure van een veilig gelande kosmonaut zonder uitrusting of bagage evenwel. Dat alles in een wereld omgeven met een blauwe schijn, met transformators, hoogspanning en andere technische snufjes. Het is een wereld waarin men vrouwen mishandelt en zelfs tot de brandstapel veroordeelt en waarin Gottfried, de jonge Hertog van Brabant, een klein ecologisch mannetje is, helemaal in het groen gekleed!
Voor de opvoering die ik bijwoonde waren Anna Netrebko en Piotr Beczala aangekondigd als Elsa en Lohengrin, partijen die ze reeds samen gezongen hadden in Dresden. Netrebko had afgezegd maar Beczala was er gelukkig wel om ons zijn sublieme vertolking van de rol te laten horen, gezongen met zijn mooie, stralende stem, zijn voortreffelijke tekstprojectie, zijn elegante stijl en zijn edele voordracht. Niet te verwonderen dat het publiek hem met een ovatie bedacht. Het was Annette Dasch die Netrebko verving als Elsa, een partij die ze reeds vroeger in Bayreuth heeft vertolkt en die ze zingt met haar minder luxueuze vocale middelen maar als expressieve en ontroerende vertolkster. Ze had een geduchte rivale in Elena Pankratova, een Ortrud met veel allure en een indrukwekkende vocale prestatie. Thomas Konieczny zette een brutale Telramund neer met een eerder ruwe stem maar de König Heinrich van Georg Zeppenfeld had grote vocale adel en een mooie autoriteit. Egils Silins verkondigde als heraut zijn mededelingen met kracht. Goed ensemble-werk van de kleinere partijen en eens te meer indrukwekkende koren.
- WAT: Bayreuther Festspiele 2019 – Tannhäuser en Lohengrin
- WAAR & WANNEER: Bayreuth 13 en 14 augustus