De meervoudig bekroonde violiste Arabella Steinbacher is terug met een nieuw album. Samen met violist Christoph Koncz en het Stuttgarter Kammerorchester brengt ze een persoonlijk getint programma en presenteert ze werken voor viool en orkest van Johann Sebastian Bach en Arvo Pärt. Deze twee componisten mogen dan eeuwen van elkaar verwijderd zijn, voor Steinbacher hebben ze een spirituele en sacrale oorsprong gemeen, en hun muziek resoneert sterk met haar. Het is een album dat de luisteraar door middel van muziek heelt…
U combineert de muziek van Johann Sebastiaan Bach (1685-1750) en Arvo Pärt (°1935). Het is een opmerkelijke combinatie.
Voor mij is Bach altijd een grote inspirationele rijkdom geweest. Ik denk dat hij dat voor veel musici is. Vooral het Vioolconcert in a klein, BWV 1041 heeft een speciaal plekje in mijn hart. Ik verbind het met veel jeugdherinneringen. Het tweede deel, het “Andante”, is ongetwijfeld de reden waarom ik viool ben blijven spelen. Ik was vier jaar oud en toen ik het voor het eerst hoorde, vond ik het geweldig. Ik begon met vioollessen toen ik drie was, maar toen ik dat muziekstuk hoorde, wist ik dat ik wilde blijven spelen. Natuurlijk wist ik nog niet wat het betekende om professioneel te musiceren. Maar toen ik het hoorde en het vervolgens zelf leerde spelen, wist ik dat ik dit mijn hele leven wilde blijven doen. Dus het is een heel persoonlijk stuk.
Net als het Concert voor twee violen in d klein, BWV 1043. Het is een van de stukken die ik op jonge leeftijd leerde. Het brengt me terug naar de groepslessen van toen ik nog een kind was. Het was een van de stukken in het boek van de Suzuki methode. Dus al vroeg ontdekte ik de schoonheid van Bach.
De muziek van Pärt ontdekte ik pas veel later. Maar één ding hebben ze gemeen: die heilige, spirituele verbeelding. En die parallel tussen deze twee componisten is wat mij ertoe aanzette dit programma uit te werken.
Het is bijzonder hoe deze muziek – die voortkomt uit eenzelfde creatieve kracht maar resulteert in twee totaal verschillende klankwerelden – zo goed samenwerkt. Op het album geeft u het programma een cyclisch element. Je opent en sluit met Pärt en hebt in het midden zijn de drie Bach-concerten.
Ik heb het niet met opzet zo gepland. Ik wist dat ik beide componisten wilde combineren en na de opnames had ik het gevoel dat het prachtig zou passen als Bach door de muziek van nu omringd of omlijst zou worden . Ik wilde beginnen met het heden, met muziek van een hedendaagse componist.
Fratres (1977) van Pärt heeft dit mystiek en spannend begin dat ook meteen een krachtige en meeslepende opening van het album vormt. Het begin lijkt veel op ons leven. Alles is te veel, maar het blijft zich opbouwen. Tegen het einde komt het tot een explosie en dan verstilt het en keren we terug naar onszelf. We vinden onszelf terug.
Er bestaan nogal wat verschillende versies van deze compositie. Oorspronkelijk werd het voor kamerorkest gecomponeerd. Op dit album brengt u de versie uit 1992 voor viool, strijkorkest en slagwerk.
Er zijn twee versies voor solo viool. Je hebt deze versie uit 1992 en de versie uit 1980 voor viool en piano. Ik heb de versie uit 1980 ook gespeeld. Het verschil in bezetting veranderd de sfeer. Wanneer je het geluid van het strijkorkest hebt, is het bijna alsof je vliegt. Op een bepaalde manier dragen ze me. Het strijkersgeluid is hetzelfde als het mijne, dus het is als een geluidstapijt dat me optilt.
Ook met de toegevoegde percussie krijg je het gevoel dat je jezelf in een tempel bevindt. Het is hetzelfde geluid als de houtblokken en trommels die ze in Japanse tempels gebruiken. Het maakt deze versie meer metrisch, en meer transcendentaal.
U begint met Pärts Fratres en sluit af met het alom bekende Spiegel im Spiegel (1978) in de oorspronkelijke versie voor viool en piano.
Het is een zeer intiem stuk dat het gevoel oproept buiten de werkelijkheid te staan. Het is bijna alsof je van buitenaf toekijkt naar wat er allemaal gebeurt. Er is geen versie voor strijkorkest zoals bij Fratres. Maar de piano kleurt deze klankwereld prachtig en het sustainpedaal laat de muziek zweven.
Dit stuk was een behoorlijke uitdaging. Ik dacht eerst: “Het zijn alleen maar lange noten. Zo makkelijk te spelen.” Maar bij de muziek van Pärt is het een echte uitdaging om de innerlijke kalmte van begin tot eind te bewaren. Het is als een meditatie; zodra de gedachte komt, wordt de kalmte vernietigd.
Met die lange fraseringen moet je continue de snaren aanstrijken om die ene noot aan te houden. Dat is toch ook moeilijker dan men op het eerste gezicht denkt.
Ja, het is echt veel moeilijker dan wanneer je een eerste blik op de partituur werpt. Je moet voortdurend strijken om de noot te laten klinken, maar je moet er ook voor zorgen dat de klank altijd helder, zuiver en engelachtig is. Het is veel gemakkelijker om fortissimo of snelle passages te spelen. Maar Pärt spelen, is delicaat spelen. Dat is een geheel andere uitdaging.
Ook daarom is de combinatie van Pärt en de Bach-concerten interessant. Het concerto, traditioneel een virtuoos genre, staat in contrast met deze meer meditatieve stukken. En hoewel het klankbeeld totaal verschillend is, hebben ze toch een vergelijkbare universaliteit. We hebben het al over Pärt gehad, dus wat is volgens u het geheim van Bachs muziek dat hem wereldwijd zo geliefd maakt?
Dat is moeilijk te verwoorden… Zijn muziek voelt gewoon zo oprecht. Het is als ons diepste verlangen. Er is niets dat het mooier kan maken dan het al is. Zijn muziek heeft een speciaal effect op mij. Elke keer als ik Bach speel – niet alleen de concerten maar ook zijn Vioolsonates en Partita’s, BWV 1001-1006 – en als ik naar zijn muziek luister, is er iets dat de geest helder maakt en alles ordent. Het heeft hetzelfde effect als meditatie.
U zei dat met name de concerti van Bach een speciale plaats in uw jeugd innemen. Nu, voor uw 11e album met Pentatone, neemt u zijn muziek voor het eerst op. Is hier een aanleiding voor?
Ik heb ook eerder albums bij andere labels opgenomen, maar bij Pentatone is het mijn 11e. Ik werk graag met hen samen. Het is de eerste keer dat ik de muziek van Bach of Pärt met hen opneem en het was een prachtig proces.
Maar wat deed me besluiten deze muziek op te nemen? Misschien heeft het te maken met mijn dochtertje. Ze is nu drie jaar oud en veel van mijn herinneringen uit die tijd komen terug. Het heeft zeker te maken met waar ik nu sta in het leven. Ik heb zoveel grote concerten en repertoire met grote orkesten gespeeld. Ik heb er heel wat opgenomen. En ik voelde dat het tijd was voor iets delicaat en meer spiritueel. Ik wilde iets opnemen dat helend is voor de ziel. Iets persoonlijks.
WAT: Bach & Pärt
WIE: Arabella Steinbacher [viool], Christoph Koncz [viool, track 08-10], Stuttgarter Kammerorchester
EDITIE: Pentatone PTC5187017
BESTELLEN: JPC
WAT: Belgian National Orchestra & Ollikainen
REPERTOIRE: Symphony no. 1 by Witold Lutoslawski; Concerto for Violin and Orchestra, op. 35 by Erich Wolfgang Korngold; Symphony No. 2 Kenotaph by Thomas Larcher
WAAR: BOZAR (Brussel)
WIE: Arabella Steinbacher [viool], Belgian National Orchestra o.l.v. Eva Ollikainen
WANNEER: 31 maart 2023