De pianist (en advocaat) Paul Wee heeft opnames gemaakt van het virtuoze repertoire van de 19e eeuw, die hem de hoogste lof van de muziekpers hebben opgeleverd. Hij wijdde zich ook aan Beethoven met Franz Liszts transcriptie van de Eroica Symfonie, die door critici werd geprezen om zijn uitmuntende muzikaliteit. Misschien was het daarom slechts een kwestie van tijd voordat hij zijn aandacht zou richten op het hoogtepunt van de pianoliteratuur: Beethovens late sonates. Hoewel de Sonate op. 101 het minst bekend is van deze groep werken, opent het Beethovens derde en meest profetische creatieve periode. Het wordt gevolgd door de Sonate op. 106, de zogenaamde “Hammerklavier Sonate”, een krachtig werk in elk opzicht dat, zoals de auteur van de begeleidende tekst schrijft, “zulke eisen stelt dat je bijna een nieuw luisterapparaat nodig hebt”. Wat betreft de laatste drie sonates, die tegelijkertijd werden gecomponeerd en als een drieluik werden opgevat, wist Beethoven dat het zijn laatste bijdragen aan het sonategenre zouden zijn.





