Onze website is vernieuwd, geef zelf je evenementen in. Heb je een fout gezien. Mail ons!

Klassiek Centraal

Luik zet Amsterdam in vuur in vlam met Tchaikovsky

Voor het zondagochtendconcert op 16 november was het Concertgebouw in Amsterdam nagenoeg uitverkocht. Niet verwonderlijk: het concert stond volledig in het teken van Pjotr Ilitsj Tchaikovsky (1840-1893). Het publiek ademde spanning; een zondagochtend vol lyriek en dramatiek begon.

Het Orchestre Philharmonique Royal de Liège (OPRL), onder de preciese maar poëtische leiding van Lionel Bringuier, liet twee gezichten van de Russische grootmeester horen: het stralende en lyrische Vioolconcerto en het duistere, broeierige Francesca da Rimini. Tussen deze uitersten stond violist Marc Bouchkov, wiens verfijnde toon en warme muzikaliteit hem tot de ideale vertolker maakte van een componist die voortdurend balanceert tussen emotie en vorm.

Bouchkov – violist tussen twee culturen

Marc Bouchkov, geboren in 1991 in een muzikaal gezin met Russisch-Oekraïense wortels, laat in zijn spel de echo van twee culturen horen. Opgegroeid in Brussel en gevormd in Parijs, draagt hij zowel Slavische diepte als Franse verfijning. Marc Bouchkov is laureaat van de Koningin Elisabethwedstrijd en het Tsjaikovski-concours in Moskou. Hij vergroot emotie nooit, maar vertaalt ze in pure klank. Zijn stijl ademt de geest van David Oistrach: warm, nobel en doordrenkt van melodische ademhaling. In Amsterdam speelde hij op zijn Guadagnini-viool, wiens fluwelige timbre naadloos versmolt met Tchaikovsky’s lyrische lijnen en subtiel alle nuances van zijn spel ondersteunde.

Tussen lyriek en virtuositeit

Tchaikovsky componeerde zijn Vioolconcerto in 1878, tijdens een periode van emotioneel herstel na zijn stormachtige huwelijk en daaropvolgende crisis. In de rust van de Zwitserse Alpen vond hij troost en inspiratie, met de jonge violist Iosif Kotek als vertrouweling en muzikaal klankbord. Aanvankelijk gold het concerto als ‘onspeelbaar’ – te emotioneel, te virtuoos. Tegenwoordig behoort het tot de meest geliefde werken van het romantische repertoire, met een delicate balans tussen zangerigheid en bravoure, tussen hartstocht en vormbeheersing.

Vanaf de openingsmaten van het “Allegro moderato” liet Bouchkov zien hoe intensiteit en introspectie hand in hand kunnen gaan. Zijn toon was breed, maar nooit dwingend; zijn frasering ademde natuurlijk, alsof de melodieën zich vanzelf ontvouwden. De cadens, vaak een podium voor technische krachttoeren, werd bij hem een innerlijke monoloog – een moment van eenzame bezinning waaruit de muziek herrees, met subtiele dynamische contrasten die de interpretatie extra diepgang gaven.

Onder Bringuier bood het OPRL een lichtvoetige transparantie: de houtblazers ademden ruimte, de strijkers bleven soepel en rond van klank. De dialoog tussen solist en orkest was voorbeeldig – kamermuzikaal in gevoeligheid, symfonisch in sonoriteit.

Het “Canzonetta (Andante)” vormde het poëtische hart van het concerto. Hier ontpopte Bouchkov zich tot zanger: zijn toon kleurde als een menselijke stem, met subtiele vertragingen en ademhalingen die aan Tchaikovsky’s liedkunst deden denken. Het OPRL antwoordde met fluwelige houtblazers en warme strijkers – een fijn weefsel dat Bringuier met grote gevoeligheid doseerde.

In de “Finale: Allegro vivacissimo” barstte de muziek los in volksdansachtige ritmes, maar zonder ruigheid. Bouchkov speelde met sprankelende articulatie, ritmisch scherp maar nooit mechanisch, en leidde het publiek moeiteloos van lyriek naar feestelijke energie. Zijn virtuositeit was licht en bijna speels, alsof hij glimlachend door de noten dartelde, zich bewust van de tragiek die onder Tchaikovsky’s vreugde sluimert.

Zo groeide zijn vertolking uit tot een voorbeeld van volwassen muzikaliteit: techniek volledig in dienst van expressie. In zijn spel klonk zowel de Slavische weemoed van zijn afkomst als de helderheid van zijn West-Europese vorming. Onder Bringuier vond hij de ideale partner; meermaals wisselden ze blikken vol plezier en voldoening.

Passie in de maalstroom

Met Francesca da Rimini (1876) verlegde Tchaikovsky zijn muzikale horizon: van lyrische introspectie naar symfonisch drama. Geïnspireerd door het vijfde canto van Dantes Inferno, schetst hij het lot van Francesca en Paolo – twee geliefden die zich aan verboden liefde bezondigen en voor eeuwig door een storm worden meegesleurd. Tchaikovsky identificeerde zich sterk met hun verdoemde passie; het resultaat werd een van zijn meest ontvlambare en dramatische partituren.

Na een korte stilte barstte de muziek los als een klankorkaan. Bringuier greep het publiek meteen bij de keel: de storm uit Dantes hel brieste door de strijkers, kolkte in de houtblazers en bulderde in de koperblokken, allemaal met gecontroleerde furie. Toch bleef alles beheerst – storm en stilte vormden bij hem tegengestelde polen van één gebaar. Het OPRL, de voorbije jaren opmerkelijk gegroeid in precisie en sonoriteit, speelde met discipline en innerlijke gloed, waarbij de dramatische contouren altijd hoorbaar maar nooit overweldigend klonken.

In het lyrische middendeel – het liefdesthema van Francesca en Paolo – ontvouwde zich een warme intimiteit. De houtblazers fluisterden als stemmen uit de verte, de harp gaf glans, en de strijkers zongen met een melancholie die het publiek hoorbaar raakte. Een moment van menselijkheid in een zee van klankgeweld, een oase van tederheid te midden van verdoemenis.

Wanneer het stormmotief aan het slot terugkeert en de geliefden opnieuw door hun lot worden verzwolgen, bouwde Bringuier de spanning tot het uiterste op, zonder ooit de controle te verliezen: tragedie niet als effect, maar als innerlijk brandpunt. Zo werd Francesca da Rimini niet alleen een verhaal van schuld en passie, maar een klankbeeld van het menselijk noodlot zelf.

Dramaturgische kracht en muzikale integriteit

De keuze om beide werken na elkaar te laten klinken bleek bijzonder geslaagd. Het gaf het concert een natuurlijke ademhaling, van intiem naar apocalyptisch, zonder dat de aandacht ooit verslapte. Het publiek ademde mee, van het lyrische concerto naar het stormachtige noodlot van Francesca da Rimini. De programmatische samenhang – lyriek versus tragedie – vormde een overtuigende psychologische boog: van verlangen tot verdoemenis.

De akoestiek van Het Concertgebouw, met zachte glans en diepe resonantie, ondersteunde die gelaagdheid perfect. Elk detail – van subtiele pizzicati onder de vioolsolo tot de donderende coda van Francesca – klonk helder en transparant, zonder scherpte of vertroebeling.

Bringuier leidde het geheel elegant en doordacht; elk gebaar droeg betekenis. Onder zijn leiding bleef Tchaikovsky’s emotionele directheid zuiver en doorleefd, nooit sentimenteel. Het OPRL toonde zich in topvorm: koper straalde zonder te schreeuwen, strijkers klonken warm en hecht, en houtblazers legden met hun expressieve kleuren de ziel van het orkest bloot.

Na de laatste noot

Na het intense Vioolconcerto weerklonk het applaus voor Marc Bouchkov, langdurig en warm. Bescheiden bedankte hij met een glimlach en een lichte buiging – de sereniteit van een kunstenaar die niets meer hoeft te bewijzen. Zijn vertolking, een van de meest diepgaande die ik van dit concerto ooit hoorde, ging verder dan virtuositeit; ze opende een dialoog tussen innerlijke zieleroerselen en uiterlijke schoonheid.

Toen Francesca da Rimini was afgelopen, steeg opnieuw het applaus, ditmaal voor het volledige ensemble. Onder Bringuiers leiding bewees het OPRL dat grote kunst geen groots gebaar nodig heeft; elk detail ademde, elke orkestmusicus leefde en beminde mee.

Een concert van hoge intensiteit en poëtische helderheid – Tchaikovsky zoals hij bedoeld was: niet als spektakel, maar als diepmenselijke ontboezeming. De muziek verstomde, maar haar echo bleef hangen. Deze zondagochtend staat in het geheugen gegrift door de intensiteit, kwetsbaarheid en grandeur waarmee Tchaikovsky op onnavolgbare wijze tot leven kwam.

Details:

Titel:

  • Luik zet Amsterdam in vuur in vlam met Tchaikovsky

Wie:

  • Orchestre Philharmonique Royal de Liège o.l.v. Lionel Bringuier met Marc Bouchkov (viool)

Waar:

  • Concertgebouw Amsterdam

Wanneer:

  • 16 november 2025

Foto credentials:

  • Nikolaj Lund

Blijf op de hoogte

Elke donderdag sturen we een nieuwbrief met de meest recente berichten op onze website

– advertentie –