Isabelle Beernaert bevindt zich in de fleur en meest intense periode van haar leven. Van nature passioneel met een sprankelende vitaliteit en een spirituele liefde voor het leven, voor de tegenstrijdigheden en dubbelzinnigheden ervan. Ze ontwikkelt haar artistieke universum verder. Haar nieuwe productie kreeg de intrigerende titel ‘Amor Fati’. Een vrouw die door haar levenservaring en passie opvalt. Ziekte kruiste ook haar pad. Creëren is een overlevingsstrategie voor haar. Dans om te helen. Ouder, meer ervaren en matuur, zoomt ze in op la condition humaine. Haar creatieve geest waart als een dwaallicht door het veelgelaagde universum van de dans. Een autonome artieste die werkt zonder subisdies en zich niet in een vakje laat steken, maar zich eerder in transit tussen verschillende stijlen en genres positioneert. ‘Amor Fati’ wordt een zintuiglijke trip van geboorte tot dood, voert langs hemelgewelven van geluk en euforie tot de donkere catacomben van verlies en rouw. Een voorstelling over de schoonheid en breekbaarheid van de liefde, angsten en het bestaan.
Isabelle Beernaert bezit een klassieke gratie en eloquentie en elegantie van taal. Discipline en werkethiek zijn de trefwoorden in haar bestaan, met daarnaast een enorme weerbaarheid en waardigheid. Ze kan terugblikken op een indrukwekkend parcours. Een vrouw met een rijkdom aan gevoel die ze in een identitaire zoektocht weet om te zetten in beweging. Dit in een eclectische mix van stijlen. Ze weeft ritmische, visuele en auditieve patronen in een subtiel spel met de ruimte. Weer een voorstelling van een verschroeiende intensiteit.
–Mag ik de Iraans-Nederlandse auteur Kader Abdoulah parafraseren, hij zegt:”Ouder worden is prachtig”. Ervaart u dat ook zo?
Ja, als je te lang in het gemis van je jeugd blijft verwijlen, de gedachten van: vroeger was ik knapper, sneller, handiger… Als je in dat narratief blijft denken is het moeilijk. Maar als je daarentegen zegt: dank u wel, ik heb dat allemaal mogen meemaken. Nu zit ik in een andere fase en beleef ik andere dingen. Er is ook een constante evolutie: het tijdsbestek is verschillend, de manifestatie van de dingen wordt anders, je ziet en ervaart de dingen anders. Als je met dankbaarheid in die evolutie meegaat dan vind ik oud(er) worden heel mooi.
-U maakte een nieuwe choreografie ‘Amor Fati’. Er is een energie die u voortstuwt. Lichaam en geest zijn met elkaar verweven.
Ik ben tot de ontdekking gekomen, tot de helft van je leven ga je een beetje wild te keer, experimenteren… zoeken naar een eigen stijl. Ik denk dat ik mij op dat kantelpunt, in die levensfase bevind. Daarna begin je meer bewust te worden van alles. Ga je meer analyseren en in de diepte werken. Ik heb het geluk als danser mij heel snel bewust geweest te zijn van mijn lichaam. Ik ervaar nu dat mijn geest nog meer in mijn lichaam zit. Vroeger was ik meer in mijn lichaam en mijn geest stuwde mij. Nu ben ik mij veel meer bewust van mijn geest. Dat straalt uit tot in mijn botten. Als je jong bent is alles meer oppervlakkig, explosief en extravert. Ons lichaam is zo actief! Nu heb ik meer voeling met de spiritualiteit die ons omringt en die is immens. De maker is geen bron, maar een ontvanger. Hij kanaliseert iets van boven. Als ik de metafoor mag gebruiken: ons lichaam is eigenlijk een flesje waarin alles binnenvloeit. In het verleden had ik soms het gevoel alsof mijn lichaam te klein was voor mijn geest. Gelukkig kan ik dan dansen, of opgaan in muziek, of ideeën neerschrijven en dan kun je een beetje expanderen. Iedereen wordt op een bepaald moment geconfronteerd met de dood. We laten ons lichaam achter. Onze geest zoekt zijn weg in de vrije ruimte, het universum, waaiert uit… overal naartoe.
-Men moet ruimte scheppen om het leven vast te grijpen en te accepteren.
We moeten dankbaar zijn voor alles wat op ons pad komt. Ik heb dat een beetje proberen te vertalen op mijn manier. Iedere periode in ons leven voert ons verder op dat initiatiepad. Ik krijg meer en meer tools. Dat verruimt zich. Ik blijf er bij hoe magisch alles is. Ook kanker was mijn deel. Een tweede operatie drong zich op. Dan denk je: oei, wat heb ik niet juist gedaan? Waarnaar moet ik luisteren? Wat is het teken en wat kan ik eraan doen? Dat is Amor Fati. Tussen aanvaarden wat het lot is en toch niet passief zitten kijken en je laten gaan. Je zit echt op een fijne draad van balans zoeken tussen accepteren en er toch nog een beetje dankbaar zijn dat je het weer gehaald hebt. Angsten hoeven nergens op gebaseerd te zijn om te floreren! Positief blijven, niet in de slachtofferrol kruipen. Ik denk dat iedereen op zijn manier die initiatie krijgt: door een ongeluk, door een ziekte, het verlies van een kind, een partner, ouders. Ik denk dat het de treden zijn naar het ‘alles’. Het niets bestaat niet. Het is altijd alles. In deze vorm (lichaam) of in geestelijke vorm. Het belangrijkste in het leven is je eigen visie te volgen, je eigen taal.
-Het persoonlijke leven is belangrijk, zeker als je met kunst bezig bent.
Je persoonlijke leven is je voedingsbron. Ik heb deze choreografie gemaakt met ‘Amor Fati’, het centraal concept in de filosofie van Nietzsche. Het moedigt aan om alles in het leven, zowel het goede als het slechte, te omarmen en er niet tegen te vechten. Hij beschouwde het als formule voor menselijke grootheid én de acht liefdes volgens de Griekse filosofie: Eros (gepassioneerde liefde), Philia (vriendschappelijke liefde), Agape (onbaatzuchtige liefde), Storge (familieliefde), Mania (obsessieve liefde), Ludus (speelse liefde), Pragma (praktische liefde) en Philautia (zelfliefde). Ik ben tijdens het maakproces niet vertrokken vanuit mijn persoonlijke leven maar heb ruimte geboden aan mijn acht dansers voor de invulling. Uiterst merkwaardig! Toen we een eerste doorloop hadden zag ik precies mijn hele leven passeren. Ik dacht: dat kan toch niet!
-Altijd op zoek naar de wortel, de kern van de dingen.
Precies, mijn ziel, mijn geest zal toch weer signalen uitgezet hebben. Er is toch iets!? Ik word met een onzichtbare hand geleid, begeleid. Het was prachtig om mijn dansers aan het werk te zien. Wat poneert Nietzsche en die acht liefdes volgens de Griekse filosofie? Iedereen heeft relaties. In het begin van het maakproces heb ik vooral naar de performers gekeken om hen te leren kennen en doorgronden en te voelen wat ze konden bijbrengen aan deze nieuwe creatie ‘holding space’, nadien toch wel gechoreografeerd en met het materiaal dat zich via de improvisatie-opdrachten realiseerde heb ik verder geborduurd en gemodelleerd, geformatteerd en geënsceneerd en op een bepaald punt los gelaten. Dan krijg je een prachtig resultaat.
-Als je echt gelukkig wil zijn moet je ook het ongeluk omarmen.
Ja, maar dat zit sowieso in een balletopleiding: discipline, afzien, op je tanden bijten. Pijn lijden hoort erbij. Zo kweek je karakter. Dans is naast het artistieke ook topsport. De dag dat een artiest tevreden is met zijn creatie, dan stopt het. Wij als vrouw moeten heel wat doorstaan. Weet je hoeveel kracht er nodig is om een baby ter wereld te brengen? In de verloskamer zegt men, niet te excessief reageren: stil zijn, niet roepen. Hallo kroket! Als wij moeten persen om dat baby’tje, die creatie het leven in te duwen… dat is nogal wat. Dat is een oerkracht! Die heb ik ervaren bij mijn vrouwelijke dansers. Ze geven zich helemaal. Mannen zijn anders. Er is weerstand. Die patriarchale suprematie is nog altijd aan het stuiptrekken. De uitkomst: we moeten naar meer onderlinge harmonie streven.
-‘Amor Fati’, fatum…het lot… of brengt het eerder uw zintuigen en emoties in beroering?
‘Amor Fati’ is tweeledig: het woord ‘Amor’ liefde en ‘Fati’ lot. Je moet kijken naar beide stukjes. Alles in het leven is relatie, verbinding, liefde. En toch moeten we in het leven afzien, lijden. Je beleeft prachtige momenten maar ook donkere periodes. Als we kijken in de natuur: de dieren, de planten, ze ondergaan de seizoenen. Opleven en sterven. De normale orde van de zaken. Wij doen onszelf enorm veel pijn omdat we ons zo aan het vastklampen zijn aan het leven. Natuurlijk doet het pijn. Ik denk dat we niet moeten zoeken naar soelaas, maar erin meegaan. Het is deel ervan. Ons niet vastklampen. Ik was zevenentwintig jaar toen mijn zusje Julie overleden is. Waarom? Zo’n mooi kind! Eigenlijk mag ik dankbaar zijn omdat ze mij bijna met voorbedachte rade al in een proces heeft gestoken dat ik moest leren houden van, maar ook loslaten. Waar ligt de balans tussen: houden van en loslaten? Daar ga ik in mijn volgende producties zeker verder rond werken. Heel veel jongeren kampen met problemen. Hoe komt dat? Wat is hen aangedaan? De schade wordt vaak veroorzaakt in hun jeugd. Bij de zwangerschap, bij de liefde van mama en papa, hoe die zich kanaliseert is bepalend hoe je als volwassene je emoties gaat uiten, hoe je gaat vluchten in alcoholisme, in drugs. Ik heb daar heel veel empathie voor.















-Muziek is uw beste vriend en dans uw grote liefde. Voor welke muziek heeft u deze keer gekozen?
Evergreens. Er wordt nog wel mooie muziek gemaakt, maar niet meer met die prachtige woorden en intensiteit. Het muzikale vocabulaire van onverwoestbare evergreens. Die liederen zijn herwerkt door een jonge muzikant Kristiaan Deruytter. Hij heeft o.a. bij CODARTS Rotterdam gestudeerd en is de zoon van Frank Derytter, tenorsaxofonist. In zijn jonge jaren heeft hij nog in het orkest van mijn vader gespeeld. Daarna is hij een heel bekende muzikant geworden. Kristiaans’ Deruytter artiestennaam is Kristo. Er zit een speciale vibratie in zijn stem. Ik denk dat het niet zo maar is dat de keuze daar ligt om live met hem te werken. Hij is multi-instrumentalist, maar speelt voornamelijk elektrische gitaar en piano. Hij heeft dan iemand aangewezen: Nicolas Thijs, die in Amerika gespeeld heeft. Een ietwat oudere muzikant, een contrabassist, die ook basgitaar speelt en dan nog Bart Gits, een TAIKO-percussionist. Kristo en Nicolas hebben de verschillende liederen herwerkt. We zijn gaan zoeken wat past bij en illustreert die verschillende soorten liefdes. Er wordt live gespeeld: een wisselwerking van zang, basgitaar, piano, contrabas, percussie. Het is helemaal gescenografeerd. Je zit niet in een concertmodus. De muzikanten verschijnen en verdwijnen… Scenografisch, visueel, heb ik gezocht naar een evenwicht tussen de muziek en de dans. Ik heb ernaar gestreefd om de waarde en kracht van de muziek en de dans in evenwicht te brengen. Er zit ook wel een mooi stukje klassieke muziek in, dat ik er absoluut in wou.
-Een prachtige quote van filosofe Patricia De Martelaere: “Pluk de dag niet alleen als het een madeliefje is, maar ook als het een distel is!”
Dat gebeurt automatisch. Melancholie, het drama zit een beetje ingebakken in een artiest. Daar een balans in vinden, om mijzelf het leven niet te zwaar te maken, is een dagelijkse oefening. Mijn vak bestaat erin trachten binnen te dringen tot het innerlijke, teneinde daar een schakelaar om te zetten en verbindende momenten met het publiek te creëren. Er blijft de drang naar perfectionisme. We worden daarin opgeleid. Als je jong bent moet je dat nastreven. Je moet je strepen verdienen. Uiteindelijk om daar je handtekening neer te kunnen zetten. Perfectionisme is een positief iets op een bepaald niveau, maar ook een negatief iets op een ander niveau. Het kan beginnen overhellen zodat het té technisch wordt en alle gevoel onbreekt. Soms stel ik mij de vraag: “Hoe heeft Christian Dior dat gedaan, Rubens, Monet, Bach…?” Ik denk dat die ook op dat kantelpunt gekomen zijn. De eerste fase van een carrière is ploeteren, zoeken naar je eigen taal, unieke vormgeving en die verwerken in creaties. Dan komt er een moment dat je een punt bereikt, de essentie, de uniciteit van je kunstenaarsschap. Dat voel je… want alles zit in een flow en je bent tevreden. De stem van de ziel spreekt voor zich.
-Het moment waarop een artiest samenvalt met zijn métier zorgt voor kippenvelmomenten bij het publiek.
Elke voorstelling is ook de kijker confronteren met zijn eigen artistieke bagage en sterkte. Een soepelheid om zaken te waarderen. Open te staan voor nieuwe dingen. Ik heb een zeer trouw en dankbaar publiek. Iemand die naar een voorstelling van mij was komen kijken met veel muziek van de Amerikaanse componist Philip Glass verwoordde het mooi: “Ik volg je omdat je choregrafieën op herkenbare liederen maakt. Dat streelt onze ziel. Maar daarnaaast introduceer je ook muziek die we niet kennen. Dat verruimt onze geest. Veel dansproducties zijn zo abstract, zo elitair. Wij voelen ons niet dom bij jou.”
-‘Amor Fati’…
Fall and recover – vallen en weer opstaan – van uitputting naar overgave.
Waar, Wie, Wat ben je als alle elementen: Vuur, Water, Lucht, Aarde samenkomen?