Op zaterdag 30 augustus kreeg de Antwerpse Sint-Jacobskerk hoog bezoek uit Malta. De St Paul Choral Society, een koor met een indrukwekkend internationaal parcours, bracht een concert dat verder reikte dan louter muzikale esthetiek. Er ontstond een subtiele maar voelbare resonantie tussen klank, ruimte en devotie.
Sinds haar oprichting in 1998 groeide het ensemble uit tot een van Malta’s toonaangevende culturele ambassadeurs. Onder leiding van Hugo Agius Muscat – arts én musicus – en met Elisabeth Conrad aan het orgel – doctor in de milieuwetenschappen én veelzijdig muzikante – presenteerde het koor zich als een geëngageerd collectief, geworteld in traditie en met een open blik naar de wereld.
Het programma was overzichtelijk opgebouwd in drie delen en omvatte muziek van de 16de tot de 21ste eeuw. Hoewel de koorklank niet altijd onberispelijk was wat betreft intonatie, overtuigde de uitvoering door oprechte betrokkenheid en expressieve zeggingskracht.
Polyfonie en devotie
In het eerste, a capella deel sprongen vooral de twee werken van Giovanni Pierluigi da Palestrina (1525–1594) in het oog. Zijn meesterlijke motet Sicut cervus, gebaseerd op Psalm 42 – Zoals een hert reikhalst naar levend water – vloeide als levend water zelf. De muziek verbeeldde op treffende wijze de dorst en devotie van de psalmtekst. Het koor zong met eenvoud en ingetogen adem – elke stem vond haar plek in het grotere geheel.
Loquebantur variis linguis – een muzikale evocatie van het Pinksterverhaal – kreeg een vurige uitvoering. Het levendige contrapunt en de ritmische drive gaven het werk iets extatisch, alsof elk van de stemmen een eigen apostolische taal sprak die samenviel in één gemeenschappelijke geloofsbelijdenis.
Heel anders, maar even raak, klonk Ubi caritas van Maurice Duruflé: gregoriaans herboren in een harmonisch weefsel van tederheid. De verstilde uitvoering deed recht aan de kern van de tekst: liefde en barmhartigheid als bron van goddelijke aanwezigheid.
Een verrassend hoogtepunt: het orgel
Na dit meditatieve luik volgde een verrassend intermezzo. In veel koorrecitals voelt een orgelsolo als een verplicht nummer, maar hier werd het een onverwacht hoogtepunt. Het orgel van de Sint-Jacobskerk – een historisch Snetzler-instrument uit 1777 – werd door het echtpaar Agius Muscat ontdekt tijdens een voorbereidend bezoek aan Antwerpen. Speciaal voor dit concert brachten dirigent Hugo Agius Muscat en organiste Elisabeth Conrad het driedelige Duet for Organ in C major van Samuel Wesley (1766–1837): een speels, stijlvol werk met een duidelijke knipoog naar Bach.
Wat klonk, was een pure dialoog: twee stemmen die elkaar vinden in wisselwerking, versiering, echo en contrast. De fuga in het slotdeel was een meesterlijk klankspel, waarbij het orgelregister leven gaf aan trompetten, fluiten en prinselijke helderheid. Een zeldzaam verfijnd moment dat de muzikale én menselijke connectie tussen de twee uitvoerders zichtbaar maakte.
Een verborgen verhaal: hoe dit Snetzler-orgel hier belandde
Sinds eind 2017 beschikt de Antwerpse Sint-Jacobskerk over een derde orgel, naast het Charles Anneessens-orgel en het Forceville/Devolder-orgel. Dit instrument kreeg een nieuw onderkomen nadat het jarenlang een centrale plaats innam in het muzieksalon van notaris Baudouin Cols, een bekende Antwerpse kunstliefhebber. In zijn woning vonden regelmatig huisconcerten plaats waarin dit orgel een prominente rol speelde. Na zijn overlijden en met de geplande verkoop van het huis, gingen zijn dochters op zoek naar een nieuwe locatie – met de duidelijke wens dat het orgel een publieke functie zou behouden. Deze uitvoering bewees hoe waardevol die keuze was. Hopelijk krijgen we nog meer interessante programma’s op dit instrument te horen.
Koor en orgel in harmonie
In het derde deel van het programma smolten koor en orgel samen. Bijzonder was de aandacht voor Mariale werken. Na ingetogen stukken van Camille Saint-Saëns (1835–1921) en Gabriel Fauré (1845–1924) volgden drie composities van Maltese bodem, waarvan de eerste twee werden gedirigeerd door assistent-dirigent Cecilia Agius Muscat.
Voor velen in het publiek was dit een eerste kennismaking met componisten als Francesco Azopardi (1748–1809), Carmelo Scerri (1905–1981) en Hugo Agius Muscat (°1961) zelf. Stuk voor stuk degelijke, gevoelsrijke werken die de kracht van culturele uitwisseling onderstrepen – want recitals van buitenlandse ensembles openen altijd nieuwe vensters.
Het concert eindigde feestelijk met I cieli immensi narrano van Benedetto Marcello (1686–1739), een barok werk vol Italiaanse retoriek en theatrale flair. De rijke akoestiek van de kerk en de warme klank van het koor maakten het tot een passend en overtuigend slotakkoord.
Een muzikale pelgrimstocht in eigen stad
De Sint-Jacobskerk profileert zich steeds meer als een hotspot voor internationale koormuziek. Na Engelse ensembles in juli en dit Maltese koor eind augustus, staat op zaterdag 4 oktober een Zweeds koor op het programma. Zo ontstaat een muzikale pelgrimstocht door Europa – gewoon in het hart van Antwerpen. Een stad die luistert, verwelkomt en weerklank geeft aan de wereld.