Een romantische ontdekkingstocht door het neogotische hart van het Harzgebergte en een intiem festival tussen muziek en geschiedenis
In 2025 vieren de Wernigeroder SchloßFestspiele hun dertigste verjaardag. Dit festival onderscheidt zich binnen het Europese klassieke muzieklandschap als een intieme totaalervaring, waarin muziek, ruimte en geschiedenis op unieke wijze samensmelten. Het neogotische Schloß Wernigerode, hoog gelegen aan de rand van het Harzgebergte, vormt het kloppende hart van dit evenement.
Tijdens het jaarlijkse Wandelkonzert ontvouwt zich een muzikale ontdekkingstocht doorheen het gebouw – een beleving die niet alleen het oor, maar ook de verbeelding en het geheugen aanspreekt. De uitvoering werd verzorgd door solisten van het Philharmonisches Kammerorchester Wernigerode. Hoewel sommige passages niet volledig loepzuiver waren, speelden de musici met hoorbare bezieling en enthousiasme. Het jonge en dynamische ensemble van het Rundfunk-Jugendchor Wernigerode bracht daarentegen een bijzonder zuivere samenzang die indruk maakte.
Schloß Wernigerode: een levende neogotische erfenis
Oorspronkelijk gebouwd in de twaalfde eeuw als burcht voor de graven van Stolberg, kreeg Schloß Wernigerode zijn huidige neogotische aanzicht in de negentiende eeuw onder Otto zu Stolberg-Wernigerode. Met zijn torens, erkers en rijk ingerichte zalen weerspiegelt het de romantische fascinatie voor het middeleeuwse ridderleven. Vandaag geldt het als een van de best bewaarde neogotische residenties in Duitsland én als een levendig cultuurcentrum.
Het Wandelkonzert: zes stops, zes klankwerelden
Op woensdag 13 augustus 2025 werd het kasteel omgevormd tot een levend muzieklabyrint. Kleine groepen van ongeveer 35 luisteraars trokken al wandelend door de zalen, waarbij elke ruimte een op de akoestiek afgestemde muzikale ervaring bood. Het thema dit jaar was de romantiek, met een bijzondere verwijzing naar Hans Christian Andersen (1805–1875). Ter gelegenheid van zijn 150ste sterfjaar zal zijn werk in het najaar ook belicht worden in een tentoonstelling in het kasteel. Fragmenten uit Andersens Harzreise en sprookjes dienden als sfeervolle omlijsting, al voelde de link met bepaalde muziekstukken soms wat gezocht aan.
Muzikale hoogtepunten per locatie
Op de “Apfelbaumterrasse” opende het Rundfunk-Jugendchor Wernigerode het concert onder een brandende zon. Twee a capella-liederen vormden de aftrap: het melancholische Abschied vom Walde van Felix Mendelssohn Bartholdy (1809–1847) zette direct de toon. Het riep het gevoel op van Joseph von Eichendorffs poëzie, met de bossen en het dal als decor dat zich voor onze ogen ontvouwde. Vervolgens bracht het koor het ontroerende volkslied Wenn ich ein Vöglein wär, een passend begin van de muzikale reis.
In de “Fürstinnengarderobe” klonk Rasch und mit Feuer, het derde deel uit het Phantasiestück op. 73 van Robert Schumann (1810–1856), in een bewerking voor cello en piano. Ondanks een lichte onbalans in de uitvoering wist de cellist de emotionele kern van Schumanns muziek overtuigend te vatten. De klank van de elektrische piano overtuigde minder en deed wat af aan de intimiteit van het moment.
Na een tocht door verschillende rijk versierde kamers belandde het publiek in het “Schreibzimmer van graaf Otto zu Stolberg-Wernigerode”. Daar bracht een violist de Ballade uit de derde sonate van Eugène Ysaÿe (1858–1931). De uitvoering was intens en virtuoos, zij het stilistisch iets buiten het romantische kader. Het vroeg concentratie van het publiek, maar bood een krachtige expressieve ervaring.
In de imposante “Halle”, geflankeerd door jachttrofeeën, werd de eerste beweging van het Trio in a mineur van Carl Reinecke (1824–1910) uitgevoerd. Met zijn warme, lyrische melodieën en klassieke structuur paste het stuk perfect bij het Andersen-thema. Voor mij was dit het muzikale hoogtepunt van het concert, hoewel in de “Festsaal” wellicht de grootste muzikale ontdekking volgde.
Vanuit de muziekloge klonken twee fijnzinnige werken voor dwarsfluit en piano. Die Nachtigall van Carl Reinecke, gebaseerd op een sprookje van Andersen, betoverde met zijn eenvoudige, heldere melodiek. Pan et les Bergers uit La Flûte de Pan van Jules Mouquet (1867–1946) voerde met impressionistische kleuren het pastorale leven ten tonele. Zoals ooit de keizer hier dineerde met muziek op de achtergrond, genoten wij van deze elegante pareltjes.
De finale vond plaats in de “Schlosskirche” en was zowel indrukwekkend als ontroerend. Het Lacrimosa uit het Requiem van Wolfgang Amadeus Mozart (1756–1791), uitgevoerd door alle deelnemende musici, bracht het romantische thema van vergankelijkheid en verlangen pakkend tot uitdrukking. Daarna volgde de intieme Romanze in G-dur voor hoorn en orgel van Max Reger (1873–1916), loepzuiver en gedragen gebracht.
Bijzonder is dat deze kapel beschikt over een authentiek romantisch pijporgel, speciaal ontworpen voor deze kapel. Het Walcker-Orgel heeft een warme, weelderige klank die perfect past bij de ruimte en de laatromantische esthetiek.
Als slotstuk werd Horch, was kommt von draußen her van Carl Theil (1862–1932) gebracht – een luchtige afsluiter. Het koor besloot met een moderne bewerking van I Say Thank You for the Music, een feestelijke toegift die het publiek spontaan tot meeklappen aanzette.
Context en toelichting
Kunsthistorica Katrin Dziekan verzorgde de contextuele toelichtingen. Haar diepgaande kennis en levendige anekdotes gaven de muziek extra betekenis. Ze slaagde erin verleden en heden op een tastbare manier met elkaar te verbinden.
Een ademtocht van klank en ruimte
Was de klim naar het kasteel, in verzengende hitte, de moeite waard? Zonder twijfel. Het Wandelkonzert bleek het kloppende hart van een festival dat klassieke muziek uit haar traditionele kaders tilt en opnieuw laat ademen – in dialoog met ruimte, geschiedenis en publiek.
Hoewel niet elke uitvoering tot in de puntjes verfijnd was en sommige momenten wat onwennig overkwamen, overheerste de bezieling. De muzikale ontdekkingstocht, verspreid over de karaktervolle zalen van het kasteel, bood een zeldzame combinatie van authenticiteit, avontuur en ontroering.
De Wernigeroder SchlossFestspiele laten zien dat klassieke muziek geen fluwelen stoelen of strakke etiquette nodig heeft om te ontroeren. Hier komt de muziek tot leven – voelbaar, krachtig en vol betekenis. Voor wie klassieke muziek wil beleven als een reis vol verwondering, ademruimte en diepe weerklank, is dit festival een warme aanrader.