De gisting van de Verlichting, de eerste tekenen van de Revolutie en het intellectuele debat over kolonialisme voeden deze Franse odyssee.
Tijdens het tijdperk van de ontdekkingsreizen beleefde Frankrijk een ongekende culturele ijver. Handelsroutes en verre culturen verrijkten zijn identiteit. Exotische klanken en ritmes vormden zowel de adellijke salons als de concertzalen. In deze zoektocht naar nieuwe klanken kreeg de cello halverwege de 18e eeuw eindelijk bekendheid in Frankrijk en verving de viola da gamba, die eeuwenlang de Europese muziek had gedomineerd.
De nadruk op diepe klanken vormt het hoogtepunt van deze opname, met composities van Louis-François-Joseph Patouart en Martin Bertin. Het verhaal van laatstgenoemde is bijzonder betekenisvol en belichaamt de geest van de opname: hij richtte de Franse celloschool op, ondanks dat hij zijn carrière was begonnen met de viola da gamba.
