In tegenstelling tot zijn leeftijdsgenoot Bach was Händel een echte wereldburger, een man van het volk. Na zijn jeugd te hebben doorgebracht in Halle en Hamburg vertrok hij naar het wereldlijke Italië om faam te maken met enkele zinderende operaproducties. Daarna vestigde hij zich voorgoed in Engeland en de rest is geschiedenis.
Amper 22 jaar was de jonge knaap toen hij het Italiaanse oratorium “La Resurrezione” schreef. Het werd voor het eerste uitgevoerd op Pasen, 8 April 1708 in Rome onder leiding van niemand minder dan Arcangelo Corelli. En hoewel het niet zo bekend is als dat ander oratorium van hem, waarvan je tegenwoordig nota bene bijna elke week een productie kan van bijwonen, verdient het zeker haar plaats in de concertzalen.
Dat beseft ook Julien Chauvin, Franse violist en muziekdirecteur en stichter van “Le Concert de la Loge Olympique”, een ensemble gespecialiseerd in uitvoeringen met authentieke instrumenten. Zij brachten afgelopen zaterdag in de Bijloke een schitterende uitvoering van “La Resurrezione”. Het tweedelig meesterwerk beschrijft de gebeurtenissen tussen – en tijdens – Goede Vrijdag en Paaszondag, waarbij het plot wordt verhaald in de recitatieven, terwijl de karakterverkenningen plaatsvinden in de aria’s, duetten en samenvattende koralen.
Dit grootschalig werk vergt soms het uiterste van de instrumentalisten in de snelle passages en dat begint al bij de inleidende ouverture. Ook de zangpartijen zijn erg virtuoos, gelukkig steeds ondergeschikt aan de muziek. Je voelt dat dit geschreven is door een jonge knaap die bruiste van ambitie en zijn energie en reeds mature creatief vermogen volledig kwijt kon in dit perfect geschapen tweeluik. Händel schreef niet alleen geweldige muziek voor dit werk, maar creëerde vijf overtuigende karakters met elk hun gedachtengoed en verhaallijn omtrent de verrijzenis. Er is Maria Magdalena (sopraan Hasnaa Bennani), Maria van Klopas (mezzo-sopraan Eléonore Pancrazi), Johannes de evangelist (tenor Emiliano Gonzalez-Toro), een Engel (sopraan Lila Dufy) en Lucifer (bariton Robert Gleadow). Stuk voor stuk topzangers, al mag gezegd worden dat R. Gleadow een zeer charismatische uitvoering bracht, even leek het alsof we een opera bijwoonden, de rol van Lucifer leent zich daar overigens perfect voor. Zeer indrukwekkend was ook het draaien van zijn blaadjes, die oversteeg met momenten het gehoest van sommige mensen in de zaal. Verder maakte Atsushi Sakaï enorm veel indruk met zijn energiek en gepassioneerd spel op de viola da gamba. Maar ere wie ere toekomt, het geheel is groter dan de som der delen, wat een uitvoering van Le Concert de la Loge. Men kan zich enkel afvragen af of het kleine orkest genoeg volume projecterende in de achterste regionen van de nagenoeg uitverkochte concertzaal?
Tevens kon het oratorium niet iedereen bekoren, want halfweg het tweede deel was ik verplicht om mijn gebuur even wakker te knijpen na een tiental minuten het gesnurk te moeten aanhoren. Overigens kon er wel nog een terechte staande ovatie af, dat vond trouwens bijna iedereen in het publiek. De nieuwsgierigheid naar die andere oratoria en vroege werken van Händel wordt des te meer geprikkeld door opvoeringen van dit formaat.
Kon u er niet bij zijn en wilt u toch even een impressie van dit werk? Beluister dan zeker eens onderstaande video met het aanstekelijke aria “Ecco il sol ch’esce dal Mare”, gezongen door tenor Emiliano Gonzalez-Toro.
(Festival de Saint-Denis 2024)