Viola de Hoog: Mijn collega’s van het Narratio Quartet en ik zijn al meer dan vijftien jaar verdiept in alle strijkkwartetten van Beethoven. We ervaren keer op keer hoe Beethoven de grenzen van de klassieke stijl en de instrumentale uitdagingen die aan het begin van de negentiende eeuw heersten, verkende en vervolgens overwon langs nieuwe wegen. Opus 95 is daar een prachtig voorbeeld van. Beethoven zelf schreef in een brief aan Sir George Smart, destijds een belangrijk musicus in Engeland: “Het kwartet is geschreven voor een kleine kring kenners en mag nooit in het openbaar worden uitgevoerd.” Elk van de vijf late kwartetten, vanaf Opus 127, verkent nieuwe vormen, moduleert naar ver van elkaar verwijderde toonsoorten, presenteert tot dan toe ongekende melodische bogen en bevat wat destijds ongewoon gedetailleerde dynamische instructies waren; verschillende manieren waarop Beethoven zich losmaakte van de vertrouwde stijl van die tijd. Beethoven componeerde deze vijf kwartetten in een opmerkelijk korte periode, tussen 1824 en 1826.