Naar jaarlijkse gewoonte organiseerde Stad Gent een nieuwjaarsconcert voor zijn burgers in concertzaal De Bijloke. Gratis tickets voor iedereen die tijdig heeft gereserveerd. Burgermeester, schepenen en andere excellenties zijn uiteraard ook aanwezig. Dit maal geen traditioneel concert, want behalve muziek is er ook theater. Maaike Cafmeyer acteert. De rode draad in het programma zijn sprookjes. Hansje en Grietje van Humperdinck, een mysterieus stuk van Charles Ives en de suite Ma Mere l’Oye van Ravel. Waarom die kinderlijke sprookjes ? Misschien als contrast tegenover de zenuwslopende thriller, die de vorming van het nieuwe Gentse stadsbestuur in het najaar was. Dezelfde dag wordt dit concert ’s avonds trouwens in dezelfde zaal met dezelfde uitvoerders herhaald onder de titel “dromerige sprookjeswereld”.
Expressieve gestiek
Vooraf zijn er uiteraard de obligate toespraken. Na een welkomstwoord spreekt burgemeester Matthias De Clercq. Met zijn typische schurende Gentse eind-r wenst hij alle Gentenaars een jaarrr vol cultuurrr toe. Ook de nieuwe schepen van cultuur wordt meermaals vernoemd. Schepen Astrid De Bruycker is nog jong maar al een volbloed machtspolitica. Op het podium staat een karretje met poetsgerei, boven het podium hangt een draad met witgoed. Maaike Cafmeyer verschijnt als poetsvrouw van het orkest, ze vertelt hoe ze de Bijloke concertzaal poetst en de kledij van de orkestleden wast. Met een bladblazer en imitatie van een rockgitarist komt er wat animo in haar toneeltje.
Dan komt eindelijk het orkest op voor de prelude uit Hänsel und Gretel van Engelbert Humperdinck. Maestro Martijn Dendievel is een beloftevolle jonge dirigent, vanaf 2026 wordt hij chef-dirigent van dit orkest. Ik ken hem van de dirigeerlessen bij dirigent Ivan Fischer van enkele jaren terug, die je op YouTube kan bekijken. Dendievel is een dirigent die publiek en orkest kan inpakken. Sommige dirigenten zie je het orkest leiden met een minimale gestiek. Dendievel niet, hij is een dirigent met een expressieve gestiek, een man van het grote gebaar. Je zou bijna denken dat de klanken niet uit de instrumenten komen, maar uit zijn stokje. Je voelt dat hij met zijn aanstekelijke enthousiasme in de toekomst misschien nog meer uit het orkest kan halen. Benieuwd wat dat zal zijn, nadat het Symfonieorkest Vlaanderen de laatste jaren al een toporkest is geworden onder de huidige chef Kristiina Poska. Dat is nog een Unanswered Question, zoals het tweede stuk luidt. Een kort stuk vol mysterie van de te weinig gespeelde Amerikaanse componist Charles Ives.
Wals en polka
Tussendoor acteert poetsvrouw Maaike Cafmeyer nog wat verder. Met een baljurk van lichtblauwe pdm-zakken en een muiltje waant ze zich Assepoester en huppelt over de scène. In Ma Mère l’Oye verklankt Maurice Ravel een vijftal sprookjes. Strijkers en blazers klinken heel gaaf. Een ijle, feërieke klankwereld, ver weg van de Weense zwier van nieuwjaarsconcerten. Niet feestelijk maar heel delicaat, hier kunnen orkest en dirigent hun kwaliteit tonen.
Na Ravel spreekt dirigent Martijn Dendievel het publiek toe, kondigt trots aan dat hij vanaf volgend jaar chefdirigent van dit orkest mag zijn. Omdat een Weense wals op een nieuwjaarsconcert niet kan ontbreken, spelen ze Märchen aus dem Orient van Johann Strauss, een relatief onbekende dromerige wals uit het Weense repertoire. Om tenslotte met pit en panache af te sluiten raast de Tritch Tratch Polka als een wervelstorm door de zaal. Gelukkig nieuwjaar!