Johann Sebastian Bach maakte zeker al op jonge leeftijd kennis met de klank van de hobo via zijn vader Ambrosius, die in Eisenach werkzaam was als stadspijper. Dat de componist de expressieve kracht van de hobo al op jonge leeftijd herkende en waardeerde, blijkt uit veel van zijn vroege composities, cantates en concerti. Helaas zijn er echter geen solo- of triosonates met hobopartij onder de overgeleverde werken, hoewel we kunnen aannemen dat die er wel geweest moeten zijn. Deze cd op ACCENT vult deze leemte met een reeks ongelooflijk kundige kamermuziekbewerkingen en reconstructies en presenteert in Xenia Löffler ook de ideale bezetting voor dit project. De solohoboïste van het gerenommeerde originele klankensemble Akademie für Alte Musik Berlin presenteert twee fluitensonates met obbligato klavecimbel op haar instrument, waarvan er één (BWV 1030b) waarschijnlijk oorspronkelijk bedoeld was voor de hobo. De twee orgelsonates in triobezetting met hobo, viool of viola da gamba en basso continuno ontlokken een hele reeks nieuwe muzikale kleuren aan de oorspronkelijke werken. Zeer onderscheidend zijn ten slotte ook de drie koraalvoorspelen en een chaconne, die – in verschillende kamermuziekbezettingen – de oorspronkelijke orgelwerken levendig laten schitteren in prachtige klankkleuren. Opnieuw wordt duidelijk dat Xenia Löfflers spel zoiets belichaamt als de ideale klank van de barokhobo: een geconcentreerde, maar voldoende expansieve toon met rijke nuances, plus een consistent feilloos lyrisch gevoel, afgerond met een bijna verbluffende welsprekendheid. Geen wonder dat ze ooit door BR-Klassik werd gekroond tot “Koningin van de barokhobo”.