Als eindejaar productie La Périchole, een Opéra Bouffe van Jacques Offenbach programmeren belooft alvast een portie vrolijkheid. Die krijgen we volop in de Opéra Royal de Wallonie, zeker als Laurent Pelly tekent voor de regie. Tegelijk verliest hij de finesse van Offenbachs satire niet uit het oog!
De operette La Périchole speelt zich af in Lima in Peru. Op het plein wordt het feest van vice-koning Don Andres de Ribeira gevierd. De “Trois cousines” zijn er present met hun kraampje met allerlei – vooral sterke – drankjes. De koning en enkele van zijn vertrouwelingen hebben zich incognito onder het volk gemengd. Er komen twee straatzangers aan, La Périchole en haar geliefde Piquillo. Ze krijgen niet veel centjes en doodmoe valt Périchole in slaap, terwijl Piquillo er nog op uit trekt om eten te vinden. De vice-koning ontdekt de slapende Périchole en wordt op slag op haar verliefd. Ze wordt zijn maîtresse maar dat is het begin van een serie verwarringen en maskerades. Piquillo komt zelfs in de gevangenis terecht als hij zich verzet tegen de vice-koning. Maar uiteindelijk eindigt het verhaal met een happy end. De vice-koning wordt zachtjes op zijn plaats gezet (zelfs even in de gevangenis) en Piquillo en Périchole worden door dorpelingen en hovelingen als bruid en bruidegom toegejuicht.
We krijgen de typische Offenbach-kenmerken met de maatschappelijke gelaagdheid, de “gewone” mensen, de outsiders en de hogere klasse. Met de decadente aristocratie wordt zachtjes maar duidelijk de draak gestoken. De scherpe observatie van Offenbach doordringt hier zoals steeds zijn theater.
Laurent Pelly is de geknipte regisseur om dit soort komische werken met een ondergrond van ironie te ensceneren. Helemaal in de sfeer van het Second Empire waarin Jacques Offenbach zijn “Opérette à la française” situeerde, wordt er vrolijk gelachen, maar worden tegelijk de uitspattingen en de decadentie van de bourgeoisie te kijk gezet. Maar in La Périchole ontbreekt het sentimentele gehalte evenmin want als het verliefde koppel na alle dwaze verwikkelingen elkaar terugvindt, bruist de finale van geluk.
Op de scène van de ORW zijn de dorpelingen een bonte bende jolige feestvierders, de status van vice-koning is van meet af aan belachelijk gemaakt door zijn gekke outfit met pruikje en zijn pompeuze optreden. Lionel Lhote voelt er zich helemaal goed bij! Elk personage krijgt een typische karikaturale uitbeelding, die past in het verhaal. Zo verandert La Périchole van de aanvankelijk armoedige maar zelfbewuste straatzangeres, naar een chique, elegante dame als maîtresse van de vice-roi. Versterkt met slimme ervaringen, keert ze terug naar haar oorspronkelijke status.
De vertolkers gaan helemaal mee in het dolle verhaal. Ze acteren en zingen vol engagement. Antoinette Dennefeld ontroert als Périchole, charmeert als dame en wisselt haar sensuele stijl naargelang de situatie waarin ze optreedt. Ze zingt met heldere sprankelende sopraan die ook de finesse van de ironie tot uiting brengt. De zachte tenor van Pierre Derhet belet hem niet overtuigd uit de hoek te komen en voor zijn Périchole te vechten. Zijn tederheid is ontroerend. Lionel Lhote bewijst dat een komische rol als deze blasé vice-roi hem ook wel ligt. Hij geniet duidelijk van de diverse aspecten van zijn partij en zijn bariton klinkt perfect als altijd. Ook de kleinere partijen en zeker het koor gaan totaal op in hun spel.
Clelia Cafiero maakt haar debuut bij het Orchestre Opéra Royal de Wallonie. De jonge dirigente maakt alvast een goede beurt met haar levendige en preciese dirigeerstijl waarmee ze haar muzikanten doorheen de lichte maar tegelijk geraffineerde partituur loodst.
De voorstelling gaf op het einde enkele extra’s als eindejaar wensen ten beste en speelde zo in op de uitgelaten sfeer van het tevreden publiek.