Elk concert in de reeks BelLISSAma, belcanto & bella musica is telkens een verademing, een dopamine detox. Weg van de zorgen van het dagelijkse leven en genieten van de passie en vakmanschap van instrumentalisten en vocalisten.
Het is herfst, de natuur is een explosie van kleur. De bomen verkleuren in rode, gele, bruine en gouden tinten. Die veelzijdigheid en kleurenpracht van dit seizoen weerspiegelt zich ook in de muziekkeuze. Het repertoire is aangepast aan het jaargetijde. De muziekkeuze roept geuren en kleuren op in een aangrijpende mix van donker en licht en is op gevoelsmatig vlak polyamoureus. Sopraan Lissa Meyvis en pianist Lester Van Loock voeren het publiek mee in de schitterende verhalen en emotionele zoektocht van de personages.
Gastvrouw Lissa Meyvis begroet op haar charmante manier het publiek en opent het concert met: ‘Seit ich ihn gesehen’ uit Frauenliebe und -leben, op. 42 no1 van Robert Schumann De inspiratie vond de componist in de gedichten van Adelbert von Chamisso, verschenen in 1830. Schumanns keuze van juist deze gedichten vindt waarschijnlijk zijn oorsprong in zijn persoonlijke leven. Zijn hofmakerij aan Clara Wieck die tien jaar jonger was. Zelf een getalenterde pianiste en componiste. Het lied gaat over een vrouw die een diepe tragedie en depressie ondergaat na de dood van haar man. De acht gedichten uit deze cyclus presenteren een evoluerend perspectief op liefde en leven en beschrijven de liefde van een vrouw voor haar man vanaf de eerste ontmoeting, tot hun huwelijk en zijn dood. Lissa Meyvis maakt er een juweeltje van.
Aansluitend ‘Geheimes Flüsten hier und dort’ uit Lieder, op 24 no 3 van Clara Schumann. Zij is een van de meest significante vrouwen in de muziekgeschiedenis. ’’Geheimes Flüsten hier und dort’ is en strofisch lied. De inhoud van dit gedicht van Hermann Rollet gaat over het verlangen van een persoon om zich open te stellen voor de liefde, die de dichter vergelijkt met de natuur en het bos. Hoe mooi het woud is, de zon die door het bladerdek priemt. Clara Schumann heeft het gedicht ook op een delicate manier van muziek voorzien. In de pianopartij kunnen we verschillende aspecten van de natuur beluisteren, beweging van de takken, geknisper van de bladeren. Lissa Meyvis neemt je mee, door haar ogen zie je meteen de pracht van de natuur. Een mooie ballade.
Dan is er ruimte voor een solopartij van klassiek pianist Lester Van Loock met ‘Intermezzo’ uit Klavierstücke op. 118, no 2 van Johannes Brahms. Brahms was een van de laatste der grote romantici. Een werk over een onbeantwoordde liefde. Johannes Brahms schreef deze mooie compositie op het einde van zijn leven, een muzikale geheime liefdesbrief. Het zit vol verlangen naar Clara Schumann: intimistisch, gevoelig, smachtend. Hij bezweek voor haar charmes, was helemaal onder de indruk van haar persoonlijkheid. Lester Van Loock is niet uitsluitend gefixeerd op de technische aspecten van de compositie. Hij brengt ook de onderliggende boodschap met verbeelding over. Zijn vertolking is een en al raffinement met subtiele inkleuringen, bedachtzaam meesterschap en doorleefd pianospel. Hij speelt met een vanzelfsprekende virtuositeit en kleurrijke dynamiek.
‘Waldszenen’ Op.82 Robert Schumann dateert uit de periode 1848/49, een van de meest creatieve periodes van de componist. Schumanns muziek is grotendeel programmatisch, wat betekent dat het een verhaal vertelt. Lester Van Loock doet ook een beetje aan muzische opvoeding. Zoals destijds Leonard Bernstein introduceert hij het werk bij het publiek. Toch verrast telkens weer zijn interpretatie en inleving. Hij gaat telkens mee in de emotie met harde en streelzachte aanslagen. ‘Waldszenen’ omvat negen stukken symmetrisch opgebouwd. Het bos als ideale romantische ruimte speelt een belangrijke rol: ruisende bomen en bronnen, zingende vogels, eenzame wandelaars, het geluid van de jacht, de dreiging die ervan uitgaat, duisternis en nachtelijke stilte, de drukte in een herberg. Een mysterieuze mengeling van veiligheid en dreiging, zijn de terugkerende motieven. Pianovariaties vol beheersing en verrassende spontaniteit.
Na de pauze opent Lissa Meyvis met ‘Drei Lieder der Ophelia” Op. 67, no 1-3 van Richard Strauss. Ze neemt even tijd voor introspectie, de emotie zoeken om een indrukwekkende interpretatie neer te zetten. De melodie lijn is a-typisch voor Strauss. Ophelia is haar vader Polonius en geliefde Hamlet verloren. Ze wordt gek, een getroubleerd hart. Waanzin is een vorm van escapisme voor haar immense verdriet. De emoties springen van de ene pool naar de andere. Waanzin en normaliteit lopen op een indrukwekkende manier door elkaar. Tijdens het pianospel houdt ze de verwarring vast, haar ogen flitsen van links naar rechts of ze staart wezenloos in de verte. Je krijgt van haar onmacht zelf tranen in de ogen. Een vertolking die naar de keel grijpt.
En dan krijgt het een publiek niet alleen een scoop maar waarschijnlijk ook een wereldpremière. In de archieven van een bibliotheek in New York werd recent een onbekend stuk van Chopin ontdekt. Deze ‘Valse’ is een kolfje naar de hand van Lester Van Loock. Hij is niet alleen een uitmuntend pianist, maar maakt zich ook verdienstelijk als componist. ‘Nocturne’ schreef hij ter nagedachtenis van een goede vriend. Nocturne – een muziekstuk dat het beeld van de nacht oproept- hier de eeuwige rust. Er zit tristesse in, de noten dragen verdriet en pijn maar ook levensvreugde, de herinnering aan de vele fijne momenten.
Als sluitstuk ‘Gaspard de la nuit’ van Maurice Ravel. Een meesterlijk werkstuk. De componist zoekt de technische grenzen op en diept ze uit. Lester van Loock zet met brio een van de moeilijkste partijen voor solo piano neer. Een werk van ongekende mogelijkheden en ongemene schoonheid. Een collectie van gedichten van de Franse romanticus Aloysius Bertrand inspireerden Ravel. Hij haalt drie bovennatuurlijke wezens uit de gedichten: de waternimf Ondine, de dubbelzinnige en verontrustende beul uit de Gibet en eindigend met Scarbo, een kleine en duivelse kobold. In het eerste deel begeleidt de watergeest Ondine een sterveling. De muziek is heel vloeibaar, van begin tot eind hoor je stroompjes, druppels. In deel twee een man die aan de galg hangt en klokken die eindeloos blijven weerklinken. Je zit op het puntje van je stoel om toch niets te missen van zijn virtuoze vingerspel. Zijn mooie elegante handen met de lange soepele vingers. Lester Van Loock weet het publiek telkens te begeesteren.
Dit concert eindigde met een daverend en langdurig applaus voor beide performers. Het publiek kreeg nog een toemaatje het lichtvoetige ‘Pianoman’ van Billy Joel, Lester Van Loock toverde naast zijn pianospel nog een mondharmonica tevoorschijn en zong in duet met Lissa. De intensiteit waarmee muziek gemaakt wordt in BelLISSAma is telkens hartverwarmend.