Toen Mozart (1756-1791) een jaar of 12 was of zelfs nog wat jonger schreef hij een pas teruggevonden serenade. Hij was al een ervaren componist en schudde het ene werk na het andere uit zijn mouw. Eén van die jongere werken lag al vele jaren stof te vergaren in de muziekbibliotheek te Leipzig (Städtischen Bibliotheken Leipzig). Een verzameling van ene Carl Ferdinand Beckers ligt daar mooi bewaard. Daar zat het onbekende, straks bekende, werkje ‘Serenate ex C’, dat intussen de betere benaming ‘Ganz kleine Nachtmusik’ kreeg, tussen de andere partituren.
De compositie werd ontdekt bij het samenstellen van een nieuwe editie van de Köchel-catalogus (Köchelverzeichnis), het naslagwerk over de werken van de componist waar elke compositie zo chronologisch mogelijk genummerd is. De nieuwe editie wordt samengesteld door de Internationalen Stiftung Mozarteum in Salzburg, beter bekend als ‘het Mozarteum’.
De twaalf minuten kennen zeven miniatuurbewegingen, de eerste een mars, voor strijktrio. Er zijn duidelijke overeenkomsten met ander werk van Mozart uit die jaren. Uiterlijke kenmerken, zoals de naam van de componist op de bladmuziek, bewijzen volgens onderzoeker Ulrich Leisinger dat het om een vroeg werk van de jonge ‘Amadée’ gaat. “We zijn ervan overtuigd dat we een onbekend en charmant werk van de jonge Mozart kunnen voorleggen”, verduidelijkt de musicoloog en het hoofd van de onderzoeksafdeling van het Mozarteum.
Hoe origineel de naam is die op de partituur staat, kan nog twijfel veroorzaken omdat het gaat om een kopie uit vermoedelijk 1780 en niet het origineel manuscript door Mozart geschreven en ondertekend. De handtekening van Mozart ontbreekt. De mededeling neemt echter alle twijfels weg met deze toevoeging: “Het manuscript bestaat uit donkerbruine inkt op middelwit handgeschept papier en de delen zijn individueel gebonden. Köchels catalogus beschrijft het stuk als bewaard in één enkele bron, waarin de toeschrijving van de auteur suggereert dat het werk geschreven is vóór Mozarts eerste reis naar Italië.”
De muziekbibliotheek van de stedelijke bibliotheek van Leipzig is een van de grootste openbare muziekbibliotheken in Duitsland. De uitgebreide collectie waardevolle oude voorwerpen en zeldzaamheden getuigt van de traditie van Leipzig als muziekstad. De muziekbibliotheek vervult haar taak als openbare bibliotheek door het aanbieden van muziekmedia in alle relevante mediavormen en een uitgebreide collectie bladmuziek voor onderwijs, vrije tijd en particuliere muziekbelangen.
De Musikbibliothek Peters en de Sammlung Carl Ferdinand Becker zijn uniek. Sinds 2018 is het digitaal beschikbaar. Wetenschappers en muziekliefhebbers wereldwijd hebben toegang tot de unieke schatten van deze collectie.
21 september 2024 werd het werk uitgevoerd in de opera van Leipzig. De ‘hernieuwde’ wereldpremière vond plaats in beperkte kring in Salzburg tijdens de voorstelling van de vernieuwde Köchelverzeichni. Het werk kreeg het nummer KV 648. Vervelend hieraan is dat je zou vermoeden dat het een zeer laat werk van Mozart is gezien het hoge nummer. Tot daar aan toe. Jammer dat Leipzig niet om de hoek is, anders konden we, samen met alle inwoners van Leipzig, gratis gaan luisteren naar het werk, uitgevoerd door Vincent Geer en David Geer (violisten) en Elisabeth Zimmermann (cello).