In de thematiek van duivelse verleiding en bevrijding programmeerde het Klarafestival in samenwerking met de Muntschouwbrug een in verschillende opzichten aparte productie van Stravinsky’s The Rake’s Progress. In al haar eenvoud en originaliteit was ze overweldigend en meeslepend. Barbara Hannigan heeft haar debuut als operadirigente niet gemist, en de jonge zangers maakten de minimale regie tot een festijn.
De regie is dan wel minimaal, maar er zijn wel een aantal rijen van de parterre voor uitgebroken. Het orkest zit immers op het podium en de speelscène wordt met een vierkant stuk uitgebreid in de zaal. Op die speelscène staat een grote, grijze houten kist, die vooral de nieuwsgierigheid prikkelt. Hoe zal daar mee, in, rond gespeeld worden? Het ziet ernaar uit alsof ze het zicht op het orkest erachter belemmert. Barbara Hannigan herself lost het al gauw op als ze opkomt: ze spuit wat (pseudo)-insecticide of zo rond de kieren (ontsmetting kan nuttig zijn?), en de wanden van de kist vallen open tot een bespeelbaar oppervlak. Dan zet ze zich voor haar orkest en met een ontzettende dynamiek barst de korte prelude van Stravinsky’s opera los. De zangers zitten langs de rand van de box. Enkel Tom Rakewell zit eenzaam en mijmerend in het midden. De toon is gezet, de aandacht getrokken, het verhaal kan beginnen.
The Rake’s Progress van Igor Stravinsky is het bizarre verhaal van Tom Rakewell: een jonge man die verloofd is met een lief en eenvoudig meisje van het platteland. Haar vader wil eerst de garantie dat hij zijn dochter niet aan een nietsnut geeft. Tom neemt het leven langs de gemakkelijke kant, maar wil toch de wereld aan zijn voeten hebben. Hij laat zich inpalmen door een bedrieglijk figuur, Nick Shadow: een soort Mefisto die hem op een jaar tijd vernietigt. Na de verleidingen van het perverse stadsleven en een gearrangeerd en mislukt huwelijk met een dame met een baard, Baba the Turk, eist Nick Shadow rekenschap. Tom geeft zich nog niet gewonnen en wint het kaartspel dat over zijn leven beschikt. Shadow maakt zich daarop meester van zijn verstand. Tom wordt waanzinnig en brengt zijn dagen door in een gekkenhuis, waar Anne hem een laatste keer komt bezoeken.
Simpel maar efficiënt
Behalve Tom Rakewell, in een witte broek en hemd waar naargelang de scène een nette gilet of jasje over aan getrokken wordt, is iedereen in het zwart gekleed, met wijde losse broekrokken. De kledij doet wat Victoriaans aan of lijkt op een gestileerde moderne versie van de Hogarth-tekeningen waarop Stravinsky zijn opera baseerde. De omkleding gebeurt gewoonweg op de scène. Zo zie je bijvoorbeeld Baba The Turk haar baard en sierlijke hoofddeksel aantrekken. De rekwisieten liggen klaar in zwarte open kastjes aan de rand van de speelscène, allemaal heel efficiënt. Zo simpel kan toneelspelen zijn – en toch wordt het publiek in de ban gehouden, scène na scène.
De regie zit vol verrassende vondsten die nooit als te vergezocht overkomen. Een opvallende constante is de zware ketting waar Nick Shadow de hele voorstelling aan vasthangt. Als een Cerberus uit de onderwereld, waar hij uiteindelijk ook Rakewell naartoe sleept. Aan zijn boosaardige bedoelingen en het subtiele spel om Rakewell in zijn macht te houden, kan hij zelf niet ontsnappen. Voor de scène met de hoertjes of die van de veiling van de bezittingen van Baba The Turk wordt heel wat overgelaten aan de verbeelding van de toeschouwer, maar de jonge zangers zijn zo expliciet acterend dat het dankzij hun sprekende gestiek en vocale expressie zeker geen tekort is in de voorstelling. De scène met de broodmachine is een grappige truc met drie spelers en inderdaad een paar stenen die brood worden. Ook de belichting doet af en toe wonderen. Een ontegensprekelijk fantastische prestatie van de Zweedse regisseur en lichtdesigner Linus Fellbom.
Eerste exploot
Van de zangers is het engagement bijna tastbaar. Barbara Hannigan kan terecht fier zijn op haar initiatief van dit “mentorprogramma” genaamd Equilibrium, waarbij jonge zangers die op de rand van het professionele staan een kans krijgen. De zangpartijen zoeken nochtans geregeld de grens van dissonantie op en neigen naar ritmisch spreekgezang. De dirigent staat bovendien achter hen en kan dus niet veel ondersteunen! Elgan Llŷr Thomas is een uitstekende Tom Rakewell, die met stevige en soepele tenor tegelijk ontwapenend en krachtig zijn ondergang tegemoet gaat. Anne Trulove is een bijna feministische Aphrodite Patoulidou, die haar tragische liefde met realiteitszin ervaart maar ook ontroerend is. Een sterke stem die een pianissimo mooi kan aanhouden, maar in de felle passages wel geregeld een te sterk vibrato heeft. Nick Shadow (Yannis François) speelt alsof hij een geboren gluiperd is en elk van zijn optredens beheerst hij meesterlijk de scène. Hij werd wel aangekondigd als geplaagd door bronchitis, en je hoorde dat hij bij momenten zijn stem duidelijk spaarde. Of moest sparen. Jammer, want zelfs zo werd je overtuigd van zijn potentieel. Gelukkig heeft hij het einde van de voorstelling gehaald. Ook de andere partijen verdienen stuk voor stuk appreciatie. Uiteraard vermelden we het knappe aandeel van het Vlaams Radio Koor, ingestudeerd door Bart Van Reyn. Het werd op een geestige manier in de actie betrokken.
Barbara Hannigan is als dirigente niet aan haar proefstuk – zie de recensie op Klassiek Centraal van de cd Barbara got rhythm. Dit is wel haar eerste exploot als operadirigente. Ze was met het LUDWIG Orchestra goed op dreef en vooral in de sterk ritmische passages – en die zijn er nogal wat in deze opera – op haar best. Misschien was dit voor haar dan ook een ideale keuze om als dirigente haar operadebuut te maken. De spanning zat er zeker in. De blazers (fagot, trompet) zorgden voor de opvallendste passages. In de meer lyrische momenten misten we een beetje detaillering en fijnzinnigheid van de strijkers. De recitatiefinbreng van de fijn getimbreerde klaveciniste was opvallend geslaagd.
Ik durf best beweren dat deze voorstelling zeker tot de hoogtepunten van het Klarafestival zal behoren. Aangezien Klara de tweede uitvoering (van 26 maart) live uitzendt, zit een heruitzending op een latere datum er misschien wel in? Het zou zeker de moeite zijn.
- WAT: The Rake’s Progress | Igor Stravinsky (1882-1971)
- REGIE: Linus Fellbom
- STEMMEN: Aphrodite Patoulidou, Elgan Llŷr Thomas, Yannis François, Fleur Barron, Antoin Herrera-Lopez Kessel, James Way
- MUZIEK: Ludwig Orchestra o.l.v. Barbara Hannigan, Vlaams Radio Koor o.l.v. Bart Van Reyn
- WAAR: De Munt, Brussel
- WANNEER: maandag 25 maart 2019
- ORGANISATIE: Klarafestival 2019
- FOTO: © Mats Bäcker