Onze website is vernieuwd, geef zelf je evenementen in. Heb je een fout gezien. Mail ons!

Klassiek Centraal

Doornen die prikken in de ziel

Zoals alle opera’s van Leoš Janáček is ook Jenůfa een opera die door merg en been gaat. Met de zangers/acteurs die De Nationale Opera ons presenteert, werkt dat superheftig, ook al is de eigenlijke “couleur locale” waarin Janáček zijn opera situeert wel afgezwakt. Dirigent Tomáš Netopil compenseert met zijn uiterst scherpe aanvoelen van Janáčeks stijl.

Jenůfa is het verhaal van een jonge vrouw op het Moravische platteland, die ongehuwd zwanger is van haar geliefde Števa. In de bekrompen landelijke gemeenschap is dit ongeoorloofd en haar pleegmoeder – de kosteres –  verbergt Jenůfa tot ze bevallen is. Ondertussen laat Števa niets meer van zich horen en verlooft zich met de dochter van de burgemeester. Laca bezoekt de kosteres en schrikt van het nieuws dat Jenůfa een kindje heeft. De kosteres beslist het kind te doden en verdrinkt het in het ijzige meer terwijl Jenůfa in diepe slaap is nadat ze haar een slaapmiddel gaf. Laca is bereid de realiteit te aanvaarden en vergevensgezind als hij is, wil hij nog steeds met Jenůfa trouwen. Het huwelijksfeest van Jenůfa en Laca wordt tragisch ontsierd door de ontdekking van het kinderlijkje in het ontdooide meer. De kosteres wordt gearresteerd.

Aanvaardbare modernisering

Een ijzingwekkend verhaal dat regisseur Katie Mitchell verplaatst van een oud landelijk dorp naar een kleine industriële fabriekshal met kantoor, waar zowel Jenůfa als de kosteres secretariaatswerk doen. Het is een min of meer aanvaardbare “modernisering”, want de sfeer tussen de personages blijft burgerlijk bekrompen, maar toch mist de opera daardoor iets van de strenge en besloten sfeer van een landelijke gemeenschap. Gelukkig zijn de drie vrouwen, Jenůfa (Anette Dasch), kosteres (Evelyn Herlitzius) en de oude grootmoeder (Hanna Schwarz) zeer karaktersterke actrices, zodat enerzijds de autoritaire verhouding tussen de grootmoeder en de rest van de familie en vooral het hardvochtige optreden van de kosteres nog goed uit de verf komen. Het decor is in het eerste bedrijf zodanig opgebouwd dat er zowel ruimte is voor de confrontatie met de vrouwen “op kantoor” als voor de scène met de dorpsbewoners in de “kantine” van het gebouw. Een opvallende kleine ruimte komt in elk decor van de drie bedrijven terug: een wc. Aan het begin van de opera komt Jenůfa er braken – een teken van haar zwangerschap. Maar de herhaling van het gebruik van het kleine kamertje in het vervolg van de opera doet dan weer wel wat gezocht en overbodig aan. “Alweer”, maak je de bedenking als toeschouwer, zelfs al besef je dat het ergens als “ontsnappingsruimte” dient. In het derde bedrijf is er een sobere woonruimte waar de gasten verwelkomd worden voor het huwelijk van Jenůfa met Laca. Ze doet wat “vintage” aan, en dat past perfect in de context van de regie.

IJzersterk tweede bedrijf

In het tweede bedrijf verblijven de kosteres en Jenůfa in een soort grote woonwagen, waarin een kruipruimte onder de gootsteen de schuilplaats is voor het pas geboren zoontje van Jenůfa, alsook een slaapplaats voor Jenůfa zelf. Een sombere en claustrofobische ruimte, die perfect evoceert dat de twee vrouwen er totaal op elkaar aangewezen zijn. De spanning van het opgesloten (en afgesloten) leven maakt het samenleven moeilijk en frustrerend. De kosteres wil Jenůfa behoeden voor een huwelijk zoals ze het zelf heeft doorstaan, en ontneemt zo Jenůfa het enige wat haar een beetje hoop en vreugde gaf: haar kindje. Jenůfa aanhoort de verwijten van haar pleegmoeder als “doornen die prikken in mijn ziel.” Een frase die wel het thema van de hele opera lijkt samen te vatten. Als ze hoort dat het kind dood is, aanvaardt Jenůfa in haar radeloosheid de genegenheid van Laca, die haar ook met geschonden gezicht nog graag ziet. De angst voor het noodlot slaat symbolisch toe als de gammele deur openwaait met een harde windstoot en de sneeuwvlokken binnen dwarrelen. Een bedrijf dat zowel in de visuele uitdrukking als door de sterke personenregie sterk aangrijpt.

Het passionele drama komt in de regie in het eerste bedrijf toch pas helemaal op het einde uit de verf, als Laca in de fysieke confrontatie met Jenůfa haar gezicht openhaalt. Vanaf dat moment neemt de regie de toeschouwer mee in de noodlottige loop van het verhaal, met het ijzersterke tweede bedrijf en de harde catharsis van het slot.

Overtuigende vertolkingen

Annette Dasch is een overtuigende Jenůfa: een mooie verschijning, die elke emotie van de jonge vrouw geloofwaardig uitbeeldt zonder overdrijving of ongepast pathos. Een heerlijke stem ook, fris en jong, aangepast aan de wisselende emoties. In het tweede bedrijf een pijnlijk slachtoffer van de verstikkende gemeenschap, terwijl ze in het derde bedrijf ze opnieuw de veerkracht vindt. Knap! Hanna Schwarz is de respect afdwingende oude grootmoeder: een vrouw die een status vertegenwoordigt en haar ontzag ook in de stem uitstraalt. Adembenemend is Evelyn Herlitzius, de kosteres die de heftigste emoties vocaal beheerst en haar dramatische stem met veel kracht uitbuit. Een fantastische prestatie. De twee mannelijke hoofdpersonages worden uitstekend vertolkt door Norman Reinhardt (Števa) en Pavel Černoch (Laca). Hoewel ze fysiek erg op elkaar lijken (allebei knappe jonge mannen) slagen ze er toch in hun totaal verschillende karakter in hun spel en stem te leggen.

En dan is er nog het schitterende werk van de Tsjechische dirigent Tomáš Netopil. De typische Janáček-toon heeft hij duidelijk in de vingers en in de ziel, en hij weet het naar het orkest (Nederlands Philharmonisch Orkest) over te brengen. Hij haalt de prachtige effecten van Janáčeks partituur uit het orkest: het bijna leidmotief van de xylofoon, de heerlijke passages in de zachte houtblazers en de tragische momenten met snerpende violen. Een knappe muzikale interpretatie met zowel plaats voor de volkse folkloristische koormelodieën, die hij trouwens op de pupiter stond mee te zingen, als de emotionele hoogtepunten. Een voorstelling die Janáček eer betoont als componist van harde maatschappelijke moraal en noodlottige liefde.


  • WAT: Leoš Janáček (1854-1928) | Jenůfa
  • REGIE: Katie Mitchell
  • STEMMEN: Stařenka Buryjovka, Hanna Schwarz, Pavel Černoch, Norman Reinhardt, Evelyn Herlitzius, Annette Dasch
  • ORKEST: Nederlands Philharmonisch Orkest, Koor van de Nationale Opera o.l.v. Tomáš Netopil
  • WAAR: De Nationale Opera, Amsterdam
  • WANNEER: zondag 14 oktober 2018 (nog tot en met 25 oktober …)
  • FOTORIGHT: Ruth Waltz ©

Details:

Titel:

  • Doornen die prikken in de ziel

Blijf op de hoogte

Elke donderdag sturen we een nieuwbrief met de meest recente berichten op onze website

– advertentie –

© 2025 klassiek-Centraal.be - Alle rechten voorbehouden.