Componist Louis Andriessen is donderdag op 82-jarige leeftijd overleden in een verzorgingstehuis in het Nederlandse Weesp. Hij was al geruime tijd ziek.
Louis Andriessen (Utrecht, °1939) wordt beschouwd als de toonaangevende componist van zijn generatie. Iconisch wegens zijn koppige openheid, wars van gemakzucht en hokjesgeest, en dit alles vervat in een oer-Hollandse uitstraling.
Hij is in de eerste plaats bekend om zijn uitgesproken opvattingen over de relatie tussen muziek en sociaal milieu. In het collectieve geheugen ligt de Aktie Notenkraker (1969). Andriessen en collega-kunstenaars verstoorden een uitvoering van het Concertgebouworkest onder leiding van Bernard Haitink. Zij vonden de toenmalige repertoirekeuze te elitair. Sindsdien had hij een moeizame verhouding met de bezetting van het traditionele symfonieorkest. Naast strikte beperking van het aantal strijkers voegde hij partijen uit alle hoeken en gaten van het instrumentenrijk toe: elektrische gitaar, basgitaar, hammondorgel, saxofoon, marimba en forse percussie zijn Andriessens handelsmerken geworden.
Een klassieker is De Staat, waarin de verhouding tussen muziek en politiek een centrale plaats inneemt. Dit werk betekende zijn internationale doorbraak. Hij kreeg in 1977 zowel de Matthijs Vermeulenprijs als de eerste prijs van het International Rostrum of Composers. Maar dat was nog niet genoeg. Verzet tegen de kleinburgerlijkheid van de vorige eeuw manifesteerde zich ook in zijn openheid naar andere niet-muzikale invloeden zoals Mondriaan (De Stijl) en Dante (La Commedia).
Verder heeft Andriessen een belangrijke rol gespeeld bij de import van de minimalistische stijl uit de Verenigde Staten. Uiteraard voegde hij daar een persoonlijke variant aan toe. Deze was minder gevoelig dan die van Steve Reich en Terry Riley – Andriessen serveerde een genereuze schep Hollandse directheid. Hiermee heeft hij veel controverses over zich afgeroepen. Na de Amerikaanse première van De Materie in 2004 verweten Angelsaksische critici hem de elegantie van de Amerikaanse minimalisten te willen wegdrammen. Anderen voelden zich daarentegen weer bij de keel gegrepen.
Open geest
Andriessen groeide op in Utrecht en kreeg muziek met de paplepel binnen. Vader Hendrik, broer Jurriaan en oom Wim componeerden, de zussen speelden piano en fluit. Maar zijn compositorische fundering vond hij bij Kees van Baaren (Den Haag) en Luciano Berio (Milaan). Die basis voerde hem naar klassieke inspiratiebronnen als Stravinsky (ritme) en Johann Sebastian Bach (precisie). Voor Andriessen was het vervolgens maar een kleine stap om zich open te stellen voor Count Basie, Charlie Parker, Motown en Chaka Kahn.
Zijn laatste compositie May, naar het gedicht Mei van Herman Gorter, ging in december vorig jaar in première. In maart van dit jaar verscheen zijn liedcyclus The Only One op cd, een synthese van Andriessens compositorisch parcours. Het rebelse deelt hij met de Vlaamse dichteres Delphine Lecompte, muzikaal en theatraal stuntwerk met de sopraan Nora Fischer, reflectie en bespiegeling houdt hij voor zichzelf, zij het voorzichtig. Ook dat werk is vernieuwend en daarin consistent.
Eind 2019 werd bekend dat hij leed aan de ziekte van Alzheimer. Toch zat hij elke dag achter de piano om te improviseren. Daarmee onderstreepte Louis Andriessen dat hij ‘the only one’ is en dat ook zal blijven.