Ignace Bossuyt heeft al veel geschreven over muziek en zeker over barokmuziek. Maar wat hij nu voor mekaar heeft gekregen, overtreft toch wat hij eerder over Bach en anderen pleegde. Bach is in dit boekwerk wel vertegenwoordigd, maar eerder als referentiepunt. Al de rest gaat over voorlopers en tijdgenoten én de complete Duitse barokmuziek, want daar is nog veel te vinden dat we ternauwernood kennen. Het is De onvermoede schatkamer van de Duitse barokmuziek, zegt ons de titel en leert ons het boek.
De professor emeritus aan de KU Leuven dwaalt het hele Duitse landschap af van 1650 tot 1700 en vindt er in tientallen steden tal van vermeldenswaardige componisten. Hij start in 1650 in Dresden, vindt er Schütz en komt vijftig jaar later aan in Bachs Leipzig. Honderd jaar ligt er tussen beider geboortejaar. Wat een wonderbaarlijke muzikale reis. En Bossuyt blijft Bossuyt: welke componist hij ook ontmoet, hij doorgrondt hem diepgaand, zij het met maar één representatief werk. Meestal gaat het daarbij om een onbekend werk en meestal van een heleboel minder bekende componisten. Verwacht je niet aan een encyclopedie noch aan een cursus. Grondig is het commentaar wel. Je moet meer dan doorsnee muzikale interesse hebben om alles in detail te kunnen volgen. Bij elk van de besproken werken staan partituren en teksten (mét vertaling!), want er is zowel instrumentaal als vocaal werk bij.
Ándere meesterwerken
Misschien het belangrijkste van het boek is dat het jouw standaardrepertoire van de barokmuziek zal uitbreiden met vele ontdekkingen. Niet nog méér “meesterwerken”, ook niet “kleine” meesterwerken, maar ándere, die buiten de canon vallen. En die andere Leuvense musicoloog, Pieter Bergé, schrijft in zijn voorwoord van het boek dat het Bossuyt “uiteindelijk daarom te doen is: de verrijking van de luisteraar.” Die luisteraar kan dat stante pede doen, want een QR-code aan het begin van bijna elk werk leidt hem onmiddellijk naar de geselecteerde muziekfragmenten. Een voorbeeld? Al gehoord van Andreas Christopher Clamer (1633-1701)? Nauwelijks bekend, een Salzburger, leidde er de koorknapen van de Dom en publiceerde in 1682 zijn enige bundel instrumentale muziek. Bossuyt pikt er als bijzonder voorbeeld zijn eerste Suite uit, en – hoe kan ik het anders noemen – geeft les musicologie.
Tekst en uitleg ten overvloede: over de cadensen, over suites, over hun dansdelen en hun namen, over tempi en tonaliteit, kortom grondig, zoals je dat van een professor emeritus kan verwachten. Maar vergis je niet, hij is je beste gids bij de ontginning van een schier onbekende barokwereld. En er zijn naast Clamer nog 49 anderen waarvan hij, na een goed gedocumenteerde biografie, één compositie behandelt. Van Scheidt, Froberger, von Biber, Pachelbel heb je al wel gehoord, maar hij kiest dan weer composities van hen uit die voor jou ontdekkingen zullen zijn. Zoals bij Johann Georg Conradi, ooit directeur van het Hamburgs operahuis. Eén opera is er van hem bewaard, Die schöne und getreue Ariadne, met “een grandioze soloscène van negen minuten”, een favoriet van de auteur die twintig pagina’s aan hem wijdt. Terecht, want als je de QR-code gebruikt en naar de stem van de Canadese sopraan Karina Gauvin luistert, ben je verkocht. Het is een opname uit 2004 met het Boston Early Music Festival Orchestra and Chorus onder leiding van Paul O’Dette.
Grootmeester Johann Sebastiani
Bach zelf is niet helemaal afwezig in het boek. Nee, hij verwijst heel vaak naar de grootmeester als hij een werk tegenkomt waarin hij verwantschap of zelfs gelijkenissen vindt in behandeling of tekstinterpretatie. Overigens is er ook een hoofdstukje over een neef van Bach, Johan Christoph, en over nog een ander familielid, Johann Michael Bach, en hij ‘recenseert’ van hem het koraal Herr, wenn ich nur dich habe. In het boek is er zelfs een componist opgenomen die Johann Sebastiani (sic) heet. En ook hij schreef een Mattheuspassie die Bossuyt uitvoerig ontleedt. De chronologie en de geografische reis door de Duitse barok eindigt bij Johann Kuhnau, Bachs voorloper als cantor van de Thomaskerk in Leipzig.
Een lijvig boek is het geworden met achteraan nog een pak extra informatie. Niet enkel kan je nog meer lering halen uit het notenapparaat, de bibliografie en de index met namen en plaatsen. Er is ook een lange lijst met luistervoorbeelden op YouTube in het boek opgenomen. Voor wie toch meer interesse heeft voor Bach zelf, is er een index met geciteerde werken van hem. Daarna volgt nog een discografie en de verwijzing naar de website IMSLP.org, voor het consulteren van partituren: “een ware goudmijn met zowel originele drukken als handschriften als moderne uitgaven. Een uitgebreide uitleg over de gebruikte terminologie kan niet ontbreken bij een auteur die eerder al het leerzame boek Van noten en tonen. Wegwijs in muzikale begrippen schreef. Laat je dus ongegeneerd leiden op die onbegane barokke paden door deze eminente kenner, en verruim je eigen muzikale kennis met minstens een paar werken uit die “onvermoede schatkamer”.
- WAT: De onvermoede schatkamer van de Duitse Barokmuziek. Van Schütz tot Bach (1650-1700)
- WIE: Ignace Bossuyt
- UITGAVE: Sterck & De Vreese, Gorredijk, 2021, 432 p.
- BOEKVOORSTELLING: online streaming door het Concertgebouw Brugge op 6 juni 2021 om 11u door Ignace Bossuyt (spreker) en Korneel Bernolet (klavecimbel). Lees hier het programma en hoe je kan deelnemen.