Voor haar vijfde cd met BIS koos Clare Hammond voor een uitdagend programma. Aan de hand van variatiereeksen schetst ze de diversiteit van het 20e en 21e-eeuwse klassieke muzieklandschap. Van Szymanowski’s romantische melodieën tot Coplands monolithische moderniteit, van Hindemiths tedere melancholie tot Lachenmanns verwarrende ambiguïteit… Dit uitgebalanceerd programma brengt Hammond met elegantie en bravoure.
Fantasierijk
Clare Hammond (°1985) studeerde aan Cambridge University waarna ze haar studies verderzette bij pianist Ronan O’Hora. In 2016 won ze de “Young Artist Award” van de Royal Philharmonic Society. Hammond maakte internationaal naam via concertreeksen en festivals zoals International Piano Series en Aldeburgh Festival. Ze speelde onder meer samen met het Royal Philharmonic Orchestra, BBC National Orchestra of Wales en het Swedish Chamber Orchestra.
Hammond heeft een “reputatie voor briljant fantasierijke concertprogramma’s” (BBC Music Magazine). Deze cd is hier een voorbeeld van; het biedt een frisse kijk op het genre en haar lange geschiedenis. In het cd-boekje geeft ze zelf volgende uitleg over de samenstelling: “Voor dit programma heb ik sets met variaties geselecteerd die de vorm op talloze creatieve en soms gewaagde manieren overstijgen. In hun scala aan emotie, van humor tot contemplatie, triomf tot schroeiend verdriet, laten deze variaties zien dat een componist niet hoeft te worden beperkt in expressie door de beperkingen van de vorm.”
Flexibele pluraliteit
Hammond opent de cd met een jeugdwerk van Karol Szymanowski (1882–1937): Variationen über ein polnisches Thema op.10 (1904). Het werk bestaat uit een lyrische inleiding, gevolgd door de voorstelling van het oorspronkelijke thema (O muzyce podhalańskiej, 1888) van Jan Klecyński gevolgd door 10 variaties. De romantische stijl van deze variaties is beïnvloed door de Russische groep Het Machtige Hoopje — in het bijzonder door Moessorgski’s pianosuite Schilderijen van een tentoonstelling (1874). Hammond vindt variatie VIII (1e variatie van track 4) zelf het meest opvallend aangezien het een dodenmars is. In de opname is duidelijk dat ze geëxperimenteerd heeft met de klankbalans van de verschillende muzikale lagen om de klokachtige resonanties tot hun recht te laten komen.
Het laatste werk op deze cd is van Sofia Goebaidoelina (°1931). Zij koos voor een populair barok genre: de snelle Spaanse dansvorm met roots in de 16e-eeuw. Ze schreef Chaconne (1963) als postuniversitair student aan de universiteit van Moskou in reactie op Marina Mdivan’s (aan wie het werk ook opgedragen is) “krachtige techniek voor het spelen van akkoorden” en “levendig temperament”. Typisch voor de chaconne is de korte herhalende baslijn met daarboven op de beweeglijke variaties. Deze chaconne is echter allesbehalve typisch. Het maakt wel gebruik van dit basisprincipe van de herhaalde bas (hier om de 8 maten) maar het conventionele danskarakter is volledig zoek. Het werk is bijzonder virtuoos, contrastrijk en dynamisch. Hammond ontfermt zich over dit imposante werk en brengt deze spectaculaire achtbaan aan emoties naar de voorgrond.
Het genre van de variatiereeks dat op het eerste gezicht beperkend lijkt, komt met deze cd in een nieuw daglicht te staan. Het idee dat variaties gefragmenteerd moeten zijn, is een ander cliché waarmee komaf gemaakt wordt. Daarnaast etaleert Hammond haar flexibele interpretatievermogen. De Britse krant The Observer noemde haar duidelijk niet voor niets een “stervertolker van hedendaagse muziek.”
- WIE: Clare Hammond
- WAT: Variations
- UITGAVEN: BIS Records 10352825
- FOTO’S: © Julie Kim
- BESTELLEN: JPC