Muziek werd de jonge componist Koben Sprengers (°1993) met de paplepel ingegeven. Met een koordirigent als vader kwam hij al snel in contact met klassieke muziek en kreeg hij zijn eerste pianolessen op 5-jarige leeftijd. Zijn nieuwsgierigheid binnen muziek bleek groot en Koben voegde op zijn 11e ook slagwerk, gitaar, basgitaar en contrabas toe aan het rijtje. Op 14-jarige leeftijd begon hij aan de kunsthumaniora van het Lemmensinstituut om een klassieke slagwerkopleiding te volgen. Na een universitaire opleiding Taal- & Letterkunde aan de KULeuven, studeerde Koben ook nog contrabas aan de jazzafdeling van het Lemmensinstituut. Met zijn contrabas schuimde Koben reeds tal van orkesten en ensembles af, zowel in de jazz als in klassieke genres.
Gedurende zijn verschillende opleidingen schreef Koben kleine muzikale ideeën en composities neer. Uiteindelijk besloot hij hier meer tijd in te steken en in 2017 werd zijn eerste compositie opgevoerd. Dit resulteerde in verscheidene compositieopdrachten waaronder Vreemd Fruit voor het Gentse koor 2de Adem, geleid door Maarten van Ingelgem. Koben neemt nu een nieuwe stap in zijn carrière als componist en brengt zijn debuutalbum Meditations for string Quartet op het Amerikaanse label Andelain/Yarlung Records uit.
Je debuutalbum draagt de titel Meditation for Strings. De titel verwijst naar de Engelse vertaling van Marcus Aurelius’ Ta eis heauton. Daarom val ik meteen met de deur in huis: wat trekt je zo aan tot Marcus Aurelius? Welk verhaal schuilt daarachter?
Naast muziek ben ik altijd geïnteresseerd geweest in literatuur en muziek. Ik studeerde Taal- en Letterkunde en was sterk aangetrokken tot de stoïcijnse school. Het is een filosofie die dicht bij de leefwereld van de mens ligt. Zowel op individueel als op maatschappelijk vlak. Het is bijna een vroege vorm van psychologie. Onlangs heb ik een vergelijkende studie gelezen tussen hedendaagse cognitieve gedragstherapie en de stoïcijnse school. Het legt ook een link met de oosterse filosofie en het boeddhistische gedachtegoed. Kortom de geschriften van onder meer stoïcijnse schrijvers hebben iets universeel.
Ik koos specifiek voor Marcus Aurelius omdat die teksten eigenlijk nooit voor publicatie bedoeld waren. Het zijn neergepende gedachten en opvattingen die hij in een soort van dagboek bundelde. Aurelius begon daarmee toen hij aan het front zat in de oorlog tegen de Germanen en hij geen toegang tot de wijsheden van zijn bibliotheek te Rome had. Dus Aurelius pende de belangrijkste lessen die hij voor zichzelf wilde bijhouden zodat hij op moeilijke momenten door de gedachten kon doorbladeren en zichzelf zo te herinneren aan zijn morele waarden.
Het resultaat is iets heel intiem. Geen traktaat of manifest maar een blik in iemands gedachtegang. Een gedachtegang die verder bouwt op die stoïcijnse filosofie.
Ik was de Nederlandse vertaling Persoonlijke notities nog eens aan het doorlezen en toen viel het me op hoe persoonlijk zijn stem is. De combinatie tussen intieme sfeer en de filosofische gedachten vond ik veel creatief potentieel hebben.
Tijdens het herlezen van deze publicatie, had je toen al passages waarmee je absoluut iets wou doen? Of ben je achteraf teksten beginnen zoeken die bij jouw visie pasten?
Als ik een boek lees, duid ik altijd passages aan die ik interessant vind. Zo kan ik er later makkelijk naar terugbladeren en die specifieke delen herlezen. Net zoals Marcus Aurelius neem ik dan een doorloop van de belangrijkste elementen. Dat heb ik ook met Persoonlijke notities gedaan.
Voor de tekst heb je samengewerkt met Denver Harrington om de teksten van Marcus Aurelius met het heden te verbinden.
Denver is een goede vriend van mij die ik leerde kennen toen ik in Warschau woonde. Hij is een Sci-Fi schrijver en ik heb een van zijn boeken geredigeerd. Op persoonlijk vlak klikte het ook meteen. We hebben beide soortgelijke ideeën over filosofie maar daarnaast ook complementaire kennis. We vullen elkaar aan.
Tijdens de lockdown had ik voor het eerst in mijn leven geen enkele project om aan te werken. Ik zeeën van tijd had en de toekomst uitzichtloos leek. In mijn nabije kringen van muzikanten en freelancers die zeer afhankelijk zijn van liveconcerten heerste er veel onzekerheid, angst en ook een zekere woede. Ik wou iets doen om die negativiteit rondom mij naar iets positief te transformeren.
Ik had al het idee om iets te doen met de teksten van Marcus Aurelius en om experimenten te maken tussen de traditionele klank van het strijkkwartet en hedendaagse elektronische muziek. Maanden lang heb ik in mijn studio muzikaal te experimenten. Terwijl had ik ook Denver gecontacteerd om te laten weten dat ik bezig was met een nieuw project. Ik vertelde hem over de toen nog losse flarden, en over de geselecteerde passages. Denver reageerde enthousiast en als grote fan van voice-overs in combinatie met muziek wouden we daar iets mee doen.
Dan hebben we over de rode lijn zitten denken. We hebben de fragmenten eerst gerangschikt per thema. Zoals het omarmen van de eigen sterfelijkheid, het loslaten van dingen buiten onze controle voor innerlijke rust te bekomen, ect. Denver kwam dan met het idee om de thema’s te rangschikken volgens The Hero’s Journey van Amerikaans antropoloog en historicus Joseph Campbell. In brede lijnen reflecteert Meditation for Strings deze structuur. Namelijk het hoofdpersonage begint in een idyllische situatie, uitgedaagd wordt door een gebeurtenis om die idyllische situatie te verlaten, gaat op queeste waar verschillende obstakels overwonnen moeten worden en ontmoet de protagonist een wijze mentor, uiteindelijk wordt de uitdaging overwonnen en keren we terug naar de idyllische beginsituatie maar met persoonlijke verrijking. Elk geselecteerde thema van Aurelius linkten we aan een stap uit dit The Hero’s Journey proces.
Terwijl ik verder werkte aan de muziek kwam ook de tekst tot stand. Maar ik vond dat er nog iets miste en zo kwamen we op het idee om een dialoog te creëren. De vrouwenstem die de wijsheden van Marcus Aurelius verkondigt en de mannenstem die de moderne mens is. De mannelijkste stem is hoe ik me voorstel hoe een hedendaags persoon zou reageren als die voor het eerst en zonder context met Aurelius’ ideeën geconfronteerd zou worden.
Wanneer de tekst klaar was, ben ik naar alle muzikale experimenten gaan kijken. Het was verbazingwekkend genoeg een makkelijke oefening om alles een plaats te geven. Alle puzzelstukjes vielen mooi in elkaar. Normaal is het wat sleutelen om alle stukjes in elkaar te laten passen maar hier ging het vanzelf.
De visie was duidelijk en alles viel op zijn plaats. Je schreef het werk tijdens de lockdown. Dit was niet het enige project waaraan je werkte. Je componeerde onder meer ook Lockdown music I voor fluit & piano en Lockdown music II voor Si mol klarinet & piano. Hoe maakte je de keuze om de Meditation als debuutalbum uit te brengen?
Nadat het werk af was, heb ik het een aantal keren door beluisterd. Van begin tot einde klopt het verhaal. Het was de eerste keer dat ik dacht van waarom niet. Ik dacht: “hier sta ik 100% achter en dit wil ik met de buitenwereld delen.” Plus ik ben grote voorstander van het album als totaalconcept. Niet enkel een compilatie van werken die je nog hebt liggen maar iets met een rode draad. Ik heb het idee dan even laten bezinken en dan ben ik ervoor gegaan.
Omdat het doorgecomponeerd is, is het als een reis die je doorheen het album beluistert. Op de cd wordt het vertolkt door het Ma’at Strijkkwartet. Had je al eerder met hun samengewerkt? Of heb jij hun benaderd?
Met het kwartet aan zich niet. Maar ik kende drie van de leden ervoor al. Griet Wiame, de aanvoerder van het kwartet, en ik hebben samen op het kunsthumaniora in Leuven gezeten. De tweede violist, Charlotte Verdoodt, zat op het hoger conservatorium in Leuven. Met de altvioliste Esther Coorevits heb ik jarenlang samengespeeld ik het Gents universitair orkest en al andere projecten mee samen gedaan. Ik kende hun dus al lang.
Ik wist dat zij heel ervaren waren om specifiek dit soort muziek te brengen. Ze zijn vertrouwd met muziek die buiten het traditionele kwartetrepertoire ligt. Dus muziek zoals Meditation die op de grens van klassieke muziek ligt waarbij strak met metronoom en click track gespeeld wordt, is iets waarvan ik vertrouwen had dat zij het konden vertolken. Daarnaast waren ze al vertrouwd met studio-opnames. Het spelen met microfoons en backing track is iets wat groeit met ervaring en andere skills vraagt dan wanneer je live een concert speelt.
Het project was dus meteen ook een kleine reünie.
Ja, ook de studio ingenieur, Stef Lenaerts, is iemand die ik reeds van vroeger kende. Hij zat samen met Griet en ik in het kunsthumaniora. Achteraf is hij dan meer in sound engineering en studio werk beland is.
Het productieproces was heel aangenaam. Het was echt tof. We hebben ook alles op één dag kunnen opnemen. Het was wel een intense dag.
We hebben die dag ook videomateriaal voor een mini documentaire over het productieproces verzameld. In de video leg ik kort uit wat het concept is en hoe het proces verliep. Het geeft ook een blik achter de schermen bij het opnameproces. Die beelden worden dan afgewisseld met fragmenten uit het album.
En ter ere van de album release is er op 11 december in BOZAR een release concert. Is dit iets was je van in het begin graag wou of was het een idee dat later groeide?
Ik ben altijd wel een fan van albumvoorstellingen geweest. Het maakt alles iets concreter. Je bent zo lang bezig met muziek schrijven, opnames maken, ect. Dat soms nogal ver van het echt muzikant zijn. Door het live te spelen rond het album is een soort van terugkeer naar de muziek. Ik kijk er enorm naar uit want ik ben veel bezig geweest met praktische zaken. Zoals mails sturen, social media campagnes en andere dingen die erbij horen. Maar om terug te keren het artistieke maken, gaat me deugd doen.
Kijk je ook uit naar de reactie van het publiek? Want nu luistert men thuis naar jouw muziek.
Ik kijk enorm uit naar de interactie met het publiek. Wanneer je opneemt, zet de muziek de sfeer. Maar als daar publiek bijzit, zijn zij voor een groot deel afhankelijk voor de sfeer in de zaal. Ze beseffen dat misschien niet altijd omdat ze naar het podium kijken maar uiteindelijk zijn zij deel van het hele gebeuren. Als je speelt op andere locaties merk je dat elke voorstelling anders is door gewoon een ander publiek voor je te hebben. Dus naar die interactie en connectie kijk ik echt uit.
WIE: Ma’at Strijkkwartet (Griet Wiame, Charlotte Verdoodt, Esther Coorevits, Jolien Deley), Koben Sprengers [contrabas, synths & geluidseffecten], Dawn Foster [vrouwelijke stem], William Schmitt [mannelijke stem], Pieterjan Seynaeve [live mixer]
Tekst: Marcus Aurelius/Denver Harrington/Koben Sprengers
WAT: Meditations for String Quartet
UITGAVEN: Yarlung Records YAR84154
BESTELLEN: JPC
Release concert: 11 december 2022, BOZAR | tickets