Het orgelpunt van de vijf Amazing Haydn-concerten kwam van het bijna twintigkoppig Kurpfälzisches Kammerorchester Mannheim en dirigent Johannes Moesus, die als het ware kind aan huis is in Mechelen.
Het fameuze crescendo waarmee de Sinfonie in F, opus 2, nr.2 van Franz Xaver Richter inzette maakte het duidelijk: de opvolger van de ooit wereldvermaarde Mannheimer Hofkapelle, die zelfs de jonge Mozart van zijn sloffen blies, was te gast in de Mechelse Sint-Janskerk. De muziek die ze brachten verraste zelfs het trouwste publiek.
Zeg nu zelf, wie hoort elke dag Franz Xaver Richter, Antonio Rosetti, Johann Stamitz of Franz Ignaz Beck? En net die muziek maakt vrolijk en smaakt naar meer. Midden deze verrassende immersie, plots, als een “Aha-erlebnis”: het zo bekende Fluitconcerto KV.313 van Mozart. Dat was toevertrouwd aan de ranke handen van fluitist Pirmin Grehl, professor aan de muziekhogescholen Luzern en Karlsruhe en houder van een Diapason d’Or, die een erg speelse cadenza tevoorschijn toverde. De wisselwerking tussen de solist, dirigent Moesus, concertmeester Marie-Denise Heinen en het orkest was puik.
Zelfs de hekkensluiter van de cyclus, een Haydn, zoals betaamt, deelde in het onbekende. De driedelige Ouverture tot het ‘Festa teatrale’ “Acide e Galathea” deed spontaan naar het programmaboekje grijpen en leidde tot een dankbaar applaus, bloemen en de overhandiging van een stukje Mechelen in de vorm van een gedetailleerde pentekening door Alfons Sempels.