Onze website is vernieuwd, geef zelf je evenementen in. Heb je een fout gezien. Mail ons!

Klassiek Centraal

  • De negen ‘muses’ van harpist Remy va...

De negen ‘muses’ van harpist Remy van Kesteren

Harpist Remy van Kesteren lanceerde 25 augustus zijn nieuwe album ‘Muses’. Op het album laat hij zich inspireren door zijn favoriete bands en artiesten, zoals Aphex Twin, Sibelius, Kendrick Lamar, Bon Iver en Satie. Pop/elektro/rap/klassiek, noem het maar op, van Kesteren draait er zijn hand niet voor om: ‘Tegelijkertijd is het muzikaal ook een homogeen geheel, eigenlijk verschilt het niet veel van elkaar.’

De harpist komt in oktober met zijn bijzondere Reus 49 instrument naar België, op 4 oktober in de Roma te Antwerpen en 5 oktober in de AB Club te Brussel. Reden genoeg voor een interview!

Waarom heet het album ‘Muses’?
‘Het is een verwijzing naar de negen muzen uit de Griekse mythologie. Het zijn de muzen van inspiratie en ik had negen componisten die mij hebben geïnspireerd, dat leek mij een leuke verwijzing. Het is ook een knipoog naar het feit dat de band ‘Muse’ één van die muzen is.’

Negen muzen en zo ook negen componisten, hoe ben je op die selectie uitgekomen?
‘Het hadden er veel meer kunnen zijn. Een paar pasten qua sfeer niet helemaal, en dit vormde een mooi geheel. Het zijn de bands of de componisten die mij inspireren, waar ik graag naar luister. De meesten leven nog, en ik ga graag naar hun concerten. Ik vond het mooi dat het een breed palet is. Van klassieke werken zoals een Sibelius tot werken die vorig jaar zijn uitgekomen, bijvoorbeeld Crown van Kendrick Lamar. De andere kant van het spectrum, maar tegelijkertijd muzikaal ook een homogeen geheel, vind ik dan althans. Eigenlijk verschilt het niet veel van elkaar.’

Weten jouw muzen dat je dit hebt gemaakt?
‘Ik heb geprobeerd het ze te laten weten. Er zitten zoveel schillen van managements omheen, bijvoorbeeld bij een grote band als Radiohead, dat ik me zeer afvraag of het hen heeft bereikt, maar ik heb het in ieder geval opgestuurd. Het moet denk ik eerder zijn dat ze het toevallig zien of dat iemand ze erop wijst.’

Wat was je aanpak in het herschrijven?
‘Eigenlijk elke keer anders. Bijvoorbeeld in het geval van Perth van Bon Iver, een band die ik waanzinnig vind, neem ik het heel vrij. Hij heeft een herkenbare melodie en dat was het uitgangspunt voor een improvisatie.
Een andere keer bijvoorbeeld bij Radiohead vond ik het leuk om die muziek te analyseren. Zoals ik vroeger de klassieke muziek analyseerde en veel tijd doorbracht met precies doorgronden waarom Debussy, of in dit geval Sibelius of Satie, dingen schreven zoals ze schreven. Tegenwoordig vind ik mezelf steeds meer op plekken zoals popfestivals of ander soort podia, en raakte ik steeds meer nieuwsgierig naar popmuziek, om te zoeken wat erachter zat. Klassieke muziek is heel erg gebouwd op harmonieën, grote structuren en lange stukken. Als je met die bril naar andere muziek kijkt, lijkt het al snel beperkt. Maar in andere muziek gaat het juist over productie of over wat er precies allemaal klinkt. Zo’n ogenschijnlijk ‘simpel’ nummer van een paar minuten bestaat soms uit wel meer dan tweehonderd sporen aan verschillende soorten geluiden die samen de sound bepalen, het palet hoe je die muziek ervaart. Bij Radiohead hoor je bijvoorbeeld ineens dat er stemmen zijn opgenomen en achterstevoren zijn afgespeeld. Dat ging ik analyseren, en kijken of ik het kon vertalen naar mijn harp. Geluid op zo’n manier manipuleren dat er diepte in komt, dat het een zeggingskracht heeft, dat was de zoektocht.’

Een paar nummers uitgelicht:
Isolated System: ‘een track oorspronkelijk van Muse. Het is eigenlijk een verzoeknummer, ooit iemand had een keer gezegd dat zou heel mooi zijn op harp. En ik ben wel fan van Muse, ik vind het ongelofelijk wat voor geluid zij kunnen voortbrengen met z’n drieën. Het is niet de muziek die ik vaak op zet, maar hun live optredens hebben iets. Dit nummer is verhalend en beeldend, ik begreep het gelijk. Tegen het eind van het nummer is het vrij extreem in de elektronica en de beats, ik vond het leuk om op zo’n moment op de plaat de mensen even wakker te schudden, bijna iets wat het even overneemt en de harp naar de achtergrond dringt.’

Small Memory: ‘een nummer van John Hopkins, hij is een elektronische artiest, maar ook pianist. Het nummer is een kleine herinnering, de naam zegt het al, het is echt een soort gedachtegang. Mijn versie is een vrije timing op het origineel.’

Alberto Balsalm: ‘een nummer van Aphex Twin. Het is een elektronisch nummer, gebouwd op een beat met een beetje synths erbij. Het was voor mij een echte zoektocht. Aanvankelijk probeerde ik het alleen op harp te doen en het ritme los te laten, maar dan viel er voor mij teveel weg. Uiteindelijk heb ik met geluiden uit de harp, zoals klopjes en tikjes op de klankkast, een soort beat gemaakt.’

© Nick Helderman

Je bespeeld een bijzonder instrument: de Reus 49. Een pedaalharp met 49 snaren in plaats van de standaard 47 snaren. Wat zijn de mogelijkheden van de Reus 49 en hoe heb je die ingezet op dit album?
‘De Reus 49 is mijn droominstrument, hij is gebouwd door harpbouwer Salvi uit Italië. Het muziekinstrumentenfonds heeft de harp aangekocht voor mij en is ook betrokken geweest tijdens de ontwikkeling, die zo’n vier jaar heeft geduurd.
Het begon ooit met een naïeve vraag van mij aan de harpbouwer: ‘Zou je een harp kunnen maken met twee extra snaren?’ Ik wilde namelijk ooit het pianoconcert voor de linkerhand van Ravel spelen. Daar zit telkens een lage ‘a’ in en de harp houdt op bij de ‘c’. Dat bleek niet gemakkelijk, twee extra snaren betekent een paar honderd kilo extra trekkracht per snaar. Om dat te realiseren zou het hele instrument opnieuw moeten worden bedacht.
Salvi en het muziekinstrumentenfonds gingen de uitdaging met mij aan. De Reus 49 heeft een extra uitgebouwde klankkast die steviger is voor de spanning van 49 snaren, en het mechaniek moest worden aangepast. Ook heeft het instrument een demppedaal, waardoor ik met mijn knie de harp kan dempen. Daarnaast zit er een doorontwikkeld pick-up systeem op, per snaar is dat een elementje en die neemt direct het geluid op. Hierdoor kun je allerlei effecten toepassen zoals loopen, delays of galm. Bij een live optreden gebruik ik extra pedalen naast de harp, voor die effecten. Doordat de Reus 49 wat groter is en anders van bouw heeft de harp een hele eigen klank. Toen de harp er eenmaal was, was het een perfecte handschoen voor mij.’

Er staan ook twee klassieke werken op het album, heb je die ook herwerkt?
‘Bij de twee klassieke werken zijn het wel letterlijk de noten die er staan, ik heb hier en daar wat effecten subtiel toegepast. Als je luistert, hoor je op bepaalde momenten net wat meer galm, ik speel wat met de omgeving. In Satie zit er op momenten een echo in, het is echt mijn interpretatie. Ik denk dat je direct hoort dat ik het speel, dat is wat ik interessant vind. Sommige andere artiesten willen dat de uitvoerder zo anoniem mogelijk is, dat alleen de componist spreekt, maar dat is niet hoe ik muziek beleef. Ik ga naar iemand toe, een speler die ik bewonder. Ik wil diegene horen met zijn of haar interpretatie.
Dat vond ik dus ook grappig, als mensen het ‘covers’ noemen, zijn dan alle klassieke musici coverartiesten? In de klassieke muziek speelt dat helemaal niet, terwijl iedereen daar dezelfde muziek speelt, het gaat dan om de interpretatie. Ik gebruik inderdaad specifiek het woord herwerken, omdat het niet een op een hetzelfde is, een cover is vaak precies het nummer nadoen, maar dan met een andere zanger of iets dergelijks. Dit is natuurlijk instrumentale muziek, dat vraagt soms ook om heel iets anders. Het vertrekpunt is bekend en dan gaat het nummer een heel andere kant op, het voelen als een soort nieuwe stukken, maar wel heel duidelijk gebaseerd op die originele composities.’

Hoe was het om het album voor het eerst live te brengen?
‘Ik speelde vorige week het album voor het eerst live in de ADAM toren en dan zei ik niet altijd de titel van het werk erbij. Een Sibelius gaat dan ineens naadloos over in iets anders. Mensen hebben dan vaak niet door dat het klassiek is, ze zeggen me achteraf: ‘dat nummer vond ik mooi’, om dan tot te ontdekking te komen dat het van Sibelius was. Die genres dat zegt me allemaal niet zoveel, ik hou gewoon van muziek. Volgens mij denken de meeste mensen uiteindelijk zo, als ze het mooi vinden dan vinden ze het mooi. 
In oktober speel ik in België, in de Roma en de AB club, daar heb ik veel zin in. En in december in het Concertgebouw Amsterdam. Gister stond ik op Mysteryland, tussen alle DJ’s. Ik kan op al dat soort plekken opduiken, omdat mensen het moeilijk vinden een stempel erop te plakken, dat geeft me de ruimte om op een North Sea Jazz, een Mysteryland, een popfestival en in een klassieke zaal te spelen. Zo heb ik het eigenlijk het liefst.’

Hoe is het voor jou als harpist om in de studio te werken?
‘Er gaan allerlei keuzes aan vooraf, hoe je wil dat het klinkt. Als je in een concertzaal opneemt van een afstand dan klinkt het mooi rond. Ik hou wel van wat dichterbij, wat puurder. Dan krijg je iets meer vingergeluid, ik ben daar juist van gecharmeerd. Het versterkt het gevoel van heel dichtbij iemand communiceren, maar dan met muziek.
Het album is opgenomen in STMPD studios, grappig genoeg is dat ook de studio van Martin Garrix (die ook op Mysteryland staat). We werkten met een droomteam van goede engineers. Het begon als een experiment, ik had niet eens het idee om een album te maken. Zij waren geïnteresseerd in de harp en ik had wat ideeën die ik wilde uitproberen. Toen we eenmaal de sound hadden, vlogen de nummers eruit. Plots hadden we een album opgenomen. Dat was een atypisch proces, vaak heb je het van te voren helemaal af, alles ontstond nu heel intuïtief.’

Heb je harpisten die jou inspireren?
‘Zeker, in het verleden was dat altijd Isabelle Moretti, mijn heldin, zij is uiteindelijk mijn docent geworden. Het was mijn droom om met haar te studeren, toen dat lukte was dat heel bijzonder.
Ik hou ook zeker in de gaten waar alle harpisten mee bezig zijn, niet in de laatste plaats omdat ik een harpfestival organiseer in Utrecht (Dutch Harp Festival), wat volgend jaar weer plaatsvindt in April 2024. Daardoor moet ik goed op de radar hebben wat er gebeurt in de harpwereld. Gelukkig zitten daar allerlei inspirerende dingen bij.’

Kun je iets vertellen over het artwork van het album?
‘Ja zeker, de foto’s zijn van Sanja Marušić, zij is een Nederlands-Kroatisch fotograaf. Ik was al lange tijd gecharmeerd van haar werk. Toen ik haar benaderde paste het qua agenda’s en ze was enthousiast over de muziek. Ze heeft een prachtige kleurrijke stijl, het heeft iets surrealistisch. Ik wilde iets met vormen doen, iets met de driehoek-vorm die in de harp zit. Die vorm komt het opvallendst terug in de Delta harp, een lichte draagbare harp, die ik heb gebruikt voor de track Perth van Bon Iver.
Sanja Marušić stelde de provincie Flevoland voor als locatie. Daar is namelijk landscape art te vinden, allerlei velden waar kunstenaars de vrijheid hebben gekregen om er vormen in te maken of enorme kunstwerken. Ik heb Nederland weer van een nieuwe kant gezien!’

Wat was je laatste muzikale ontdekking?
‘Dat was Raye op Lowlands, een fascinerende artiest. Totaal niet perse mijn muziek en ook weer wel mijn muziek. Het was een wauw-performance, ze begon klein en intiem, bijna jazzy-achtig. Dat mondde uit in totaal iets anders, heel elektronisch. Later kwam ik erachter dat ze allemaal grote hits heeft, die kende ik helemaal niet. Er waren meer ontdekkingen op zo’n festival, dat is altijd het mooie, dat je dingen ziet en hoort waarvan je achterover slaat.’


Album release shows in België:

De Roma (Antwerpen): 4 oktober 2023
Ancienne Belgique (Brussel): 5 oktober 2023


Muses

Remy van Kesteren, harp

Label: Snowstar Records ⏐ EAN: 8720693686207
Bestellen: JPC – CDJPC – LP

Details:

Titel:

  • De negen ‘muses’ van harpist Remy van Kesteren

Blijf op de hoogte

Elke donderdag sturen we een nieuwbrief met de meest recente berichten op onze website

– advertentie –

© 2024 klassiek-Centraal.be - Alle rechten voorbehouden.