James Ensor, de beroemde Belgische kunstenaar, staat vooral bekend om zijn schilderijen en tekeningen die de grenzen van het surrealisme en expressionisme verkennen. Maar naast zijn baanbrekende werk in de beeldende kunst, was Ensor ook een begaafd componist, zij het een minder bekende.
Geboren in 1860 in Oostende, België, ontwikkelde James Ensor al op jonge leeftijd een interesse in muziek. Hij kreeg pianoles en toonde al snel een opmerkelijk talent voor het componeren van eigen muziekstukken. Hoewel hij nooit formeel werd opgeleid als componist, componeerde Ensor talloze werken gedurende zijn leven. Hij improviseerde aan de piano en andere musici, zoals Michel Brusselmans en Georges Vriamont, penden de noten voor hem neer en bewerkten ze voor andere instrumenten en/of bezettingen.
Ensor’s muziek vertoont vaak dezelfde experimentele en avant-gardistische kenmerken als zijn beeldende kunst. Zijn composities verkennen een scala aan stijlen en emoties, variërend van romantische lyriek tot duistere dissonantie. Zijn muziek weerspiegelt vaak zijn fascinatie voor het groteske en het absurdisme, dezelfde thema’s die zo prominent aanwezig zijn in zijn schilderijen. Ook Ensors vermogen om emotie en verbeelding te verweven in zowel beeldende kunst als muziek illustreert de diepte van zijn artistieke visie en zijn voortdurende zoektocht naar innovatie binnen verschillende artistieke disciplines.
Zijn zesdelige pantomimeballet La Gamme d’Amour is misschien wel zijn gekendste werk. Ensor voltooide het werk in 1911. Naast de muziek maakte hij ook de decors en kostuumontwerpen als gekleurde lithografieën. In 1917 werd het werk door de Oostendse muziekacademie uitgevoerd. Ondanks initiële mislukte pogingen om het ballet in Parijs op te voeren, vond uiteindelijk de première van de integrale uitvoering plaats in 1924 in de Koninklijke Vlaamse Opera in Antwerpen, dankzij de inzet van François Franck. Dit opmerkelijke werk werd ook opgevoerd tijdens een retrospectieve tentoonstelling van Ensor in Brussel in 1920 en in de Koninklijke Schouwburg van Oostende in 1932.
Naast deze pantomime schreef Ensor ook enkele pianowerken, versies voor fanfare of harp en zelfs symfonische werken. Al is er niet veel van zijn muziek bewaard gebleven. Mede omdat Ensor zelf zijn muziek niet kon neerschrijven maar ook omdat hij veel in het moment componeerde. Zijn improvisaties waren onderdeel van het entertainment om zijn gasten te vermaken. Enkel beschrijving van zijn gezelschap blijven van zijn “imponerende, hilarische en angstaanjagende improvisaties” bewaard.
Hoewel zijn muziek niet zo wijdverspreid bekend is als zijn schilderijen, blijft het een belangrijk onderdeel van zijn artistieke nalatenschap. Ensor de componist/musicus maakt een van de facetten van zijn artistieke persoonlijkheid uit. Zijn composities bieden een fascinerend inzicht in de creatieve geest van een van de meest invloedrijke kunstenaars van de late 19e en vroege 20e eeuw. Als componist blijft James Ensor een intrigerende en enigmatische figuur, wiens muziek ons uitnodigt om zijn artistieke universum verder te verkennen.