**** Na meer dan veertig jaar leven voor en door muziek is het me stilaan duidelijk geworden dat Gods muzikale voorkeuren zo mogelijks nog ondoorgrondelijker zijn dan Zijn wegen. Dit verklaart waarschijnlijk mede waarom muziek van Paul Hindemith vandaag zo weinig tot helemaal niet geprogrammeerd wordt. Een vergissing van jewelste! Twee nieuwe cd’s compenseren deze lacune. Eentje van Naxos en eentje van Hyperion. Meteen luisteren.
**** Na meer dan veertig jaar leven voor en door muziek is het me stilaan duidelijk geworden dat Gods muzikale voorkeuren zo mogelijks nog ondoorgrondelijker zijn dan Zijn wegen. Dit verklaart waarschijnlijk mede waarom muziek van Paul Hindemith vandaag zo weinig tot helemaal niet geprogrammeerd wordt. Een vergissing van jewelste! Twee nieuwe cd’s compenseren deze lacune. Eentje van Naxos en eentje van Hyperion. Meteen luisteren.
Als jongen leerde het Handboek van de muziekgeschiedenis/deel 4 van Marcel Boereboom en deel 4 van Muziek door de eeuwen van Kloppenburg mij dat Paul Hindemith (1895-1963) één van de belangrijkste componisten was van de 20ste eeuw. We schrijven begin-midden jaren ’70. De anderen waren trouwens, zo leerden die boeken mij ook, Schoenberg, Prokofjev, Stravinsky en Bartók. Hoewel ik niet luisterde en meteen greep naar Berio, Nono, Stockhausen en Kagel, was dat geen slechte instap om een gedegen basiskennis op te doen van de wonderbaarlijke evolutie van de muziek in de eerste helft van de 20ste eeuw. Ze zijn mij allen na aan het hart gebleven en Hindemith, die door Goebbels omschreven werd als een “atonaler Geräuschemacher“ (u moet weten dat Richard Strauss nog maar net zijn prachtlied ‘Das Bächlein’ opgedragen had aan diezelfde Goebbels…), kreeg een vooraanstaande plaats in mijn muzikaal onderbewustzijn. Dat ik nu zo’n twee mooie cd’s aan u mag voorstellen is voor mij dan ook een bijzondere ervaring.
De Seattle Symphony o.l.v. Gerard Schwarz (Naxos) en het BBC Scottish Symphony Orchestra o.l.v. Martin Brabbins (Hyperion), pakken nl. uit met vijf van Hindemiths topwerken. Tussen haakjes, Brabbins (°1959) was in 2009 gastdirigent bij DeFilharmonie en in 2011 nam hij met hen op hun eigen label, vier orkestwerken op van onze Wim Henderickx. Een bijkomende meerwaarde van de Naxos cd is dat voor de eerste keer het integraal ballet/danslegende ‘Nobilissima Visione’ uit 1938 is opgenomen naast de onbekende maar aangrijpende Vijf stukken voor Strijkorkest op. 44 nr.4 uit 1927. Hindemith componeerde die stukken als docent aan de Hochschule für Musik in Berlijn, met pedagogische doeleinden als onderdeel van zijn ‘Schulwerk für Instrumental-Zusammenspiel’. Met een reeks van krachtige, grotendeels radicale werken vestigde de jonge, Duitse Hindemith zich nl. begin jaren ‘20 als een toonaangevende componist van de Weimar Republik. In 1936 werd hij door choreograaf en danser Léonide Massine gevraagd samen te werken aan een ballet project met scènes uit het leven van Sint-Franciscus van Assisi. Het resultaat, ‘Nobilissima Visione’ (edelste Visioen), variaties voor orkest, was een lyrische, elegante compositie. Dit is de eerste opname van het volledig ballet, dus niet nog eens van de uit drie bewegingen bestaande Konzertsuite (Einleitung und Rondo, Marsch und Pastorale en Passacaglia) die Hindemith in 1938 samenstelde.
Internationaal erkend voor zijn ontroerende uitvoeringen, vernieuwende programmering en een uitgebreide catalogus van opnamen, is de Amerikaanse dirigent Gerard Schwarz (°1947) muzikaal directeur van het All-Star Orchestra, muziekdirecteur van het Eastern Music Festival in Noord-Carolina en Jack Benaroya dirigent laureaat van de Seattle Symphony. (Jack Benaroya (1921-2012) heeft zowat Seattle groot gemaakt op zijn eentje!). Schwarz’ aanzienlijke discografie van bijna 350 releases! tonen zijn samenwerking met enkele van de grootste orkesten ter wereld waaronder het Philadelphia Orchestra, het Tsjechisch Filharmonisch Orkest, de London Symphony, het Orchestre National de France, en uiteraard de Seattle Symphony, naast vele andere. In zijn bijna vijf decennia van gerespecteerd musicus en dirigent, heeft Schwarz tal van onderscheidingen gekregen waaronder 2 Emmy Awards, Grammy nominaties, ASCAP Awards, en America's Conductor of the Year (1994). Dat ze terecht gegeven zijn, wordt door deze nieuwe cd nog maar eens aangetoond.
Als Hindemith in 1938 op de tentoonstelling ‘Entartete Musik’, tijdens de Reichsmusiktagen in Düsseldorf (Richard Strauss dirigeerde op de opening zijn Festliches Präludium!), „Bannerträger des Verfalls“ werd genoemd, vertrok de volgens de nazi’s Versager (mislukkeling) Hindemith naar Zwitserland en vestigde zich daarna in de USA. Voor Hindemiths vroeg, agressief expressionisme, zijn neo klassieke, tonale maar toch niet diatonische Gebrauchsmusik in de geest van Hartlaubs Neue Sachlichkeit, zijn instabile Tritonus-Beziehung, zijn Motorik, zijn lineair intervallen systeem uit zijn ‘Unterweisung im Tonsatz’ en ‘Ludus Tonalis’ en zijn experiment met het Trautonium (soort synthesizer van toen) die alle op de meest uitgesproken wijze de verwarrende geest van de Weimar Republik politiek verklankten, was in de nieuwe cultuurpolitiek van het Reichsministerium für Volksaufklärung und Propaganda binnen de nooit eerder geziene, esthetische uitstraling van macht en kracht van het Derde Rijk, niet langer plaats. Trouwens, u hoefde geen nazi te zijn om niet te houden van Hindemiths muziek. De joodser dan joodse Arnold Schoenberg moest er ook niet van weten. Hij maakte van de naam Hindemith, het denigrerend ‘Hindamit’, weg er mee. Schoenberg was gene gemakkelijke, weet u…
Weber
Net als veel van zijn collega-kunstenaars, die vanwege hun afkomst, politieke overtuiging of geloof uit hun huis en uit hun functie werden verdreven, begon Hindemith zich in ballingschap te richten op de kenmerken en tradities van zijn muzikale voorgeschiedenis. Dit deed hij met name nadrukkelijk in zijn Symfonische Metamorfosen op Thema's van Carl Maria von Weber. Het idee voor het werk kwam ook van choreograaf Léonide Massine. Massine wilde echter vasthouden aan de muziek van Weber. Hindemiths vrije gedaantewisselingen van de thema's uit Webers vierhandige pianomuziek en zijn toneelmuziek bij Gozzi's fiaba teatrale ‘Turandot’ uit 1809 (jawel, ook basis voor Puccini maar Bertolt Brecht bewerkte dit laatste ook), waren te complex voor Massine en het plan werd afgeblazen. Maar Hindemiths op Weber gebaseerde compositie vormde uiteindelijk de eerste en derde beweging van een nieuw symfonisch werk dat in première gespeeld werd in New York in januari 1944. Vervolgens bracht George Balanchine de ‘Metamorfosen’ in november 1952 in een eigen choreografie met het New York City Ballet opnieuw op het podium.
In de eerste beweging van de Symfonische Metamorfosen, gebaseerd op het vierde van Webers ‘Acht Stücke’ voor piano vier handen, op. 60 (1818-1819) bracht Hindemith veel van de chinoiserie van Gozzi’s ‘Turandot’ aan. De muziek is schitterend met rijke orkestrale kleuren. Webers muziek voor “Turandot” vormde ook de basis voor het thema in het tweede deel. Die is te horen in de spookachtige glinstering van strijkers en slagwerk. Voor het Andantino gebruikte hij opnieuw een piano duo van Weber als basis, met name de ‘Sechs Stücke’, op. 10 (1809). Hier zijn de strijkers bijzonder gedienstig na de ondeugende, kleine melodie van het tweede deel. In de finale, een zegevierende mars, keert hij terug naar het begin (met nog een citaat uit Webers Stücke, op. 60). De muziek begint bedreigend maar al snel ruimt de macabere toon plaats voor een prachtig orkestrale klank. Hoewel verklanking van de complexe dialectiek van de jaren ‘20 en ‘30 is Hindemiths muziek zowel begrijpelijk als intellectueel, onderhoudend en letterlijk mooi. Evenwel dat laatste een oeverloze discussie blijft.
Matthias Grünewald
Op de Hyperion cd is ook de symfonie ‘Mathis der Maler’ opgenomen. Mathis der Maler is een opera in zeven tableaus die Hindemith in 1928 componeerde op een zelf geschreven libretto. De opera gaat over de schilder Matthias Grünewald (ca. 1470-1528) ten tijde van Duitse Reformatie en Boerenoorlog. Hindemith werd geïnspireerd door de schilderingen van het Isenheim altaar, nu in het Unterlinden-museum in Colmar. Op basis van muziek uit de gelijknamige opera, componeerde Hindemith in 1934 een symfonie bestaande uit drie bewegingen, het Engelkonzert (ouverture), de Grablegung (tussenspel voor het laatste tableau) en De verzoeking van de heilige Antonius als orkestreprise van Mathis' visioenen uit het zesde tableau van de opera. Het derde topwerk op deze cd is de Konzertmusik voor kopers en strijkers op. 50 uit 1930, gecomponeerd voor de 50ste verjaardag van Koussevitzky’s Boston Symphony Orchestra.
In Hindemiths muziek kwamen alle muzikale vragen en problemen van zijn tijd samen, getuige zijn opmerking over de moeilijke bestaansmogelijkheid van nieuwe muziek zoals opgenomen in de voorstellingstekst van het Label Hyperion „Ich bin der festen Überzeugung, daß in den nächsten Jahren ein schwerer Kampf um die neue Musik anheben wird, die Vorzeichen sind dazu da. Es wird sich erweisen müssen, ob unserer heutige Musik und darunter auch die meine fähig ist, weiterzubestehen. Ich glaube natürlich sicher daran, weiß aber ebenso gut, daß die Vorwürfe, die man der Mehrzahl der sogenannten modernen Musik macht, nur allzu berechtigt sind. Die Feinde der neuen Musik werden kein Mittel scheuen, gegen diese vorzugehen.“ De vijanden zijn niet meer, de twee nieuwe cd’s wel. Luistert u niet, dan bemoeilijkt u wel de bepaling van uw plaats, geef toe.