**** U zal als melomaan begrijpen dat de wereld van het Strijkkwartet mij bijzonder na aan het hart ligt. Het is mij dan ook een eer en een genoegen u te mogen wijzen op de beide Strijkkwartetten van de Hongaarse componist Zoltán Kodály (1882-1967). Dank zij het prestigieus Label Hyperion en het ‘Dante Quartet’ kunnen we ze ontdekken op die momenten waarop we de zon niet zien ondergaan omdat ze al weer eens niet heeft willen schijnen.
**** U zal als melomaan begrijpen dat de wereld van het Strijkkwartet mij bijzonder na aan het hart ligt. Het is mij dan ook een eer en een genoegen u te mogen wijzen op de beide Strijkkwartetten van de Hongaarse componist Zoltán Kodály (1882-1967). Dank zij het prestigieus Label Hyperion en het ‘Dante Quartet’ kunnen we ze ontdekken op die momenten waarop we de zon niet zien ondergaan omdat ze al weer eens niet heeft willen schijnen.
En neen, ik zal de naam van Kodály niet nog eens in verband brengen met deze van Bartók. Dat moest maar eens gedaan zijn want dat doet sterk afbreuk aan de intrinsieke waarde van Kodály’s magnifieke muziek, hoe belangrijk hun contact en samenwerking sedert 1905 ook was. Het was tijdens zijn verblijf in Parijs in 1907, toen hij een tijdje les kreeg van Widor en contact had met Claude Debussy (cfr. zijn pianocompositie ‘Meditation sur un motif de Claude Debussy’, uit het Strijkkwartet van Debussy nota bene), dat de jonge Kodály (hij zag er toen uit als een verwaaide, impressionistische schilder à la Van Gogh) in contact kwam met de meesterlijke Strijkkwartetten van Debussy en Ravel.
In navolging van deze componeerde hij tussen 1908-1909 zelf een 1ste Strijkkwartet. Tussen 1916 en 1918 zou hij daar, na het componeren van de indrukwekkende Sonate voor cello solo, op. 8 en zijn contact met de ‘Vasárnap Kör’, de intellectuele discussiegroep in Boedapest, nog een 2de aan toevoegen. Beide werden gecomponeerd voor het toen befaamd magyar kvartettje ‘Waldbauer-Kerpely’ Kwartet, dat de werken in Boedapest in 1910 (samen met Bartóks 1ste strijkkwartet) en in 1918 in première speelde. De leden waren de violisten Imre Waldbauer en János Temesváry, de altisten Antal Molnár (en van 1912 tot ‘23 Egon Kenton) en cellist Jenő Kerpely. Zij werden in 1935 ‘opgevolgd’ door het bij ons bekender ‘Hongaars Strijkkwartet’ rond violisten Sándor Végh en Zoltán Székely.
Imre Waldbauer
Violist Imre Waldbauer was een leerling van Jenő Hubay. Hij woonde tot 1945 in Hongarije, werkte als docent viool en altviool aan de Muziekacademie in Boedapest en richtte in 1910 met cellist Jenő Kerpely het Waldbauer-Kerpely Kwartet op, dat actief bleef tot 1945. Als vriend van Bela Bartók, Zoltán Kodály en Ernst von Dohnányi, speelde hij voor het eerst veel van hun composities voor viool en was met zijn kwartet een belangrijke uitvoerder van hun kamermuziek. In 1945 verhuisde hij naar de Verenigde Staten waar hij tot zijn dood aan de Universiteit van Iowa doceerde. Antal Molnár was altist maar was ook een belangrijke Hongaarse componist en musicoloog.
Hij studeerde van 1907 tot 1910 in Boedapest bij Victor von Herzfeld en werd altist van het Waldbauer Kwartet en het Dohnányi Hubay Pianokwartet. Hij werkte samen met Bela Bartók en Zoltán Kodály en tussen 1912-1919 was hij docent aan het Conservatorium van Boedapest. Hij behoorde tot de joods intellectuele kring van de filosoof György Lukács en de dichter, schrijver en criticus Bela Balázs (de librettist van Bartóks ‘Blauwbaard’ en van de bij ons totaal onbekende opera ‘Czinka Panna’ van Kodály). Door Kodály’s bemiddeling kreeg hij in 1919 een plaats van docent muziekgeschiedenis, esthetica, kamermuziek en muziektheorie aan de Franz Liszt Muziekacademie, een functie die hij bekleedde tot…1959!
Béla Vikár
Luister misschien eerst eens naar het mooi ingetogen ‘Lento assai, tranquillo’ uit het 1ste Strijkkwartet en vervolgens naar de eerder complexe, eerste beweging van dit kwartet waarin Kodály de betekenis van de woorden over de ondergaande zon, ‘Lement a nap a maga jarasan’ uit de bundel volksliederen van Béla Vikár verklankt.
Béla Vikár was een Hongaarse etnograaf en vertaler en docent aan de Hongaarse Academie van Wetenschappen. De 3de beweging Presto, is één en al dansant en de opvallende Finale brengt ons de vijf magnifieke variaties op het verrassend, innemend ‘Allegretto simplice’ thema. U ontdekt tevens het heel mooi en galant ‘Intermezzo’ uit 1905 en de innemend sierlijke, neoklassieke ‘Gavotte’ uit 1952. Twee bescheiden maar prachtige Hongaarse miniatuurtjes voor Strijkkwartet.
Slavisch Midden-Europese muzikale schriftuur
Het enigmatisch, dansant 2de Strijkkwartet doet ons wegdromen bij de sonore reflectie van de ‘kolomeïka’ en de ‘Verbunko’s’. Het vertwijfeld recitativo-parlando spel, het nuanceren tussen spirito en giocoso, het aarzelend, geaccentueerde van oude, volkse modaliteit en de formeel structurele overeenkomsten met grote werken als ‘Psalmus Hungaricus’ en zijn Te Deum, maken van dit 2de Strijkkwartet een bijzondere muzikale ervaring. Plaats het tussen de twee autobiografische strijkkwartetten van Smetana en van Janáček en u bekomt het summum van die bevreemdende, eigenzinnige, Slavisch Midden-Europese muzikale schriftuur. Schitterend!
Dante Quartet
De violisten Krysia Osostowicz en Giles Francis, de altiste Rachel Roberts en cellist Richard Jenkinson vormen vandaag samen het Engels ‘Dante Quartet’. Hoewel de ledenbezetting sedert 1995 nog al eens wijzigde, zijn hun concerten en hun opnamen, sedert het ensemble tussen 2007 en 2009 de prestigieuze Royal Philharmonic Award voor Kamermuziek, een Diapason d’Or en de BBC Music Magazine Award won, de sonore bevestiging van de rechtvaardiging van deze onderscheidingen. Dit is bv. jaarlijks te beluisteren tijdens het Dante Summer Festival in Tamar Valley/Cornwall waar ze in stemmige oude kerken en schuren, concerten spelen. Na hun schitterende opnamen van Strijkkwartetten van Franck, Sibelius, Fauré, Ravel, Debussy en Smetana, werd deze nieuwe cd begin februari van vorig jaar opgenomen in de akoestisch optimale studio/concertzaal ‘Potton Hall’ in het dorpje Dunwich in Suffolk, waar nog geen honderd mensen wonen… Niet te missen.