Onze website is vernieuwd, geef zelf je evenementen in. Heb je een fout gezien. Mail ons!
Bij het “Gone West” programma over de herdenking van de grote oorlog was er ook een reeks evenementen onder de titel “Stemmen en Plekken”. Eén van die plekken lag in Loppem : de priorijkerk van O.L.Vrouw van Bethanië. De stemmen waren die van Erwin Mortier, Lieve Blancquaert en van de zangers van het koor Currende.
Het was slothappening van dit literaire luik van die herdenking. Maar de de muziek maakte er minstens evenveel indruk als het woord. Het was de polyfone grondtoon van Currende die het geheel pakkend bij elkaar hield. En dat paste perfect in die priorijkerk van het Bethanië klooster: een neoromaanse architectuur met artdeco interieur. Het altaar staat er midden in de kerk, onder een marmeren baldakijn. Dat was voor de gelegenheid helemaal met een wit filigraandun gordijn omfloerst.
Binnenin reciteerde Erwin Mortier, op de buitenkant projecteerde Lieve Blancquaert haar foto’s. Bij een eerste thema gaat het over “geboorte”. Met als boodschap “Er is zoveel nodig om van een vrucht een mens te maken“. Nadien volgen ‘ouderdom en dood’ e.a. thema’s. Mortier leest: “De dag is klaar om los te laten”. Tussen die teksten brengt Currende zeven polyfone gezangen van o.a. Palestrina, Gesualdo, De Wert en Willaert waarvan de inhoud reflecteert op de besproken thema’s. Geen vertaling daarvan in een tekstboekje om het publiek mee te laten reflecteren. Jammer. Maar ook terwijl Mortier zijn poëtische teksten bracht en Blancqaert haar schrijnende verhalen las, bleef constant een polyfone grondtoon zinderen die de voorgelezen teksten nog indringender maakte. Dat maakte diepe indruk.
Currende dirigent Eric van Nevel: “Ik maakte een dissectie van korte melodische fragmenten uit de stukken die we zingen, ik heb ze als het ware uitgerafeld en nieuw gecomponeerd. Dat voeren we dan heel zachtjes uit – bijna repetitief- als een continue grondtoon, louter als soundscape, zonder aandacht te vragen.”
Ook Lieve Blancquaert vertelde van achter het beklede baldakijn. Over de ‘etalage van lijken’ die ze fotografeerde in Rwanda, over de moeder in een vluchtelingenkamp in Jordanië die haar zoon verloor. Mortier had het nog over augustus 1914. Met dat merkwaardige verhaal van die pastoor over de eerste slachtoffers van de oorlog. Hun lijken liet hij, uit een soort eerbetoon, rechtopstaand of zittend fotograferen. Vreemdwrede foto’s van dode Belgische soldaten. De gruwel van Gone West op het witte doorschijnende doek geprojecteerd. Na elk polyfoon lied door Currende, na elk literair hoofdstukje verschenen op het ragfijne gordijn Bijbelse oneliners. Over grote pijn en uitzinnig verdriet. “O gij allen die hier langs de weg komt, sta stil en ziet of er groter smart is dan de mijne“. En die smart klonk uit elke gezongen noot van het ensemble Currende.
Woordkunstenaar Mortier splitste zijn ingetogen publiek nog een kanjer van een afsluiter in de maag en “dankt voor het gif van de poëzie“. Het was een literair slotevenement waarbij polyfonie de dragende grondtoon voerde.