**** Het hoeven niet altijd Schubert, Mendelssohn of Brahms te zijn. Opnames van hun pianotrio’s zijn legio. Anders is het voor de onbekende jeugdwerken van George Enescu en Benjamin Britten, waarmee het multinationale Amatis Trio op zijn debuut-cd uitpakt. “Für diese Musik einen unverstellten, eigenen Weg der Interpretation zu finden ist eine inspirierende künstlerische Herausforderung. […] Diese Werke konnten wir frei und unvoreingenommen, ganz für uns entdecken.” En wij nu gelukkig ook met hen.
Eerst even terug naar vorig jaar. Naar een tijd waar we met veel nostalgie aan terugdenken. Toen een volle concertzaal nog geen aanslag op de volksgezondheid betekende. Op 12 april 2019 maakte het Amatis Trio zijn opwachting in de gestripte Brusselse Brigittinenkerk: een halte op de Europese tournee die door de European Concert Hall Organisation (ECHO) voor Rising Stars Lea Hausmann, Samuel Shepherd en Mengjie Han was uitgetekend. Het werd een even sfeervol als overweldigend hoorspel, dat maar liefst vier eeuwen muziekgeschiedenis overspande. De mysterieuze muzikale enscenering getiteld Moorlands (2018), een opdrachtwerk van de Zweedse componiste Andrea Tarrodi (°1981), staat nog steeds in het geheugen gegrift. Er volgde geen recensie – een concert zonder verplichtingen achteraf is eens zo genietbaar – maar wel woorden van lof en dank aan de muzikanten via Messenger. En de overtuiging dat dit een drietal is om goed in het oog en oor te houden. Hun debuut-cd die midden maart 2020 bij Avi-music en in coproductie met BR-Klassik op de markt kwam, werd eigenlijk al twee jaar eerder in de studio’s van de Beierse radio-omroep opgenomen, en doet in deze concert-loze coronatijden dus meer dan alleen maar een leemte vullen.
In de aanloop naar de lancering van het album klonk het op de website Patreon als volgt: “In a month from now we will release our debut CD with AVI Records. We have been together for 5 years so it’s been a long time coming. So why did it take us so long? Well, we wanted to find music that was super rare, amazingly creative, full of energy, beauty, colour, romance, atmosphere and something that really expresses who we are as musicians.” Op basis van die maatstaven kwam het Amatis Trio bij onbekende jeugdwerken van George Enescu en Benjamin Britten uit. Het vierdelige pianotrio in g dat Enescu op 16-jarige leeftijd schreef (1897), werd lange tijd verloren gewaand, voldoet ruimschoots aan de hang naar vitaliteit en romantiek en is op plaat inderdaad een zeldzaamheid. Ook het ééndelige Introduction and Allegro van de nog studerende teenager Britten (1932) blijkt tot op vandaag slechts éénmaal eerder opgenomen, en valt dan weer op door het gebruik van kleuren en zijn opmerkelijke sfeerschepping. De aantrekkingskracht van het Amatis Trio tot grote meesterwerken die door componisten op nog zeer jonge leeftijd werden geschreven, was er al van in den beginne. “Misschien wel omdat deze stukken een soort onschuldige en frisse energie hebben”, vertelt de Britse cellist Samuel Shepherd in deze video.
Aandoenlijke Enescu
Het zijn bij uitstek twee werken waarin het ensemble zijn eigen stem kan vinden, zoals de titel van de tekst in het cd-boekje luidt. Een opdrachtverklaring die hen dus in de richting duwt van klassieke muziek die geen zware interpretatiehistoriek met zich meezeult, maar die daarentegen veeleer vrij en onbevooroordeeld kan ontdekt worden. Hoe anders is het voor het derde en laatste stuk voor pianotrio op deze cd, het magnum opus in a van Maurice Ravel (1914). Dat is zonder twijfel het populairste trio van de 20ste eeuw, en werd al tientallen keren uitgebracht. Vraag aan eender welk pianotrio wat ze denken van het exemplaar van Ravel, en er wordt in volle bewondering gegarandeerd een lofzang afgestoken over hoe ingenieus geconstrueerd en ontzettend expressief deze compositie wel niet is. Ook het Amatis Trio merkt op dat dit pianotrio wordt geprezen als één van de voornaamste meesterwerken tout court van de hele vorige eeuw. “Er zijn met Ravel nieuwe werelden van geluid voor ons opengegaan”, getuigt de Duitse violiste Lea Hausmann. “Zijn muziek vraagt om een grote finesse en elegantie.”
Op de cd worden de drie werken chronologisch gepresenteerd. Het drietal gooit er met Enescu’s eerste pianotrio – een tweede worp volgde bijna twintig jaar later (1916) – meteen de beuk in. Het passionele Allegro molto vivace is het eerste van twee tumultueuze rollercoasters, en wordt net als het afsluitende Presto met veel overgave én overleg aangepakt. Er moet voortdurend opgeschakeld worden, en dan weer gas teruggenomen, met een grote dynamische range en beklijvend resultaat tot gevolg. Maar ondanks het aanstekelijke enthousiasme in deze hoekdelen zijn het toch vooral de twee tragere middenstukken die eens charmeren en dan weer ontroeren. Het contrast in het fijnzinnig uitgevoerde scherzo tussen het zorgeloze Allegretto grazioso en de ernstiger toon van het introspectieve tussenspel (Andante) is natuurlijk beproefd, maar o zo heerlijk. Het schitterende koraal waarmee het daaropvolgende Andante aan de toetsen opent, zou zo uit de pen van Mendelssohn hebben kunnen vloeien, en roept in ieder geval herinneringen op aan het tweede deel uit zijn populaire eerste pianotrio. Het even eenvoudige als prachtige thema dat naar het eind van de beweging ook in mineur opduikt, is van een aandoenlijke schoonheid. Op het moment dat Enescu dit schreef, was de wonderknaap al van Wenen naar Parijs verhuisd om er aan het conservatorium zijn studies verder te zetten bij onder andere Jules Massenet en Gabriel Fauré. Toch leunt de nog steeds jammerlijk onderbelichte Roemeense componist – “the greatest musical phenomenon since Mozart”, volgens de legendarische cellist Pablo Casals – met deze muziek overduidelijk bij de Duitse romantiek aan. Maar aan welke traditie dit pianotrio ook schatplichtig wordt bevonden, het is sowieso een luisterrijke ontdekking die ook in de concertzaal vaker mag opduiken. Eens die de deuren opnieuw mag openen.
Fantasierijke Britten
Aan het Parijse conservatorium had Enescu ene Maurice Ravel als studiegenoot. Doorheen de jaren zouden hun paden meermaals opnieuw kruisen. Zo ook eind 1914, kort nadat het pianotrio in de zomer van dat jaar was afgerond. Nadat Ravel de autograaf midden november bij diens uitgever Durand had afgeleverd, volgde er korte tijd later een doorspeling ten huize van de cellist Joseph Salmon. Samen met pianist Alfredo Casella én George Enescu op de viool zorgde die voor een “bewonderenswaardige” uitvoering, dixit de uitgever. Het was voor Ravel de eerste keer dat hij zijn gloednieuwe werk hoorde, dat in tussentijd dus zou uitgroeien tot een fel gekoesterde kamermuzikale parel. Het Amatis Trio maakt op deze cd nog eens duidelijk waarom. In het onbestemde Modéré getuigen zowel het dromerige eerste thema als het delicate tweede inderdaad van een grote finesse. De nuances qua tempo – en zo zijn er wel wat – worden zo nu en dan met enige vrijheid geïnterpreteerd, zoals dat uit de traditie is gegroeid. Wat volgt is het Pantoum, een geanimeerd scherzo genoemd naar een Maleise dichtvorm (Assez vif), waarin alle drie de musici een grote assertiviteit aan de dag leggen en dat zodoende uitloopt op een furieus slot. De plechtige Passacaille biedt vervolgens een uitgesponnen moment van contemplatie (Très large). Zeker hier en in de meest intense passages klinkt Mengjie Han, de Sino-Nederlandse pianist van het gezelschap, bijwijlen als een klok. Net als in de eerste beweging wordt de finale (Animé) gekenmerkt door een exotisch aandoende ritmiek. De talrijke trillers onderstrepen de extatische sfeer waarin Ravel verkeerde. Merkwaardig genoeg stond de componist te popelen om zich tijdens WO I in het Franse leger verdienstelijk te maken.
Wanneer de toen 19-jarige Benjamin Britten, student altviool en compositie bij onder andere Frank Bridge (1879-1941) aan het Royal College of Music in Londen, zijn Introduction and Allegro, for piano trio pende, bevinden we ons al middenin het interbellum. Het stuk dat oorspronkelijk Phantasy-Scherzo heette, werd geschreven voor een compositiewedstrijd, zo leert ons het cd-boekje, maar zou nooit gepubliceerd en pas na diens dood in 1986 voor de eerste keer uitgevoerd worden. Het vijftien minuten durende werk komt na een tentatieve en ietwat repetitieve introductie in levendiger vaarwater terecht. Verwacht u aan korte motiefjes en spitant pizzicato eerder dan lange melodische lijnen. Het drietal bouwt de spanning kundig op, en reageert daarbij gevat op elkaars interventies. De desolate uitleiding is een toonbeeld van subtiliteit en laat je verweesd achter in een vreemdsoortige vredigheid.
Dit debuut van het Amatis Trio bevat zeer mooie uitvoeringen van twee waardevolle werken die nauwelijks op cd terug te vinden zijn. Voeg daar nog een overtuigende Ravel aan toe en het is duidelijk dat dit album in uw kamermuzikale discotheek niet mag ontbreken. Tijdens een concert of in de opnamestudio, dit jonge en multinationale ensemble beschikt over alle troeven om het repertoire voor pianotrio alle eer aan te doen.
- WIE: Amatis Trio [Lea Hausmann (viool), Samuel Shepherd (cello) en Mengjie Han (piano)]
- WAT: George Enescu (1881-1955) – Pianotrio nr. 1 in g | Maurice Ravel (1875-1937) – Pianotrio in a | Benjamin Britten (1913-1976) – Introduction and Allegro, for piano trio
- UITGAVE: Avi-music in coproductie met BR-Klassik
- FOTO’S: © Ib Hausmann
- BESTEL HIER: JPC