U weet het allicht allemaal wel, beste lezers, dat het conservatoriumgebouw in de Regentschapsstraat te Brussel al iets langer dan gisteren ‘in niet zo beste staat verkeert’ om het beleefd uit te drukken. Laten we dus zeggen en schrijven dat het gebouw grondig aan het verkrotten is en het wachten is op wie het eerste lichamelijke slachtoffer wordt.
Klassiek Centraal sprak met Peter Swinnen, departementshoofd van het Koninkslijk Conservatorium Brussel, Vlaamse afdeling, dat deel uitmaakt van de Erasmushogeschool te Brussel. Het is een mondvol en verder hebben we het dan, gemakshalve, over directeur Peter Swinnen. Een man die een functie heeft die je niet moet benijden en dat is niet omdat het niet om vrolijk van te worden is een instituut te leiden waar muzieklessen gegeven worden, maar omdat het echt niet om vrolijk van te worden is als je moet ondergaan hoe het hoofdgebouw waar je alle dagen binnen- en buitengaat met de minuut in slechtere staat verkeert en je daar amper wat kan aan doen omdat je als het ware in een soort dwangbuis vastzit. Die dwangbuis is ‘België’. Het klinkt dan oneerbiedig, maar de toestand waarin het Conservatorium met die prachtige concertzaal verkeert, is eigenlijk tekenend voor de staat van het land zelf. Dat men dit nu graag of niet graag leest, wat is, dat is.
Splitsing leidt tot barsten en…
België is nog niet gebarsten en of het ooit zal barsten moet je aan een sterrenwichelaar vragen. Wel zit het land voor scheuren en hangt het meer met haken en ogen nog aan elkaar door het bijzonder ingewikkelde kluwen dat de politiek er van maakte sinds men de unitaire staat is gaan afbouwen. Er zijn nogal wat zaken die toekomen aan de gewesten en gemeenschappen en gedefederaliseerd zijn, maar niet alles is uit handen van de federale staat genomen en moet er over bepaalde zaken beslist en uit één mond gesproken worden om tot overeenkomsten en daden te komen. Het gaat in de EU met zijn 27 leden, allemaal totaal verschillende landen, er efficiënter aan toe. Probeer in België maar eens een overeenkomst over eender wat te bereiken waar de drie gemeenschappen en de drie gewesten het over eens zijn, samen met de federale overheid. Vlaamse Gemeenschap, Franstalige Gemeenschap, Duitstalige Gemeenschap, Vlaams Gewest, Brussels Gewest, Waals Gewest, Federale staat.
1967: begin van het einde?
Tot 1967 was het Brussels Koninklijk Conservatorium een tweetalige unitaire instelling en dit sinds de oprichting in 1832. In 1967 werden onderwijs en cultuur gekoppeld aan de taalgemeenschappen wat in 1970/71 in voege trad. Zo splitste ook het instituut in een Vlaamse en Franstalige vleugel, maar beide nu afzonderlijke instituten bleven in hetzelfde gebouw gehuisvest. Meteen creëerde het nieuwe België, dat intussen al 6 staatshervormingen achter de rug heeft, een anomalie in de nieuwe situatie want wie zou gaan instaan voor het onderhoud van het gebouw? Er ontstond dus meteen een juridisch vacuüm over wie nu wel of niet de eigenaar van het gebouw was en dus ook wie moest instaan voor het beheerd van het gebouw, zoals het een goed huisvader beoogt te moeten doen. Het juridisch vacuüm duurde tot 2006, dat is 36 jaar en meteen betekent dat ook 36 jaar geen likje verf, geen gedichte lekken in dakgoten, geen kleine of grote herstellingen, laat staan dat met moeite de spinnenwebben werden weggeveegd want ja, zijn het Vlaamse, Franstalige of federale spinnenwebben?…
VZW Conservamus schept duidelijkheid en…
In 2006 is de schandalige toestand van het gebouw dermate dat een groep juristen, die hun hart verpand hebben aan de Schone Kunsten, een vereniging oprichten om duidelijkheid te scheppen in wie nu eigenaar is en wie dus moet instaan voor de goede orde qua beheer van het gebouw. Het blijkt wel degelijk de federale overheid te zijn die sinds 1970 feitelijk in gebreke is gebleven. De Regie der Gebouwen moest instaan voor het gebouw, maar die kreeg daar blijkbaar geen budget voor en dus liet die maar betijen. Er is letterlijk sinds 1970 geen onderhoud gebeurd, dat is bijna 50 jaar ernstige verwaarlozing van een gebouw waar in die kleine 50 een paar duizend studenten, waarvan sommigen wereldfaam gingen genieten, les moesten volgen in een gebouw dat steeds meer en meer barsten vertoonde, waar de verf afbladdert, waar al meer dan 2/3 derde ontoegankelijk is verklaard en afgesloten is, waar een piano door de vloer zakte, waar het binnenregent bij hevig onweer tot in de concertzaal toe en zo kunnen we blijven doorgaan.
Met eigen middelen en ten nadele van de onderwijsmiddelen, hield men het gebouw wat draaiende. Het is deprimerend. De vzw Conservamus laat echter het hoofd niet hangen en blijft ijveren, met een soort moed der wanhoop, voor een grondige restauratie van het gebouw en kijk, er zou een lichtpunt in de tunnel van miserie zijn…
23 november en 16 december 2016…
Twee belangrijke datums zijn de recente datums van 23 november en 16 december 2016. 23 november hadden we het gesprek met directeur Swinnen, maar dat is niet de reden van het belang van deze datum, wel is het zo dat die morgen Peter Swinnen en zijn mensen opnieuw in zak en as zaten nadat er hoop was op beterschap. Opnieuw scheen de zaak nog maar eens geblokkeerd. Ieder wees weer met de vinger naar ‘de andere’ die ‘in de fout is’ en ‘daarom lukt het niet’.
Als onhandelbare pubers schijnen de verschillende overheden, die moeten beslissen en eerst moeten overeen komen, over elk onnozel detail een meningsverschil te hebben. Dat intussen stukken plafond naar beneden donderen, dat de orgelzaal is gesloten na een ernstig waterlek dat men niet herstelde, maar waarvoor men tot die lek de waterleiding dan maar gewoon afsloot, net zoals men de orgelzaal wat ruimde: het orgeltje staat nu in het bijlokaal bij de borstels en vuilblikken en onder een dik bestoft deken staat in die orgelzaal een klavecimbel want ja, het lek is toch dicht dus geeft men daar in die koude zaal klavecimbelles, dat allemaal is voor de politici die in luxe baden, geen punt.
Je waant je in een straatarm land, Albanië of zo, maar neen, we zitten wel degelijk in de hoofdstad van Vlaanderen, de hoofdstad van België, de hoofdstad van de Europese Unie.
Dus ja, 23 november spreken we met een directeur die het hoofd bijna laat hangen. Zijn verhaal is hallucinant, de delen van het gebouw die we kunnen betreden en waar dus les mag gegeven worden, zijn eveneens in een hallucinante toestand. Maar 16 december komt er een bericht van de federale overheid dat een politiek vastgelegd besluit uit april 2014 met voorgaand akkoord van oktober 2013 (voor de verkiezingen van juni 2014 en dus van de vorige regering) waarin staat dat een vennootschap moest opgericht worden, die NV ook zou opgericht gaan worden, eindelijk.
Na de verkiezingen van 2014 en met de nieuwe Federale en gewest- en gemeenschapsregeringen kwam er weerom niks van in huis. Geen vennootschap tot 16 december 2016. We lezen in een persbericht van de VZW Conservamus dat de Ministerraad van de federale regering heeft beslist de NV Koninklijk Conservatorium Brussel op te richten. De NV wordt belast met de restauratie en het beheer van het conservatorium. De vzw Conservamus zal de administratieve afhandeling en de werken van dichtbij blijven volgen tot de restauratie van de volledige site een feit is. Noteer dat de Vlaamse Gemeenschap en de Franstalige Gemeenschap dezelfde beslissing over de oprichting van de NV moeten nemen en mogelijk maken. Doen ze dat niet, dan blijft het gebouw verder verkommeren tot het op een zekere dag om veiligheidsredenen zal gesloten worden en dan pas helemaal kan instorten.
Concertzaal en manipulaties om… ja waarom?
Niemand betwist de schoonheid en de akoestische kwaliteit van de concertzaal in het Brussels Conservatorium. Dat het bij hevige regenval een publieke douche is, deert de bewindvoerders niet te veel, noch dat er een voorhistorische verwarming moet draaien die zoveel lawaai maakt dat ze absoluut moet afstaan tijdens concerten. Het is amper voor mogelijk te houden welke wereldnamen in deze zaal concerteerden en concerteren en dit ondanks de schandelijk vuile en verkommerde toestand.
Het opzet was uniek in Europa bij de bouw van het complex. Alle latere conservatoria in Europa volgden het visionair opzet van architect Jean-Pierre Cluysenaar (1811-1880). Cluysenaar was niet alleen visionair wat de akoestiek betreft, maar vooral wat het pedagogisch gehalte inhoudt. Het hart van het gebouw, een pedagogische site, werd de concertzaal en er zou een tweede unicum als voorbeeld staan voor talloze zalen: een concertorgel. De akoestiek van de zaal komt zowat overeen met de resonantiekast van het orgel en ja, wie ooit muziek ging beluisteren in die zaal – het kan nog steeds als is het minder dan voorheen om de gekende redenen – weet dat je een perfecte akoestiek hebt.
Persoonlijk vrees ik dat er andere belangen spelen en in bouwprojecten, zeker in zeer grote projecten bestaat geduld als het om zeer veel geld gaat. Ik heb de indruk dat ‘bepaalden’ de gevels en de zaal willen behouden en de rest willen afbreken om te vervangen door nieuwbouw. Of ‘men’ wil de zaal behouden en inpassen in andere bestaande Brusselse / federale / xyz structuren en de rest verkopen aan bouwheren.
Slotbedenking
Als je alles overschouwt zie je dat studenten en docenten de dupe zijn van een hele troep tegenwerking die model staat voor de verplichte twisten tussen de gemeenschappen in het rare België. Op Vlaams niveau schijnt men niet eens te weten of de verantwoordelijkheid van de onderwijsinstelling die het conservatorium is, nu behoort tot cultuur of onderwijs ! Zo speelt de minister van onderwijs het klaar om zowat alle vragen over het conservatorium door te schuiven naar haar collega van cultuur die de materie veel beter beheerst op relatief korte tijd. Nochtans is het voor een niet-politicus duidelijk: onderwijs is onderwijs.
Nog dit, mocht er een nieuwbouw komen: als de architectuur aansluit bij de fraaie gevels, dan zou ik daar voor te vinden zijn want het gebouw op zich, los van de concertzaal en de gevels, is een wirwar van lokalen en gangen groot en klein waar niets moois of waardevols aan is. Alleen de bouwvallige orgelklas was mooi dankzij de lambrisering. Dus ja, waarom niet? Afbreken die rotbouw, de gevels bewaren en restaureren en dan in een fraaie kunstzinnige architectuur die aansluiting vindt met het opzet van Cluysenaar en dus geen glas/metaal verticaal zwart/wit transparant gedoe? Dat zou ik nog zien zitten.
Want ik heb zin, om samen met velen denk ik, eens zeer luidop te vloeken. Wat een schande is het toch, wat een totale schande ! Protestacties die de Europese pers haalden, petities en wat nog allemaal om dit Belgisch schandaal wereldkundig te maken, haalden weinig uit. Of toch, want nu die NV er zou komen, is dat misschien toch het gevolg van het blijvend slaan op de zere nagel. We houden u alvast op de hoogte.
Alle foto’s © Klassiek Centraal
Voor meer informatie, neem contact op met Gerald de Hemptinne, gerald@conservamus.be, +32 475 97 74 30, Conservamus vzw