„Mein Herz flammt wie ein Blütenstock für Jüterbog“
Wilhelm Kempff voorstellen hoeft niet meer hoor ik u zo denken. Dat dacht u maar. Als u bvb. niet wist dat er een eiland in Japan naar hem genoemd werd, dan moet u vlug verder lezen. Na een generatie hemeltergende toetsentimmeraars, is het tijd voor hulde, voor eerbetoon, en voor eerherstel van één van de grootste pianisten aller tijden.
„Mein Herz flammt wie ein Blütenstock für Jüterbog“
Wilhelm Kempff voorstellen hoeft niet meer hoor ik u zo denken. Dat dacht u maar. Als u bvb. niet wist dat er een eiland in Japan naar hem genoemd werd, dan moet u vlug verder lezen. Na een generatie hemeltergende toetsentimmeraars, is het tijd voor hulde, voor eerbetoon, en voor eerherstel van één van de grootste pianisten aller tijden. Dit doen we voor de tweede keer samen met Deutsche Grammophon, want in 2003 verscheen bij hen al een box met vijf cd’s, Wilhelm Kempff, Complete 1950s Solo Recordings. Deutsche Grammophon heeft nu een box uitgebracht met zo maar eventjes 35 cd’s. Fantastisch en uniek. Niet, niet te missen.
Wilhelm Kempff (1895-1991), jawel die de gezegende leeftijd van 96 bereikte, was de zoon van een organist. Hij was een echte, Pruisische “evangelischer Kantorensohn”. Hij werd geboren in Jüterbog (Teltow-Fläming-Brandenburg) en ging op aanbeveling van Georg Schumann, de toenmalige Direktor van de Sing-Akademie in Berlijn, als 10-jarige, piano studeren bij Karl Heinrich Barth aan het conservatorium van Berlijn, en compositie bij Robert Kahn. In 1899 werd vader Königlichen Musikdirektor en Kantor aan de Nikolaikirche in Potsdam, verhuisde en bracht zijn kinderen de liefde bij voor orgel en viool. Jawel, naast orgel, leerde Wilhelm als kind eerst viool spelen. Altijd goed om later mooi te fraseren en cantabile te spelen. Ik kom er nog op terug.
In 1917 won Wilhelm twee Mendelssohnprijzen (Felix-Mendelssohn-Bartholdy-Staat-Stipendium, uitgereikt door de Pruisische Staat), zowel voor piano als voor compositie. Voor piano door zijn interpretatie van Brahms’ Paganini-variaties en van Beethovens “Hammerklavier”, en voor compositie voor zijn improvisatie op een fugathema. Na zijn studie ging hij op jonge leeftijd concerten spelen als pianist en organist. Hij zou het zich in 1954 nog goed herinneren wanneer hij het befaamde Klais-orgel van de Kathedraal van de Wereldvrede (World Peace Memorial Cathedral) in Hiroshima inspeelde.
Karl Heinrich Barth (1847-1922), de pianoleraar van Kempff, was een leerling van Hans von Bülow en van Carl Tausig, en was van 1868 tot 1871 leraar piano aan het Stern’schen Konservatorium in Berlijn. In 1871 werd hij benoemd tot hoogleraar aan de Berlijnse Hochschule für Musik waar hij les gaf tot 1921. In Engeland begeleidde hij de violist Joseph Joachim. Naast Wilhelm Kempff behoorde ook Arthur Rubinstein tot zijn leerlingen. ’t Is maar dat U een idee heeft uit welk muzikaal milieu onze pianist kwam. Kempff was zich van dit alles zeer bewust. Als het over zijn kennis van Beethoven ging, wees hij op de “Ahnenreihe”, een mooi Duits woord dat staat voor de genealogische kwartierstaat van de voorouders. In het geval van Kempff klonk het zo: zijn leraar, Heinrich Barth, was een leerling van Bülow en van Tausig en dusdanig “Enkelschüler” van Liszt. Tausig was reeds op 14-jarige leeftijd leerling van Liszt. Liszt was dan weer leerling geweest van Czerny en dus op zijn beurt “Enkelschüler” van Beethoven. Czerny was 10 jaar oud wanneer hij leerling werd van Beethoven. De andere leraar van Kempff, Robert Kahn (1865-1951), was dan weer goed bevriend geweest met Johannes Brahms. Voilà. Eine unglaubliche Geschichte, nicht?
In 1918 speelde Wilhelm Kempff als pianist voor de eerste keer met orkest. Samen met de Berliner Pilharmoniker o.l.v. Arthur Nikisch (1855-1922), voerde hij het 4de pianoconcert uit van Beethoven. In 1924 werd Kempff als opvolger van de pianist Max von Pauer (1866-1945), directeur van de Württembergische Hochschule für Musik (oorspronkelijk Königlichen Konservatorium für Musik) in Stuttgart. In 1926 huwde hij met zijn pianoleerlinge Helene Freiin Hiller von Gaertringen en werd beroemd. Ter illustratie daarvan, in 1927 adviseerde hij Atatürk wie best leraar werd aan het net opgerichte Conservatorium van Ankara. Alstublieft. In Potsdam behoorde Wilhelm Kempff tot de muzikale intimi van Cecilie Auguste Marie, Hertogin van Mecklenburg, het derde en jongste kind van groothertog Frederik Frans III van Mecklenburg-Schwerin en grootvorstin Anastasia Michajlovna van Rusland. Cecilie was de echtgenote van de laatste Duitse en Pruisische kroonprins Wilhelm van Pruisen en omringde zich in haar Schloss Cecilienhof met grootheden als Bronisław Huberman, Wilhelm Kempff, Elly Ney, Wilhelm Furtwängler en Herbert von Karajan, die toen een jonge twintiger was…).
In 1940 begon dan zijn samenwerking met die toen nog jonge en eigenlijk nog onbekende Herbert von Karajan. Karajan was toen 32 en dirigent in Aken, en samen voerden ze het Klavierkonzert KV 466 van Mozart uit. Een mijlpaal in beider carrière. Net als Karajan kwam Kempff op de “Gottbegnadeten-Liste” (de “Führerliste”) van Hitler, en beleefde een glanscarrière tijdens de jaren ’40-‘45. Ook in Parijs, wanneer hij er in 1943, deelnam aan het Beethoven-Festival met andere grootheden als Alfred Cortot, Elly Ney (“Hitlers Pianistin”), de violiste Ginette Neveu en de dirigent Hermann Abendroth. ’t Spijt me dat ik het moet zeggen, maar zijn collega-pianist Wilhelm Backhaus (1884-1969), schreef in 1936, „Niemand liebt die deutsche Kunst und insbesondere die deutsche Musik glühender als Adolf Hitler”(…) In 1955 verhuisde Kempff naar Ammerland aan de Starnberger See, welker locatie hij afwisselde met Italië, waar hij tussen 1957 en 1982, meer bepaald in Positano (Salerno in Campania, Costiera Amalfitana), de leiding had van een jaarlijkse cursus over de muziek van Beethoven, de Beethoven-Interpretationskurse in de Casa Orfeo van de „Fondazione Orfeo“ (nu Wilhelm-Kempff-Kulturstiftung). Over een periode van zestig jaar heeft hij tal van plaatopnamen gemaakt en werd hij danig beroemd dat bvb. in Japan, een eilandje de naam Kempu-san kreeg, naar de naam Kempff. Een naam die stond voor Beethoven, Schubert, Schumann en Brahms, het ijzersterk, Duits pianorepertoire.
Wanneer in de jaren ’50 de rage op gang kwam, Bach fanatiek ascetisch te willen spelen op clavecimbel, reageerde Kempff met Portato- en Legato-spel aan de piano. Hij maakte zelf Bach-transcripties en speelde Bachs Choralvorspiele op (moderne) piano. Het idee Bachs koraalvoorspelen te spelen op een moderne vleugel i.p.v. op orgel, kwam overigens van de meester van de “Fantasia Contrapuntsitica”, Ferruccio Busoni (1866-1924). Wilhelm Kempff had hem als 17-jarige nog thuis kunnen bezoeken.
Hoogtepunt was de periode 1975-1980. Toen speelde hij in, wat hijzelf omschreef als “het tijdperk van het non-legato”, de preluden en fuga’s uit het Wohltemperierte Klavier van de “Meister des Kontrapunkts”, van de “vijfde evangelist”, zoals Schweitzer Bach noemde, “zart, leuchtend, fein, und jedoch opulent”. Zonder namen te noemen uit het kamp van de “Historische Interpretationsweise”, bood Kempff met zijn doordachte, subtiele “Artikulation und Phrasierung”, een waardig, pianistisch alternatief. Karl Schumann omschreef het ooit als “Das Pathos erschien verfeinert, verteift, vergeistert”. Kempff speelde Bach en Beethoven met een “lichte, mediterran leuchtende Klavierton”. Hij speelde Brahms dan weer met een “ verführischer Klangschönheit”. Cantabile, hij had als kind viool leren spelen, weet U nog?, werd zijn Grundidee. Kempff speelde de Moments musicaux van Schubert transparant, “zerbrechlich zart”. De herontdekking van de sonaten van Schubert (“die Wederbelebung des Sonatenwerks von Franz Schubert”)vond hij “eines der grossen Projekte des Klavierspiels im zwanzigsten Jahrhundert”.
Nu kunnen we dit alles beluisteren op 35 cd’s. De laatste cd is wel heel bijzonder. Het is nl. een Bonus cd met o.a. de opname van vijf door Kempff ingesproken teksten, over zijn interpretatie van Beethoven, zijn ontmoeting met Busoni, de inaugurale rede van de kerk in Hiroshima, over piano spelen, over zijn leven.
Weet dat Wilhelm Kempff ook componist was. Zijn uitgebreid oeuvre met “Werke aller gängigen Gattungen” zoals men zo mooi in het Duits zegt, bestaat uit vijf opera's (“Familie Gozzi” (1939) of “König Midas” op een eigen libretto (1931) bvb.), koormuziek, liederen (o.a. op tekst van Conrad Ferdinand Meyer en Goethe), twee symfonieën (bvb. zijn "Tannenberg-Sinfonie", (1ste symfonie), opgedragen aan Generalfeldmarschall Paul von Hindenburg) (1915), (“für großes Orchester und mehrere Klaviere”)), een viool- en een pianoconcerto en kamermuziek (o.a. 3 strijkkwartetten). Veel van zijn orkestwerken zijn trouwens door de jonge Wilhelm Furtwängler (1886-1954) uitgevoerd. Weet ook dat Wilhelms broer Georg Kempff (1893-1975), eveneens organist en componist was, en als Evangelisch-Lutherse dominee, een religieus schrijver en “Leiter des Instituts für Kirchenmusik” in Erlangen was.
Deze box met o.a. naast de integrale pianosonaten van Beethoven en Schubert!, werk van Bach, Schumann, Brahms, Mozart, Liszt en Chopin, biedt ons van het mooiste pianospel aller tijden en is één van de kostbaarste bezittingen die een muziekminnaar kan bezitten.
Wilhelm Kempff: The Complete Solo Recordings
Bach, J S:
Goldberg Variations, BWV988
The Well-Tempered Clavier, Books 1 & 2
English Suite No. 3 in G minor, BWV808
Italian Concerto, BWV971
Beethoven:
Piano Sonatas Nos. 1-32 (Complete)
Bagatelles (6), Op. 126
Eroica Variations, Op. 35
Variations (6) on an original theme 'Die Ruinen von Athen', Op. 76
Ecossaises (6) in E flat major WoO 83: No. 1
Rondo a capriccio in G major, Op. 129 ‘Rage over a lost penny'
Für Elise (Bagatelle in A minor, WoO59)
Rondo in C major, Op. 51 No. 1
Rondo in G major, Op. 51 No. 2
Variations (6) in G major on the duet 'Nel cor più non mi sento' from the opera La Molinara by Giovanni Paisiello, WoO 70
Variations (6) for Piano on an Original Theme in F major, Op. 34
Variations (32) on an Original Theme in C minor, WoO 80
Brahms:
Variations and Fugue on a Theme by Handel, Op. 24
Piano Sonata No. 3 in F minor, Op. 5
Ballades (4), Op. 10
Klavierstücke (8), Op. 76
Rhapsodies (2), Op. 79
Fantasies (7 piano pieces), Op. 116
Intermezzi (3), Op. 117
Klavierstücke (6), Op. 118
Klavierstücke (4), Op. 119
Chopin:
Piano Sonata No. 2 in B flat minor, Op. 35 'Marche funèbre'
Piano Sonata No. 3 in B minor, Op. 58
Impromptus Nos. 1-4
Berceuse in D flat major, Op. 57
Barcarolle in F sharp major, Op. 60
Scherzo No. 3 in C sharp minor, Op. 39
Ballade No. 3 in A flat major, Op. 47
Andante spianato & Grande Polonaise, Op. 22
Fantasia in F minor, Op. 49
Polonaise No. 7 in A flat major, Op. 61 'Polonaise-fantaisie'
Liszt:
Années de pèlerinage, 2ème année, Italie (7 pieces), S. 161
Eglogue (Années de pèlerinage I, S. 160 No. 7)
Au lac de Wallenstadt (Années de pèlerinage I, S. 160 No. 2)
Au bord d'une source (Années de pèlerinage I, S. 160 No. 4)
Mozart:
Piano Sonata No. 11 in A major, K331 'Alla Turca'
Fantasia in D minor, K397
Fantasia in C minor, K475
Piano Sonata No. 8 in A minor, K310
Schubert:
Impromptu in F minor, D935, No. 4
Fantasie in C major, D760 'Wanderer'
Klavierstücke (3), D946
Andante in A major, D604
Allegretto in C minor, D915
Scherzo in B major, D593 No. 1
13 Variations on a theme by Anselm Hüttenbrenner in A minor, D576
Moments Musicaux (6), D780, Op. 94
4 Impromptus, D899
Impromptu in F Minor, D935 No. 1
Impromptu in A flat major, D935 No. 2
Impromptu in B flat major, D935 No. 3
Complete pianosonatas
Schumann:
Papillons, Op. 2
Davidsbündlertänze, Op. 6
Carnaval, Op. 9
Études symphoniques, Op. 13
Kinderszenen, Op. 15
Kreisleriana, Op. 16
Fantasie in C major, Op. 17
Arabeske in C major, Op. 18
Humoreske, Op. 20
Novelette in B minor, Op. 99 No. 9
Piano Sonata No. 2 in G minor, Op. 22
Nachtstücke, Op. 23
Waldszenen, Op. 82
Romances (3), Op. 28
Aufschwung, Op. 12, No. 2
plus: BONUS CD
Speech
Wilhelm Kempff: Address given at the organ dedication
Wilhelm Kempff: Aus meinem Leben (From My Life)
Wilhelm Kempff: Über das Klavier und das Klavierspielen (On the Piano and Piano-Playing)
Wilhelm Kempff: Begegnung mit Ferruccio Busoni (Encounter with Ferruccio Busoni)
Wilhelm Kempff: Über meine Beethoven-Interpretation (On My Interpretation of Beethoven)