Belissama koestert zich in het vuur van de intimiteit in het theatercafé van het Fakkeltheater. Een overwegend ouder publiek, fijnproevers en genieters geeft present op het vroege uur. Lester Van Loock verschijnt in groot ornaat: een mooi zittende pitteleer en strikje als eerbetoon aan de grote meesters. Het publiek zit bijna huiddicht op de man achter het klavier, dit maakt de beleving des te intenser. Elke zenuw van zijn lichaam staat op scherp.
De piano staat centraal in dit recital en dat wordt extra in de verf gezet door gastvrouw Lissa Meyvis. Het start met parelende klanken, een compositie van Irving Berlin uit 1920 ‘I love piano’ geïntroduceerd in de Broadway-musicalrevue “Stop! Kijken! Luisteren!’. Een voorproevertje van wat volgt. Muzikaal trekt Lester Van Loock een gevarieerd register open. Hij speelt met een sterke expressiviteit die het tot een aantrekkelijke en begeesterende uitvoering maakt. Sterke composities vol melodieuze emotie. Hij weet zijn energie te kanaliseren en speelt heel gefocust en geïnspireerd.
Na de speelse intro pakt hij uit met drie werken van Frédéric Chopin en niet de makkelijkste. Zijn muziek is nog altijd een van de meest gespeelde. Te beginnen met Fantaisie-Impromptu Op. Posth.66. Dit solostuk voor piano vereist naast een goede ritmische beheersing ook een goed ontwikkelde techniek. Het bestaat uit drie delen. Een eerste snel en virtuoos, het tweede waarin gevoel en romantiek primeren en sluit af met een derde deel, bijna een letterlijke herhaling van het eerste virtuoze deel.
Muzikanten treden meestal ’s avonds op. Om het vroege uur wat te counteren koos Van Loock voor Drie nocturnes, Op.9 getoondicht door de jonge Chopin, melodieus en sfeervol van aard. Voor de pauze volgt nog een stukje vuurwerk van Chopin Scherzo nr. 2, Op.31 waarin Van Loock zijn meesterschap en veelzijdigheid met bravoure kan demonstreren
Na de pauze is het eerste werk Chaconne, BWV 1004 van Johannes Sebastian Bach in een romantische bewerking van de Italiaanse componist Ferruccio Busoni. Een heel andere klankwereld ontvouwt zich. Vier dalende noten vormen de pijlers onder de Chaconne. Bach bouwde er een kathedraal omheen die iedere musicus intimideert. Lester Van Loock studeerde dit werk in als jonge conservatoriumstudent. Indrukwekkend, dan weer pianissimo dan weer forte, tegelijk kwetsbaar en krachtig. In de snelle delen zit punch, de langzame delen getuigen van ongehoorde gratie en introspectie.
Iedereen kent het kinderliedje ‘Altijd is Kortjakje ziek, midden in de week maar ’s zondags niet’. Lester Van Loock vraagt om even dit liedje mee te zingen, een nostalgisch moment. De melodie zijn we eigenlijk schatplichtig aan speelvogel Wolfgang Amadeus Mozart. Het werkje bestond al langer maar Mozart slaagde er in de melodie te populariseren door er een twintigtal variaties op te componeren in allerlei sferen en stijlen in een weelde van noten. Van Loock zoekt zowel de warmte als de dartelheid op in de composities.
Hij eindigt dit recital met de Hongaarse Rapsodie nr. 2, S. 244/2 van Franz Liszt, het is de tweede in een reeks van negentien Hongaarse Rapsodieën gebaseerd op volksmuziek. Ze is verreweg de bekendste van de serie en geeft de pianist de kans om zijn uitzonderlijke virtuoze vaardigheden te tonen. Lester Van Loock heeft een gracieuze, introspectieve manier van spelen. In absolute concentratie, subtiele sfeerschepping en grote variatie in de explosieve dynamieken en dreigende clusters (akkoorden waarbij de toonafstand tussen de verschillende tonen zeer klein is) weet hij het publiek te beroeren en ontroeren. Hij ranselt de piano of glijdt vederlicht over de toetsen. Je voelt je deel van iets magisch. Hij liet het weer vonken! Muziek neemt in deze sombere tijden de scherpe kantjes weg.
Twee uur lang speelde Lester Van Loock feilloos alle composities uit het hoofd. Het vervult mij altijd met verstomming en nederigheid hoe een instrumentalist zoveel verschillende aartsmoeilijke werken in zijn brein kan opslaan.
Het publiek ging letterlijk uit de bol en dwong nog een toemaatje af Arabeske van Robert Schumann.
‘Vuurwerk’ was andermaal een vloeiend en organisch samengesteld programma waarin Lester Van Loock tijden en sferen moeiteloos weet te absorberen. Op een subtiele manier maakt hij zich de muziek eigen, blaast ze leven in, ongewoon helder en transparant. In een paar woorden te vatten ‘SUBLIEM’ en ‘GRANDIOOS’.
WIE: Lester Van Loock
WAT: Belissama ‘VUURWERK’
MUZIEK: Frédéric Chopin, W.A. Mozart, J.S. Bach, Franz Liszt, R. Schumann
WANNEER: Zondag 11 dec., matinee 11.00u