SPECTRA, ensemble voor nieuwe muziek, zet met haar nieuwe cd a tension de kijker op vier Vlaamse componisten die hun inspiratie uit het buitenland haalden.
Karel Goeyvaerts (1923-1993), geboren en getogen in Antwerpen, trok naar Parijs om van Olivier Messiaen te leren dat ritme en klankkleur naast toonhoogte evenwaardige muzikale parameters zijn. Later werkte hij dat uit in meervoudige reeksen, het serialisme. Frederik Neyrinck (°1985) studeerde in Brussel, Stuttgart, Graz en werkte in Wenen. Filip Rathé (°1966), sinds 1993 dirigent van SPECTRA, neemt Spaanse en Portugese poëzie als uitgangspunt voor zijn meeste composities. Luc Brewaeys (1959-2015), tenslotte, heeft veel samengewerkt met Iannis Xenakis, Brian Ferneyhough en Franco Donatoni.
De CD opent met Goeyvaerts’ Zum Wassermann voor 14 musici, een voorstudie van de opera Aquarius, of preciezer: een verkorte en vereenvoudigde versie van de eerste vier scènes van de eerste acte. Dit is de eerste keer dat Zum Wassermann op CD uitkomt. Het Vorspiel verklankt de vergeefse poging van de mens om zich te ontworstelen aan de eisen van de maatschappij, respectievelijk geen kans ziet een minimum aan individualiteit te verwerven. Een dans in het tweede deel (Erwachen) geeft even de indruk dat de mens daaruit ontwaakt, maar de percussie maakt duidelijk dat vrijheid niet voor het grijpen ligt. Het lyrische derde deel (Gesang) laat dankzij de melodische aanzetten een sprankje hoop zien, versterkt door de harmonische weefsels die in dit deel zijn aangebracht. De vrouwelijkheid van dit derde deel maakt in het slotdeel (Zum Wassermann) plaats voor geharde masculiniteit. De vele repetitieve bewegingen verwijzen naar een rationele aanpak die de creatieve elementen in de maatschappij monddood maakt.
Psychologie
Frederik Neyrinck brengt Gestalt VIII voor gemengd ensemble met “altviool als quasi-solist”, geschreven voor SPECTRA in 2013. Het stuk is inderdaad gebaseerd op Gestaltpsychologie, een denkrichting die stelt dat het geheel groter en belangrijker is dan de afzonderlijke delen. Gestalt VIII maakt deel uit van een tiendelige serie waarin een vergelijkbare muzikale inhoud steeds vanuit andere perspectieven wordt belicht. De altviool begint in dit deel met een solo die vervolgens steeds meer wordt weg gemanoeuvreerd door duo’s van blazers, strijkers en percussie. De duo’s baseren zich soms op onderdelen van de solo, maar kleden elke neiging tot individualisme vakkundig uit. Het stuk eindigt dan ook in een mysterieuze nevel van verre klanken.
In El agua y la muerte, voor klein ensemble en stem, verklaart Filip Rathé zijn liefde aan twee gedichten van Federico Garcia Lorca. Het eerste deel, La muchacha dorada, geeft een beeld van de lieflijke moorddadigheid van een waterpartij waarbij de piano onschuldige tinkelingen van het oppervlak vermengt met de donkere en dodelijke onderstromen. Libellen en zwaluwen vervolledigen de dodendans voor een verdronken meisje. Uitgekiende resonanties van de klankkast onderstrepen een gevoel van ontheemding. In Un arcángel de frío, het tweede gedicht, vertellen o.a. piano, stem en viool het verhaal van een jongen die aan de oever van een rivier bevriest tot een aartsengel. Hierin varieert de instrumentatie van mompelen en zuchten van de (mannen)stem, via melodische pianofragmenten tot aarzelende vioolpassages die ogenschijnlijk weinig met elkaar van doen willen hebben. Een ieder lijkt de gebeurtenis op zijn eigen manier te willen verwerken.

Klankkleur
De kers op de taart is het slotstuk Fêtes à tensions: (les) eaux marchent voor 20 musici van Luc Brewaeys dat hiermee eveneens voor het eerst op CD verschijnt. Indien je de titel hardop leest onder weglating van het lidwoord hoor je een typisch Brewaeyaans woordspelletje: opgepast voor de marsen! Of voor de trappen natuurlijk. Het stuk is rijk gestoffeerd met citaten van o.a. Tsjaikovski, Ives, Berg, Varèse, van Beethoven en zelfs Goeyvaerts en Debussy. De compositie is opgedragen aan Brewaeys’ tijdgenoot Philippe Hurel, een Franse componist van zogenoemde spectrale werken. Dit is een muzikale schrijfwijze die de klankkleur centraal stelt als structurerend element. Deze techniek wordt vooral in het eerste deel ingezet, en komt daardoor licht nerveus over. De basis voor het tweede deel is de treurmars van Van Beethovens 3e Symfonie, een meditatief adagio dat langzaam verglijdt in een coda op basis van herhaalde percussie. Het stuk eindigt heel abrupt, alsof de stroom uitvalt.
Het eindresultaat van a tension is een evenwichtige en subtiel samengestelde keuze van sprankelend hedendaags klassiek werk. Nieuwsgierig, helder, ongedurig, en bovenal open van geest.
WAT: a tension
WIE: SPECTRA Ensemble
COMPONISTEN: Goeyvaerts, Neyrinck, Rathé, Brewaeys
SLEEVE TEKST: Mark Delaere
LABEL: Explicit! Records / Etcetera KTC 1759