Johann Sebastian Bach, in zijn tijd nooit doorgebroken zoals het moest, bijna totaal vergeten na zijn overlijden. Mozart nam kennis van zijn muziek met de woorden: “Eindelijk eens iemand waar ik iets kan van leren!”.
Johann Sebastian Bach, in zijn tijd nooit doorgebroken zoals het moest, bijna totaal vergeten na zijn overlijden. Mozart nam kennis van zijn muziek met de woorden: “Eindelijk eens iemand waar ik iets kan van leren!”.
Het duurde nog tot de jonge Felix Mendelssohn-Bartholdy op zijn beurt Bach ontdekte tot de wereld met dat enorme œuvre kennis zou maken. Sindsdien is Bach niet meer weg te denken van de podia. Zou er van iemand meer muziek vastgelegd zijn dan van Bach? Hij blijft de populairste. De beste? Daar is nog altijd een tweestrijd aan de gang. Voor kamp A is Bach de onbetwiste nummer één en voor kamp B is dat ontegensprekelijk Wolfgang Amadeus Mozart. Uw hoofdredacteur is lid van kamp B maar begrijpt kamp A maar al te goed. Want Bach? Ooit liet men de bosjesmannen klassieke muziek beluisteren, zo leerde ik op de muziekschool. Zij waren unaniem, Bach was de mooiste ‘witmanmuziek’ die ze ooit hoorden. Voor u beluisterde ik vier opnames. Even terzijde: jammer dat men meer en meer de werken van Bach in het Engels vertaalt en zo aanbiedt.
‘The Orchestral Suites’
***** La Petite Bande bracht, onder leiding van Sigiswald Kuijken, een cd uit met (de?) vier orkestsuites van Bach: Suite nr. 1 in C, 2 in D, 3 in b en 4 in D. Goed voor een schijfje dat u 79’17” luistervreugde schenkt.
Er is de strenge Bach, er is de nadenkende Bach maar er is zeker ook de vrolijke, de feestende Bach. Vier orkestsuites zijn ons bekend, maar je mag er van uitgaan dat er, gezien de duidelijk geschonden bronnen, er meer waren en tot ieders spijt verloren gingen. Gelukkig zijn er toch nog deze vier suites en is er deze cd. Lekker genieten, van A tot Z of van Suite 1 tot Suite 4. Veel trompetgeschal, pittige strijkers, warme blazers die alle sferen die deze suites in zich dragen sterk vertolken. Grote juichende volklanken, liefkozende voorzichtigheid, het is er allemaal. Er wordt ontspannen gemusiceerd. Het is gezongen, er wordt gekeuveld en gelachen als het ware. Dit is blij en vrij leven.
Sigiswald Kuijken koos opnieuw voor een kleine bezetting, zoals Bach het zelf moet beleefd hebben – hij had niet de luxe van sommige van zijn collega’s die over een groter orkest konden beschikken – en de historische instrumenten brengen ons ‘ten huize Bach’, zeg maar. We trekken wel punten af omdat het inlegboekje in drie talen is maar niet in de vierde die we toch wel wilden zien: ons eigen Nederlands… Een hebbeding om op tijd en stond te beluisteren, dat is deze cd.
‘Solo Cantatas’
** Il Gardelino, onder leiding van eerste violist van het ensemble Ryo Terakado, bracht een cd uit met vier cantates voor solo bas. De solist van dienst is Dominik Wörner.
De overbekende cantate ‘Ich habe genung’, BWV 82, opent de cd. Het zal je opvallen: ‘genung’ en niet ‘genug’. In het tekstboekje vind je er geen extra uitleg over. Opzoekingswerk leert ons dat wel degelijk genung en genug in Bachs tijd samen werden gesproken en geschreven. Genug overleefde maar in de volkstaal komt nog steeds genung voor. Er mag (moet?) van uitgegaan worden dat oorspronkelijk ‘genung’ in de tekst stond. Het is puritanisme tot en met om het zo ver te drijven enerzijds maar anderzijds krijg je de tekst zoals Bach hem kende en een -ng of –g klank achteraan een woord zingen, heeft een andere nuance omdat de -ng zacht wordt neergelegd en de –g (gesproken/gezongen bijna –k) hard is.
De andere cantates: Der Friede sei met dir – BWV 158, Ich will den Kreuzstab gerne tragen – BWV 56 en Amore traditore – BWV 203. Als extra krijg je op deze cd de ‘bonus track’ BWV 158/2, de zangstem wordt hier vervangen door de viool.
Tot onze spijt geraken we te weinig in vervoering en voelen we ons niet tot de hemel gericht worden wanneer Wörner zingt. Hij houdt zich teveel op teruggetrokken en op de vlakte. Geen tranen en ook geen vreugde. Ook zijn stemkleur spreekt ons minder aan. Het is een propere bariton, niet echt een bas te noemen. Ook het orkest mocht meer leven geven, meer fraseren, meer ademen. De voorzichtigheid heeft het gehaald op durf waardoor we een nette opname krijgen die er mag zijn, maar niet boven andere uitsteekt. Het boekje is in drie talen, Nederlands ontbreekt (alweer).
‘Sonatas for viola da gamba and harpsichord’
*** Vittorio en Lorenzo Ghielmi zijn al langer dan vandaag bekende namen in de oude muziekpraktijk. De cd die voor ons ligt heeft iets van eigen bodem. Hij werd opgenomen in het onvolprezen AMUZ met als productieleider Jan De Winne in maart 2011.
Laten we onze neus maar krullen dat de broers Ghielmi, die een grote internationale carrière genieten, kozen voor Antwerpen. De titel van de cd is eigenlijk niet juist want niet alleen ‘harpsichord’, klavecimbel, maar ook pianoforte wordt gespeeld bij het begeleiden van de viola da gamba.
Drie sonates en drie preludiums zijn er beluisteren voor de totale duur van ruim 55 minuten. Voor dit type cd eigenlijk niet te kort. 10, 15 minuten langer zou de luisteren kunnen vervelen, hoe goed ook wordt gemusiceerd. Een pluspunt hier rekening mee te houden.
Opnametechnisch komt het ons over dat de viola da gamba te sterk is naar voor geschoven ten nadele van de klavierinstrumenten. Het is een veel voorkomend euvel. De indruk is er ook dat je de cd wat te luid moet zetten om alle details in de stillere passages te horen. Op zich misschien niet zo erg doch wordt de muziek dan weer te hard als er de levendigere delen aankomen. En zo valt het nog eens op dat ‘oude’ instrumenten op cd vastleggen, zeker in zo’n kleine combinatie, veel moeilijker is dan ‘moderne’ instrumenten.
Er wordt feilloos gemusiceerd, wat je ook kan verwachten van doorwinterde professionelen, maar graag geven we het nog even mee. De broers leven zich vooral in de snellere delen uit. Het bruist van het leven en kracht. De langzame delen zijn iets te sterk, dat is het temperament van de sterke persoonlijkheden dat zich manifesteert. Het mag op dit niveau. Mooie muziek wordt er gemaakt en wie van een stevige Bach houdt op historische instrumenten, maakt met de aankoop van deze cd een juiste keuze. Jammer dat het inlegboekje niet in het Nederlands is opgesteld. De talen: Engels, Frans en Duits.
‘Fürchte dich nicht’ in de reeks Bach in context
*** Musica Amphion en het Gesualdo Consort Amsterdam geeft in 2014 het vierde deel uit van ‘Bach in context’. Vier boekdelen (Engels, Nederlands en Duits) met een cd. Eerder verschenen ‘Jesu meine Freude’ en ‘Bach & Luther’. Weldra op de markt te vinden is ‘Vater unser’.
Fürchte dich nicht biedt de luisteraar (en lezer) een cd die opent met het Preludium in G – BWV 568 voor orgel. Prachtig! Dit wil je meteen herbeluisteren en nog en nog… Het is voor ons meteen de topper van deze opname. Dirigent Pieter-Jan Belder had strenger mogen (moeten?) zijn voor één stem… We weten dat de zanger waar het over gaat een enorme staat van verdienste heeft, maar hij is op zijn retour en het wreekt zich fel in verschillende passages over heel de opname. Harry Van der Kamp kan de vocalises niet meer aan en de breedte van de tessituur heeft haar tijd gehad. De hoogte halen wordt echt moeilijk. Hierdoor krijgt heel deze opname het moeilijk op de orgelwerken na. Het orkest speelt bijzonder fraai, de andere zangers verdienen zonder meer lof over heel de lijn. Maar er is die maar. Door de kwaliteit die aanwezig is en door het goed verzorgde, informatieve boekwerk geven we toch nog drie sterren aan deze realisatie omdat Bach geëerd wordt op een wijze die hij verdient, op het vermelde na.