Onze website is vernieuwd, geef zelf je evenementen in. Heb je een fout gezien. Mail ons!

Klassiek Centraal

Verdi’s Rigoletto: van cynische hofnar naar gebroken vader

Bij de Opéra Royal de Wallonie krijgen we geregeld de kans om minder gespeelde werken te zien, zoals vorige maand Giordano’s Mese Mariano. Maar ook het populaire repertoire wordt uiteraard niet verwaarloosd. Zo staat momenteel een van Verdi’s toppers op de affiche: Rigoletto. Onverwoestbaar alleen al dank zij de muziek van Giuseppe Verdi en vertolkt door knappe stemmen, zorgt de voorstelling voor puur genieten.

Toch zorgt de regie voor enkele kanttekeningen. De regisseur koos voor een zeer sombere enscenering die eigenlijk pas in het laatste toneel van het derde bedrijf een schrijnende impact krijgt, in een bijna surreëel decor. Het paleis van de hertog van Mantova in het eerste bedrijf lijkt al in verval en de hovelingen komen niet echt tot leven als de cynische tegenpolen van de gebochelde nar, die de willekeur van de macht op de korrel neemt. Zelfs de dreigende figuur van Monterone, die de vloek over Rigoletto uitspreekt, omdat hij hem als gehoornde man uitlacht, komt slechts als een marionet over. We houden wel van soberheid maar het huisje waar Rigoletto met zijn dochter Gilda woont is wel heel armtierig voorgesteld waarbij ook de hele onderneming van de kidnapping van Gilda niet de verrassende impact heeft. Zo mist elke scène wel enige scherpte om echt beklijvend te zijn. Jammer, maar gelukkig maken de zangers het enigszins goed door hun sterke vocale prestatie.

© J. Berger

Stemmen redden de povere regie

De opera is vooral bekend door de fameuze aria van de hertog “La donna è mobile” maar daarvoor laat tenor Giuseppe Cipali met zijn eerste aria, “Questa o quella” waaruit blijkt dat voor hem de vrouwen allemaal enkel voor zijn plezier dienen, al horen dat hij een heldere en krachtige tenorstem heeft, die doorheen de opera heel overtuigend zijn personage tot leven brengt. In zijn aria “Ella mi fu rapita” drukt hij geloofwaardige woede uit omdat zijn liefje hem gestolen is toen hij haar in haar huisje het hof maakte. De ontvoering had nota bene plaats door zijn eigen hovelingen als hoon bedoeld op Rigoletto. Maar in de cabaletta “Parmi veder le lagrime” had een beetje meer cantabile-nuance zijn zogenaamd verdriet geloofwaardiger kunnen maken. De topper is uiteraard “La donna è mobile”, dat zeker bij de herhaling – terwijl Rigoletto in de zak het lichaam van zijn dochter ontdekt – schrijnend klinkt.

Net als de tenor heeft Rigoletto, bariton Sebastian Catana, zijn grote momenten bij zijn aria’s. Net zoals bij de tenor ook, wordt hij bij die aria’s zo goed als op het voorplan van de scène gezet, zodat het bijna indrukwekkende monologen zijn die niet alleen de handeling voorstuwen, maar vooral een inkijk geven in de emoties van het personage. Een breekpunt waarop Rigoletto definitief de rol van vader opneemt is de woedende aria “Cortiggiani, vil razza dannata”, gemene bende hovelingen, als hij beseft dat ze zijn dochter ontvoerd hebben. Zijn maatschappelijke rol van cynische nar wordt bijtend doorkruist door zijn verdriet als vader en vanaf dan is de individuele dimensie van de opera, Rigoletto als vader de belangrijkste. Als een gebroken man staat Sebastian Catana op het voorplan van de scène.  Elke confrontatie tussen Rigoletto en Gilda zijn in de regie van John Turturro intense momenten die er duidelijk naar verwijzen dat het thema vader-dochter Verdi nauw aan het hart ligt. Dat is uiteraard vooral het geval als Rigoletto zijn dochter terugvindt in het paleis van de hertog nadat die haar verkracht heeft. In hun duet laat Daniel Oren de strijkers en de cello intens met hem wenen. Een aangrijpend moment. Vanaf hier geeft John Turturro de kleur rood ook visueel een aandeel als aspect van hypocriete liefde, ook terug te vinden in de kledij van Maddalena, de zus van de huurmoordenaar Sparafucile.

Als Gilda was Lucie Kaňcová ingevallen voor de zieke Jodie Devos. Ze was een schitterende vervanging, die met gevoel het fragiele en toch vastberaden meisje speelde. De aria die Gilda taxeert, “Caro nome”, zong ze met frisse stem, mooie coloratuur en simpele inleving. De aanvankelijke naïviteit liet ze geleidelijk varen voor een overtuigde vrouw die voor haar geliefde kiest, hoewel haar dat tot slachtoffer maakt van een frivole nietsnut. Ze kreeg voor haar vertolking dan ook een terecht overdonderend applaus.

Het koor presteert vocaal behoorlijk maar hun optredens blijven net als het globale effect van de enscenering vrij flets en karakterloos. Dat is ook enigszins het geval bij het orkest dat wel enkele mooie momenten heeft, al doet dirigent Daniel Oren nochtans zijn best het aan te vuren. Vooral in het laatste bedrijf, komt het goed op dreef. Al biedt de voorstelling zeker enkele mooie momenten, ze zal niet op mijn toplijst van de Opéra Royal de Wallonie terecht komen.


WAT: Giuseppe Verdi Rigoletto

WIE: John Turturro, regie
Daniel Oren, dirigent
Sebastian Catana, Rigoletto; Lucie Kaňcová, Gilda; Giuseppe Cipali, Duca di Mantova
en verder: Rubén Amoretti, Sarah Laulan, Patrick Bolleire, Patrick Delcour, Caroline de Mahieu

WAAR: Opéra Royal de Wallonie Liège

WANNEER: Geziene voorstelling: zondag 6-3-2022
Nog voorstellingen Luik tot zondag 13-3 / Charleroi: 18-3-2022

Details:

Titel:

  • Verdi’s Rigoletto: van cynische hofnar naar gebroken vader

Blijf op de hoogte

Elke donderdag sturen we een nieuwbrief met de meest recente berichten op onze website

– advertentie –