De Opéra Royal de Wallonie in Luik vaart al jaren een koers die je in niets kan vergelijken met De Munt of met Opera Vlaanderen. Zolang directeur Stefano Mazzonis di Pralafera de leiding heeft, zal de klassieke opera qua regie, kostumering en decor niet van tafel geveegd worden.
Het operaseizoen 2015/16 opende met de minder vaak uitgevoerde Verdi-opera Ernani. Het libretto is gebaseerd op een drama van Victor Hugo. Drie hoge adellijken, waaronder Karel V, zijn verliefd op dezelfde jonge deerne. Allerlei toestanden leiden ertoe dat een aan lager wal geraakte adellijke, gerehabiliteerd wordt en zelfs met de dame in kwestie mag huwen. De opera zou bij deze mooie en toekomstgerichte plot kunnen eindigen, maar neen, er moet alweer bloed vloeien en dus komt de oudste der rivalen zijn wraak opeisen. Wraak die onder ede werd aanvaard door de belaagde, maar natuurlijk in de roes der liefde vergeten werd. En hopsa, het verhaal eindigt met de zelfmoord van de jonggehuwde man en het eeuwig ongeluk voor de jonge weduwe, maar ook het ongeluk van de wraakzuchtige. Kortom, het verhaal is niet veel waard en past in elke derderangssoap.
Ernani is niet de meest geïnspireerde opera van Giuseppe Verdi. Hij heeft heel wat werken die veel meer aanspreken en beroemde aria’s, koorpartijen en ouvertures hebben. Er zijn wel aartsmoeilijke stukken in, die van de zangers een absolute toonzuiverheid eisen en waar een zanger zonder een sterke techniek ook niet in mee kan. Er zijn voldoende bravourestukken waar een zanger zich kan bewijzen in zijn kunnen zowel technisch als muzikaal, maar toch zijn er geen aria’s en dergelijke die je in de herinnering blijven.
Genieten van deze opera kan je voornamelijk door een vertolking om u tegen te zeggen en ziedaar, wat de zangers en het koor betreft, net als de kostumering, belichting, decors en regie kregen we wat Ernani vereist. Minder tevreden zijn we van het orkest. Daar is toch echt verbetering mogelijk, om niet te zeggen noodzakelijk. Soms vroeg ik me bovendien af of het orkest vanuit de orkestbak elektronisch versterkt werd en meer nog, het eerste koor van de derde acte zong dan wel live, ik had de indruk dat het orkest niet speelde en de muziek alleen maar uit de boxen kwam. Zeer bizar…
U heeft begrepen, beste lezers, dat de kostuums prachtig waren, de foto’s bewijzen het ook. De belichting was mooi, maar soms wel te donker waardoor details van de kostuums minder goed zichtbaar waren. Zeer origineel was het spiegeleffect waardoor je de figuranten niet alleen gewoon op het podium zag, maar als het ware van bovenaf eveneens. Het kleedde meteen ook het sobere decor in.
En ja, de zangers, daar gaat het bij het luisteren naar opera natuurlijk ook om en daar werd het publiek mee verwend. Ernani werd gezongen door de Argentijnse tenor Gustavo Porta. Hij is een van de Latijns-Amerikaanse tenoren die je mag plaatsen in het rijtje navolgers van Placido Domingo zijn zangstijl. Soms drukte hij wat fel op de stem, maar de prestatie mocht er zeker zijn. Elaine Alvarez vertolkte Elvia. Een ver dragende soepele sopraan, ietwat scherper in de hoogte, maar toch met voldoende crème. De oude heer Don Ruy Gomez de Silva werd sterk op scène gebracht door de imposante bas Orlin Anastassov en Don Carlo (Karel V) werd subliem vertolkt door Lionel Lhote. Zijn stem is rijp en hij zingt met een betoverende baritonkleur die hij koppelt aan grote overtuigingskracht, meer nog, hij tilt het niveau van het werk op.
Deze vier belangrijkste stemmen waren zeer goed op elkaar afgestemd en geen zong een ander in de verdediging of wilde boven de andere uitkomen. Dat is zeer dikwijls wel anders. Ook hier dus echt goede punten.
Los van onze bedenkingen over de kwaliteit van het orkest, mogen we van een geslaagde start van het operaseizoen in Luik spreken.