1892 – het zijn de hoogtijdagen van de koloniale politiek, van de economische opkomst van de industriële wereld, van de razendsnelle ontwikkeling van wetenschap en techniek: denk aan de eerste foto van het Noorderlicht, aan Rudolf Diesel die het patent aanvraagt op de krachtbron die zijn naam zou dragen.
1892 is ook het jaar van een cholera epidemie in Noord-Duitsland, het jaar dat Darius Milhaud en Arthur Honneger het levenslicht zagen, dat Anton Bruckner zijn achtste symfonie componeerde, Verdi zijn Falstaff en een paar duizend kilometer verderop Tsjaikovski zijn Notenkrakersuite voltooide.
Met de vorming van nieuwe staten ontstond overal in Europa een hernieuwde interesse in eigen geschiedenis, taal en cultuur. Een ontwikkeling die zijn invloed op de muziek niet zou missen. Meer dan ooit werd muziek de stem van de eigen culturele identiteit en kwam de volksmuziek in de schijnwerpers te staan.
Liefde op het eerste gezicht
1892 is bovendien het bouwjaar van de Steinway die op deze cd te horen is. Het instrument staat in een idyllisch kasteeltje ergens in Pruissen, niet ver van de plek waar pianiste Uta Weyand een aanzienlijk deel van haar leven heeft doorgebracht. Geen toeval dat ze een paar jaar geleden met dit instrument kennismaakte toen ze er een benefietconcert op gaf om de restauratie te bekostigen.
Het was liefde op het eerste gezicht! Voor Weyand is deze vleugelpiano als een spiegel die feiten en fictie van zijn fascinerende geboortejaar reflecteert.
Een bonte verzameling
1892 is tot slot het jaar waarin het repertoire op deze cd geschreven werd. Weyand koos vier componisten uit die in dat jaar in totaal verschillende levens- en artistieke fases verkeerden. We horen de jonge Debussy die net zijn loopbaan als pianist heeft afgebroken en zich voortaan alleen aan componeren zou wijden, de twee jaar oudere Albéniz die een buitengewoon pianist was en zich toelegde op sterk folkloristisch gekleurd werk.
We komen Grieg tegen in de bloei van zijn leven en op het toppunt van zijn roem en tot slot Brahms die al aan het eind van zijn scheppend leven was gekomen. Saillant detail: Grieg bezat precies zo’n Steinway vleugel. Het instrument is te bewonderen in zijn huis te Troldhaugen.
Onbekend maar niet onbemind
Het zijn onvergetelijke werken, die in vergetelheid zijn geraakt, zo beargumenteert Weyand haar keuze. We mogen ons gelukkig prijzen dat zij deze composities die al net zo verschillend zijn als hun scheppers, maar zonder uitzondering tot de categorie ‘meesterwerk’ behoren, op een cd heeft gezet.
Balsem voor de oren
Al vanaf de eerste mysterieuze tonen van Debussy’s Nocturne 1892 valt de enorme rijkdom aan klankkleuren op, die Weyand aan haar instrument weet te ontlokken. Dit is zuiver impressionisme in klankkleur. Voeg daarbij de duidelijke frasering, de contrasten, het uitgebalanceerde tempo en je hebt het over een interpretatie die de perfectie benadert.
Dat geldt zeker ook voor de drie Cantos de España van Albéniz. Repertoire waarmee Weyand al sinds haar studie in Madrid vertrouwd is. Wat een scherpe contrasten! Bezetenheid afgewisseld met bezonkenheid. Folklore versterkt met een flinke dosis impressionisme. Ook hier weer dat warme timbre, zelfs in de snelle passages en de felste accenten. Knap ook hoe ze uit al die contrasterende segmenten een eenheid weet te construeren en ondanks al het pianistisch vuurwerk nooit de virtuositeit laat prevaleren.
In de meer impressionistisch aandoende tweede Canto neemt Weyand ons mee naar een compleet andere klankwereld. Hier wordt duidelijk wat voor ongekende mogelijkheden haar instrument heeft, en hoe ze die weet te benutten. De derde Canto met zijn uitbundige karakter krijgt een swingende interpretatie vol vuur en vaart. Kort en krachtig.
De tegenstelling met Griegs zes Lyrische Stucke opus 57 kon niet groter zijn. Ook hier toont Weyand zich een meesteres van kleur en gevoel. Waar Albéniz zijn folkloristische inspiratiebronnen met een Zuiderse gloed laat schitteren, treffen we hier een kunstenaar die ondanks zijn roem nooit de melancholie van zich af kon schudden. Scandinavische folklore vol van hartstocht, vertwijfeling, weemoed, van smachten naar, ja naar wat eigenlijk? Weyand weet deze broze stemmingen met haar ingetogen spel, beheerste tempi en golvende dynamiek, doeltreffend te raken.
In Brahms’ Fantasiën op 116 maken we kennis met een componist die nog maar een half woord nodig had om aan zijn nostalgie uiting te geven. Brahms die in de spiegel kijkt, pure introspectie. Hier wordt aan de alom heersende weemoed nog een stevige dosis berusting, vertwijfeling, maar ook opstandigheid toegevoegd.
Een extra lichaamsdeel
Het is niet alleen de rijkgeschakeerde combinatie van werken, de schitterende vleugel met zijn onbeperkte mogelijkheden, maar vooral het kunstenaarschap van Weyand dat deze cd tot één van de opvallendste van de laatste tijd maakt. Feilloos roept ze elk in de muziek verborgen affect op met haar subtiele toucher, frasering en tempo. Moeiteloos verplaatst ze zich in de verschillende Europese folkloristische stijlen. Noorse weemoed is wat anders dan Spaanse, Duitse of Franse zo laat ze ons overtuigend horen.
Met haar genuanceerde verhalen verleidt ze de luisteraar. Ze schaart zich met haar persoonlijke interpretaties in de eerste rangen der vertolkers. Zelden heb ik iemand gehoord die zo vergroeid is met haar instrument. Het is alsof ze met dit instrument over een extra lichaamsdeel beschikt.
Weyand brengt hoop!
Uta Weyand doet je van je geloof vallen: Grieg – en ook natuurlijk Debussy – dat was voor mij altijd Walter Gieseking. Albéniz, dat moest liefst Alicia de Larrocha zijn. Totdat ik deze cd hoorde van een mij onbekende Duitse pianiste, die bewijst dat het nog steeds mogelijk is om de lat een stukje hoger te leggen.
Tot slot vormt deze cd een misschien onbedoeld – maar overtuigend – pleidooi om afstand te doen van de moderne vleugelpiano die door alle aanpassingen om het spelgemak en geluidsvolume te bevorderen zodanig ingeboet heeft aan klankkleur dat hij nauwelijks nog recht kan doen aan dit – en veel ander – repertoire. Er is geen twijfel mogelijk: deze bijna honderddertig jaar oude Steinway overvleugelt in elk opzicht moeiteloos zijn moderne nakomelingen.
WIE: Uta Weyand
WAT: 1892 – Reflections piano works by Debussy, Albeniz, Grieg, Brahms
UITGAVE: Ars 38308
FOTO: mt
BESTEL HIER: JPC