Voor zijn nieuwe productie van Verdi’s “Un ballo in maschera” ontleende de Royal Opera een realisatie aan het Theater Dortmund die co-producent is samen met Scottish Opera. De enscenering is van de Duitse Katharina Thoma die trouw blijft aan het originele libretto van de opera.
Dus geen koning Gustav van Zweden vermoord door Jacob Johan Anckarström maar de gouverneur Riccardo en zijn trouwe vriend Renato. Maar aangezien Katharina Thoma parallellen meende te zien tussen de wereld van Riccardo en de politieke onzekerheid van Europa op het einde van de negentiende eeuw verschoof ze de actie naar die periode. Het einde van een regime verklaart de fascinatie voor het bovennatuurlijke en de dood, aldus Thoma, die deze idee vertolkt door de handeling te omgeven met evocaties van kerkhoven en doden die zich van hun grafmonumenten losmaken en Riccardo vergezellen.
Niet erg overtuigend zoals trouwens de hele enscenering in zware, donkere decors van Soutra Gilmour, elegante kostuums van Irina Bartels en een treurige belichting door Olaf Winter. Thoma voegde een aantal onnodige details aan de actie toe zoals de nadrukkelijke aanwezigheid van het zoontje van Amelia of de gesuggereerde vrijpartij tussen Oscar de Renato’s huismeid, maar haar personenregie miste dramatische kracht en de evoluties van het koor waren meer dan eens belachelijk.
Overtuigende vertolking
Gelukkig gaven dirigent Daniel Oren en het voortreffelijke orkest van de Royal Opera leven en kleur aan Verdi’s heerlijke partituur. Er was de grote lyrische adem in het liefdesduet tussen Riccardo en Amelia, de lichtvoetige tussenkomsten van de page Oscar, de sprankelende humor in de lach van Riccardo, de emotie in de smeekbede van Amelia om haar zoon een laatste keer te mogen omhelzen en het drama van Renato, gekwetst door het verraad van zijn vriend en vast besloten zich te wreken. Al deze emoties werden ook duidelijk geprojecteerd door de protagonisten die passie en expressiviteit combineerden met mooie, ruime stemmen en overtuigende vertolkingen.
De Maltese tenor Joseph Calleja zong zijn eerste Riccardo en gaf hem zijn warme, zonnige stem met stralende hoogte, een mooie vocale lijn en een geëngageerde vertolking. De Oekraïense sopraan Liudmyla Monastyrska was een imponerende Amelia, zowel door haar verschijning als haar stem maar detailleerde de partij met subtiele vocale nuances en echte emotie. De Russische bariton Dmitri Hvorostovsky gaf Renato veel allure, was de trouwe vriend die zijn heerser wil beschermen en dan de verraden en gekwetste man die alleen op wraak zint en vertolkte zijn emoties met sonore stem en een echt dramatisch elan. De Ulrica van Marianne Cornetti had veel présence, een expressieve maar wat flakkerende stem en problemen met het lage register. Lauren Fagan gaf Oscar jeugdige overmoed, een klare en soepele stem en een hartverwarmende vertolking. Goede prestaties waren er ook van Samuel Dale Johnson (Silvano), Anatoli Sivko en Jihoon Kim (Samuel en Tom) en van de koren.