In het kunstencentrum Opus 4 te Antwerpen heeft een jonge Koreaanse celliste van 25 lentes op 18 maart 2017 het aanwezige publiek met verstomming geslagen met een concert waar de vernieuwde Koningin Elisabethzaal en het publiek slechts konden van dromen en waar tijdens een concert diezelfde avond de creatie van de tweede symfonie van Wim Henderickx zou plaatsvinden.
De in Korea geboren celliste Christine J. Lee is Master of Music van de Julliard School te New York en is momenteel een “ Artist in Residence “ aan de Koningin Elisabethkapel te Waterloo, dit ter voorbereiding van de 1ste Koningin Elisabethwedstrijd voor cello die start op 7 mei e.k.. Zij volgde verder o.a. Masterclasses aan de Kronberg Academy te Frankfurt en de IMS Prussia Cove in het VK. De samengestelde premières van hedendaagse muziek met Eight Blackbird en Julliard’s Axiom droegen bij tot haar fenomenale vertolkingen. Zij speelde recitals en trad eveneens op als soliste met orkesten in Noord-Amerika, Azië en Europa. Belangrijke orkesten zoals het Philadelphia Orchestra, het Koreaans Radio-orkest, het Philharmonisch orkest van Seoul en het Calgary Symphonieorkest hadden o.a. reeds de eer om samen met haar te kunnen musiceren.
Op het recital te Antwerpen werd zij begeleid door de Roemeense pianiste Dana Protopopescu die reeds zeer vroeg begon met haar pianostudies te Boekarest. Haar opleiding maakte ze af te Brussel bij Eduardo del Pueyo en aan de muziekhogeschool te Hannover bij Karl Engel.
Op 14-jarige leeftijd speelde ze haar eerste concert met orkest. Sindsdien werkte ze met vele grote dirigenten zoals Alexander Rahbari, Igor Markevitch e.a…. Als soliste was ze te gast op diverse grote festivals in London, Moskou, Parijs, Barcelona, Boston, Seoul enz….
Zij is eveneens werkzaam aan de Koningin Elisabethkapel te Waterloo waar ze de coach is van vele jonge virtuosen en is tevens begeleidster voor de Koningin Elisabethwedstrijd te Brussel. Samen brachten ze een programma met cellomuziek met een waaier aan stijlperioden.
Van Luigi Boccherini hoorden we de sonate in Do groot g. 17 met de baspartij van de Basso Continuo gespeeld op de piano – zonder harmonisatie. Van een verassing gesproken!! Hierdoor kwam de cello werkelijk als solo-instrument op de voorgrond en kreeg zo alles te vertellen.
Vervolgd werd met het Lento Maestoso voor cellosolo van Eugène Ysaye, een werk dat de toehoorders alle hoeken van de zaal instuurde. Daarna klonk het Allegro Moderato uit de Arpeggione Sonate van Franz Schubert.
Een plotse terugdraai in de muziekgeschiedenis bracht ons naar Johann Sebastian Bach met de Prelude, Sarabande en Gigue uit de 3e suite voor cellosolo om het eerste deel te besluiten met het Pezzo Capriccioso van Pjotr Igor Tchaikowsky. Solisten en publiek waren hierna zeker toe aan een moment van onstpanning.
Het tweede deel zetten zij in met de overbekende Suite Italienne ( een suite gebaseerd op themas van diverse oud-Italiaanse componisten in een ander tintje gekleurd… ) van Igor Stravinsky om het geheel te besluiten met de Dance of the Green Devil van de Spaanse cellist-componist Gaspar Cassado. Hij leefde in het begin van de 20ste eeuw.
Zoals reeds eerder geschreven kreeg het publiek alle hoeken van de zaal te zien.
Alle werken die we hoorden deze avond blonken uit door perfectie in alle opzichten van de musiceerkunde. Vanaf Boccherini, via Schubert tot Stravinsky werd het publiek letterlijk meegezogen in de uitzonderlijke klank van de muziek zodat we zelfs niet meer de cello hoorden, maar in plaats daarvan de muziek die over het publiek werd gegoten. Elke noot, elke zin, alles leek op een zeer aangename vertelling. Elk werk kreeg de waarde, de componist waardig. Ik zou zelfs durven beweren dat het de compositie verbeterde. Elke lijn kreeg de lyriek, de speelsheid, het drama erin, het verklarende van het verhaal…. die het nodig had.
Het was gewoon – op alle gebied – adembenemend wat deze celliste ons gaf. Dit is een artieste die niet alleen één was met haar instrument, ze was één met de muziek in alle aspecten en stijlen, met alle innerlijke emoties erbij.
Maar we mogen uiteraard niet vergeten dat ook de pianiste haar aandeel had in dit geheel. Ze speelde de kamermuziek, ze begeleidde de andere werken alsof zij één was met de celliste. Geen ogenblik ging haar aandacht weg van het samenspel, samen inzetten tot in de perfectie, zonder dat de celliste echt omkeek om zeker te zijn dat haar trouwe musiceerpartner elke tempowisseling opving zonder dat het opviel; alsof het natuurlijke fluidium van beiden één werd in alle geledingen van de musiceerkunst. De bij ons ten lande reeds lang gekende pianiste musiceerde weerom even betrouwbaar zoals we van haar reeds jaren gewoon zijn.
Het aanwezige publiek bleek unaniem in verwondering en sprakeloosheid. Het zou onzinnig zijn om over elk werk afzonderlijk iets te schrijven omwille van tradities. Het ene overtrof het andere – keer op keer opnieuw – met elk een verhaal binnenin, alle emoties…Gewoon onbeschrijflijk wat we hebben mogen aanhoren. Dit krijg je slechts enkele malen te horen in een mensenleven.
Maar om diegenen die vorige zaterdag afwezig waren de kans te geven om dit uitzonderlijk levensmoment mee te maken, werd deze virtuose bereid gevonden om op zaterdag 22 april nog eens in het Kunstencetrum Opus 4, om 20u, aan de Desguinlei 90 te 2018 Antwerpen, het publiek te laten genieten met haar wonderbaarlijk cellospel. Een aanrader
- WAT: Cello & piano – recital
- WIE: Christine J. Lee, Dana Protopopescu
- WAAR: Opus4, Antwerpen
- WANNEER: zaterdag, 18 maart 2013
- Foto: ©Opus4