Wat is er ‘Tussen Hemel en Aarde’ en ‘Tussen Politiek en Kunst’? De toenemende economische druk op de artistieke praktijk brengt de duurzaamheid van werkrelaties in het gedrang. In dit afscheid loodst artistiek directeur Kathryn Bennetts haar compagnie andermaal naar ongekende hoogtes met deze laatste première van het seizoen.
Ze zegt het niet met zoveel woorden, maar een goede verstaander snapt dat ze in de clinch gaat met individuen die uitpakken met beschamend bekrompen ideeën, die inhoudelijk haaks staan op alles waar kunstenaars mee bezig zijn, namelijk dragers te zijn van een internationale emancipatie. Zij is een perfectionist die zich door niks of niemand de wet laat dicteren. Ze voelt de polsslag van de tijd perfect aan. Zoveel inzicht, strategie en visie verloren laten gaan is godgeklaagd. Het KBvV brengt drie choreografieën op de as van tijdruimtelijkheid: ‘Serenade’, muziek van P. I. Tjaikovsky, choreografie George Balanchine ging in première op 1 maart 1935; ‘After the Rain’: muziek Arvo Pärt, choreografie Christopher Wheeldon ging in première op 22 januari 2005 en dan was er nog de wereldcreatie ‘Killer Sweet’ op muziek van W. A. Mozart in een choreografie van Jorma Elo. Muziek live uitgevoerd door deFilharmonie o.l.v. Benjamin Pope met een speciale vermelding voor het subtiele en gloedvolle spel van violist en concertmeester Bart Vandenbogaerde. De dansers van het KBvV openden niet de toegangspoort tot de hemel, wél naar de magie. Choreografieën zijn als het ware psychische voetstappen waarin men treden kan om de kracht te voelen die hen deed ontstaan.
Dat Kathryn Bennetts de traditie een warm hart blijft toedragen blijkt uit het eerste deel van dit avondvullend spektakel, nl. ‘Serenade’. Voor balletliefhebbers is Balanchine tot de dag van vandaag de man die het klassieke ballet uit zijn al te strakke korset verloste. Hij voegde er schwung, plezier, aardsheid en geometrie aan toe. Met een uitzonderlijke inventiviteit hanteerde hij de traditionele techniek. Geschoold en opgeleid in de Russische traditie, die hij nooit verloochende, wist hij een absoluut Amerikaanse stijl te distilleren. Balanchine creëerde abstracte balletten, vorm geworden muziek, zowel in de romantische dan in een meer vooruitstrevende danstaal, die op hun beurt tot klassiekers zijn uitgegroeid. Niet alleen blijft deze tijdloze, sobere choreografie een meesterwerk door de indringende visuele schoonheid. Gaaf en expressief vertolkt krijgt dit ballet telkens weer een nieuwe adem. We kunnen gewagen van girlpower én gratie. Er staan immers twintig sierlijke ballerina’s op het podium, enkele mannen duiken sporadisch op om enkele liftings te doen. Heel wat wetenswaardigheden verdwijnen in de plooien van de geschiedenis. We staan er niet bij stil dat veel van het modernisme in de klassieke dans verankerd zit in het werk van Balanchine, zoals het subtiele synchroniseren van de pointes, of één danser die drie of meerdere danseressen leidt. Het was allemaal ongekend en ongezien voor Balanchine. De balletwereld is hem in ruime mate schatplichtig. Eerste soliste Courtney Richardson is de ster van de avond. In de drie choreografieën is ze prominent aanwezig.
En dan was er ‘After the Rain’ op muziek van Arvo Pärt: Tabula Rasa (eerste beweging ‘Ludus’ én ‘Spiegel Im Spiegel”). Over de Estse componist, die momenteel in West-Duitsland resideert, doen de wildste geruchten de ronde: dat hij een heilige zou zijn, een profeet omwille van zijn contemplatieve muziek. Feit is dat hij hemelse muziek componeert. Na een eerste periode waarin hij neoklassieke muziek creëerde, schakelt Pärt over op het gebruik van avant-garde compositietechnieken. In 1976 vindt hij een nieuwe compositietechniek: tintinnabuli (Latijn voor ‘kleine belletjes). Muziek die door haar eenvoud aanspreekt, snaren beroert. ‘After the Rain’ is een kort stuk van 22 minuten. De choreografie is geniaal en wordt virtuoos gedanst. De opening brandt meteen op het netvlies. De drie dansparen zijn gekleed in blauw/taupe, ook de kleur van de fonddoek. Waar in het eerste deel, gedanst op Pärts Tabula Rasa, met een intrigerende beat, drama en dynamiek van het podium spatten, hult deel twee ‘Spiegel Im Speigel’ de twee dansers Courtney Richardson en Ernesto Boanda én het decor in warme kleuren. De muziek waarbij een viool en piano in dialoog gaan is een streling voor het oor, terwijl de dans een streling is voor het oog. Een subtiel gespannen draad tussen twee personen. Banen die elkaar kruisen. Op dat snijpunt draait hun wereld om elkaar in een verstild en broos ballet. Magistraal en aangrijpend. Ook een afgeladen opera was verkocht voor deze adembenemend mooie en aparte pas de deux. Bij deze choreografie schoot me een oneliner van Charles Baudelaire door het hoofd: “Dans is in staat het geheim te openen dat de muziek verbergt.”
Tot slot de wereldcreatie ‘Killer Sweet’. Daarvoor koos choreograaf Jorma Elo het Vioolconcerto nr. 5 in 1; kv 219 van W. A. Mozart. Een weinig voorspelbare choreografie vol verrassende wendingen, net als een caleidoscoop, waarbij een humoristische knipoog niet ontbreekt. Zijn we Mozart schatplichtig als de componist van prachtige klassieke composities, hij ging ook de geschiedenis in als een schalks en onvoorspelbaar heerschap. Deze tweeslachtigheid wist Jorma Elo ook om te zetten in zijn choreografie. Eerste soliste Eva Dewaele kon zich hier nog eens bewijzen als femme fatal in een stijl die haar als een handschoen past: beweeglijk en abstract. Zij zegt het KBvV vaarwel en verkast naar Zurich waar ze haar speciaal talent helemaal zal kunnen uitleven. Ook voor principal Alain Honorez was dit een laatste opdracht. Met Kathryn Bennetts die de deur achter zich dicht trekt is dit een serieuze aderlating qua talent. Hopelijk leidt dit niet tot een artistieke leegloop van het KBvV.
‘Tussen hemel en Aarde’, drie prachtige balletten, compleet verschillend van stijl, wat de veelzijdigheid van het KBvV nogmaals in the picture zet. Een compagnie die het eigen en het werelderfgoed levend houdt en voortbouwt op het eigen zoeken en het experiment van een avant-garde.