**** 4+1, je komt het niet alleen in de supermarkt weleens tegen. Soms valt het aanbod ook gewoon in de brievenbus. Want met het Brusselse ensemble VIVIO krijg je bovenop de vier violen ook nog eens een heuse contrabas voorgeschoteld. De ervaren strijkersgroep maakte in eigen beheer een eerste opname met uiteenlopende doch hoofdzakelijk 20ste-eeuwse muziek, waarvan het merendeel vanzelfsprekend arrangementen of transcripties zijn. Wat daarbij algauw opvalt, is hoezeer er in deze musici hun dromen gedanst wordt.
Dreams from the Past is immers de noemer waaronder de violisten Femke Sonnen, Yuri Higashida, Stephen Meyer en Robert Yeo samen met contrabassist Shagan Grolier composities van diverse pluimage hebben samengebracht. Zo reis je met deze cd zowaar de halve wereldbol af, van Rusland (Sjostakovitsj) over Oost-Europa (Bartók en Janáček), Duitsland (Kurt Weill) en Frankrijk (Georges Bizet) tot in het zwoele Argentinië met Piazzolla. Uit die tussenstop blijkt overigens duidelijk de invloed van Meyer, die zich grondig in diens tangomuziek verdiepte. Eindigen doet deze productie weliswaar dicht bij huis, meer bepaald in Gent, waar Sonnen, naast aanvoerder van de tweede violen in het Symfonieorkest van de Munt ook de drijvende kracht achter de Stapelconcerten én sinds vorig jaar ook gediplomeerd componiste, regelmatig zelf in haar pen kruipt. Het is meteen ook dit korte werk voor vier violen waar het schijfje naar vernoemd is. En zoals dat met dromen wel vaker gaat, heeft ook deze muziek met haar eigenaardige flageoletten in de prominente begeleiding een mysterieus karakter. Het is als de verklanking van een baar landschap, waar je voor even onbestemd in ronddoolt en de horizon onveranderlijk dezelfde blijft. “Dit muziekwerkje is oorspronkelijk geschreven als vijfde en laatste deel van mijn strijkkwartet uit 2019 en vertegenwoordigt de essentie van hetgeen ik in mijn muziek wil uitdrukken”, zo licht de componiste in het cd-boekje toe. “Als ik componeer, betreed ik een andere werkelijkheid die lijkt op de fase tussen waken en slapen, de wereld van de dromen. Voor mij is muziek een magisch universum dat trilt op een andere frequentie, een wereld die iedereen kan herkennen, die heel dichtbij aanvoelt, maar toch ongrijpbaar, niet te verwoorden is.” Net van dat universum biedt ook de rest van dit album een aantrekkelijke staalkaart, waarbij enkele razend populaire en minder bekende werken met elkaar worden afgewisseld.
Sensueel in lijf en leden
VIVIO, waarvan de leden elkaar in 2011 reeds vonden in het Muntorkest en dat pas later tot de combinatie 4+1 uitgroeide, zoekt het op Dreams from the Past vooral in de 20ste eeuw. Het idioom vertegenwoordigt de overgang van de romantiek naar de moderne stijl en gaat af en toe in de richting van de atonaliteit, zo lezen we opnieuw in het bijhorende boekje. De enige uitzonderingen zijn het recente stuk van Sonnen zelve en de enige andere muziek die oorspronkelijk voor een kwartet van violen werd geconcipieerd: Znelka van Leoš Janáček (1875), het aandoenlijke en inderdaad heerlijk dromerig kleinood waarmee de opname zo lieflijk opent. En dan is er ook nog de Fantasy on ‘Carmen’ van Bizet, uiteraard eveneens 19de-eeuws van origine. Maar dit specifieke arrangement voor het voltallige ensemble is wel van de hand van Julian Milone, violist in het Londense Philharmonia Orchestra én – belangrijk in deze – zelf lid van 4 Violins & a Bass, een groepje met een gelijklopende bezetting dus waarvoor deze bewerking werd uitgedokterd. Alle herkenbare en mee te neuriën melodieën die van de opera Carmen een absolute crowdpleaser maken, worden er natuurlijk in verklankt, en bovendien eensgezind en met veel schwung, inlevingsvermogen en de nodige finesse geplukt en gestreken. Fraseringen zijn even gloed- als gevoelvol, zowel individueel als collectief. Deze orkestmusici moet je de kneepjes van het veeleisende vak allang niet meer leren. En het repertoire, dat zit hen helemaal als gegoten, zoveel is wel zeker. Ook Youkali van Kurt Weill vindt zijn oorsprong in het muziektheater (1934), al is deze instrumentale compositie uit het interbellum wellicht het bekendst als lied voor sopraan en piano over ‘Le pays de nos désirs’. Maar gaat u dat hieronder vooral zelf eens na … De transcriptie van Sonnen ondertussen geeft deze melancholische tango-habanera alweer een andere gedaante, al blijft het resultaat trouw aan het mistroostige verlangen van de originele partituur. Weill levert hiermee een even opvallend als overtuigend bewijs dat je wieg niet noodzakelijk ergens in het zuidelijke halfrond hoeft te staan om toch warmbloedige muziek te creëren.
Youkali is lang niet de enige dans waar Dreams from the Past graag mee uitpakt, eerder integendeel. Want tussen droom en daad duiken op deze cd nog verschillende andere suites op die lijf en leden moeiteloos in beweging krijgen. Zo zijn er die zes uiteenlopende Roemeense volksdansen van Béla Bartók: schitterende, korte miniatuurtjes, het ontdekken alleszins waard, en eerst geconcipieerd voor piano ten tijde van WO I (1915). De Hongaarse auteur zette deze stukjes later ook zelf om naar orkest, maar veruit het populairste arrangement is eigenlijk van de hand van diens landgenoot Zoltán Székely (1903-2001) voor de klassieke combinatie van snaren en toetsen. Of de vijfkoppige versie van Sonnen evengoed school zal maken, is door de particuliere bezetting reeds twijfelachtig. Daar komt dan nog eens bij dat net de interpretatie van dit luik van het programma minder overtuigt dan Janáček, Weill en Bizet of A Tango Suite van Piazzolla, die andere dansante muziek waarvan de vier delen samen het hoofdgerecht van deze opname uitmaken. Meer nog dan het eerder gezapige tempo zijn het de fraseringen die soms karakter missen. Jocul cu bâtă oftewel de Stick Dance zet daarbij meteen de toon, en klinkt geheel en al vrijblijvend zonder een greintje venijn of variatie zoals we dat live of op plaat bij Janine Jansen of Vadim Repin ten overvloede krijgen. Brâul heeft gelukkig veel minder last van een gracieuze aanpak, evenals het traag uitgesponnen Buciumeana, maar in de laatste twee deeltjes ontbreekt het wederom aan scherpte en vuur. Hier valt dus meer mee te doen, als er minder op safe wordt gespeeld. Gelukkig levert het ensemble daar ook zelf het doortastende bewijs van, en vindt het in de werken van Piazzolla zijn tweede adem. Het Fuga y Misterio uit de tango-opera María de Buenos Aires (1968) swingt van bij aanvang de pan uit. De percussie-effecten en later ook de spitante dialogen en glissandi dragen daar lekker toe bij, terwijl het centrale mysterie in intieme nevelen gehuld blijft. En dat is nog maar een opstapje naar de ‘echte’ tangosuite die de Argentijn in de jaren ’60, ’70 en ’80 componeerde. In een even geliefd als typerend stuk als Libertango gaat VIVIO op zijn energieke elan door, maar minstens zo geslaagd zijn de sensuele passages uit zowel Retrato de Afredo Gobbi of het hartstochtelijke Oblivion die dankzij een uiterst treffende intonatie hun uitwerking allesbehalve missen.
Presentatieconcerten in Gent
Dreams from the Past laat tussendoor ten slotte ook nog enkele heel andere geluiden horen. Zo zorgen de Vierde prelude uit de 24 Preludes en fuga’s (opus 87, 1950) evenals de Canon uit de 10 Aforismen (opus 13, 1927) van Sjostakovitsj, beide initieel voor klavier gecomponeerd, voor nogal atypische want veeleer killige en afstandelijke intermezzo’s. Een vergelijkbaar effect sorteert ook de Fuga uit de sonate voor solo viool van Bartók (1944). De toegevoegde waarde om net deze aartsmoeilijke beweging voor vier violen om te werken, is toch een tikkeltje kwestieus. De “interessante andere dynamiek” waarvan sprake in het boekje, slaat dan allicht op de levendigheid van het samenspel die er anders sowieso niet is, maar ongetwijfeld ook op het plezier van een partituur die er op deze manier toch wat eenvoudiger op wordt … Wat er verder ook van zij, deze cd heeft veel in huis om liefhebbers van strijkers en kamermuziek menig mooi moment te bezorgen: een brede waaier aan stijlen, verschillende herkenbare en bekoorlijke airtjes en bovenal het precieze midden tussen ongegeneerd dromen en voluit dansen.
Tot begin november vinden er in Gent nog drie presentatieconcerten van Dreams from the Past plaats. U ontdekt er niet alleen live de nieuwe cd, maar bovendien ook De Graaf: een sfeervolle nieuwe kunstenplek gelegen aan het gelijknamige Graaf van Vlaanderenplein. Het derde concert vindt dan weer plaats in het gezellige Theater Tinnenpot. Een overzicht:
- Vrijdag 23 oktober 2020, 12u15 – De Graaf, Gent
- Vrijdag 23 oktober 2020, 20u – De Graaf, Gent
- Zondag 1 november 2020, 11u – Theater Tinnenpot, Gent
Tickets kosten 15 euro. Er is een reductietarief voor -26/65+ van 13 euro. De UiTPAS wordt aanvaard. Kaarten alleen via reservatie: www.uitbureau.be / 09 233 77 88 of info@tinnenpot.be / 09 225 18 60 … Tot zover deze mededeling van commerciële aard.
- WIE: VIVIO [Femke Sonnen, Yuri Higashida, Stephen Meyer en Robert Yeo (viool), Shagan Grolier (contrabas)]
- WAT: Dreams from the Past, met muziek van Leoš Janáček (1854-1928), Kurt Weill (1900-1950), Georges Bizet (1838-1875), Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975), Béla Bartók (1881-1945), Astor Piazzolla (1921-1992) en – last but not least – Femke Sonnen (°1961) zelf
- UITGAVE: opname in eigen beheer, opnameleider Hans Van Daele (http://www.arsiscd.eu/)
- FOTO’S: © Tysje Severens
- WEBSITE: www.vivio4.be
- BESTELLEN: via de website van het ensemble (tot en met 1 november beschikbaar aan 15 euro/stuk)