Gitaar en dwarsfluit creëren een prachtige kleurcombinatie maar spijtig genoeg is er nog een (te) beperkt repertoire voor gecomponeerd. Duo Massimino Ramonda brengt een selectie uit het 20e eeuws en hedendaags repertoire. Hierbij zetten Veronica Ramonda en Martina Massimino één genre centraal: de sonate. Aan de hand van de gekozen sonates en sonatinas lijken ze de verhoudingsbalans tussen de twee instrumenten te verkennen.
Het album openen met de Sonata (1998) van Roberto Di Marino (°1956). In elke beweging wordt een andere verhouding tussen de twee instrumenten in dit duo afgetoetst. In dee eerste beweging “Allegro” is de benadering zeer klassiek. De fluit is de ster en de gitaar is ondergeschikt en doet de begeleiding. Er is geen dialoog tussen de twee instrumenten zoals vanaf Schubert vaak de norm werd. Naar het einde toe breekt de gitaar los uit haar begeleidingsfunctie en komt ze meer naar de voorgrond. Al blijft de dwarsfluit wel nog steeds de echte ster.
De tweede beweging begint met een gitaarintro. De gitaar heeft nog steeds een relatief begeleidende functie maar de twee stemmen kennen al meer interactie en gelijkwaardigheid. Het derde deel “Vivo” is op vlak van interactie misschien wel het interessantste. Deze beweging kent een ABA’-structuur waarbij in het A-deel de fluit een eerder ondersteunende partij functie heeft met een stroom aan snelle loopjes. De gitaar verzorgt de melodie. Het meer lyrisch B-deel biedt ruimte voor dialoog tussen de twee. De gitaar start en de melodie en geeft die daarna door aan de fluit. Ondanks dat het dezelfde melodie is, klinkt deze steeds anders. Het verschil in klankkleur alsook de interpretatie die aan het instrument wordt aangepast, zorgt voor een intrigerend klankspel. Na het middeldeel keert A terug in een gebalde versie om te eindigen in een cadenza.
In de Sonatina (1963) van Radamés Gnattali (1906-1988) die hierop volgt, wordt de evenwaardige dialoog tussen gitaar en fluit verdergezet. Nieuw in dit werk is de dynamische balans tussen de twee. Akoestisch is er inderdaad een dynamisch verschil tussen de twee instrumenten. De heldere en hoge tonen van de dwarsfluit zweven over de zachtere akkoorden van de gitaar heen. Het dynamisch verschil is soms zo dat de gitaar in Di Marino’ sonate nog amper te horen is. In de studio kan deze dynamische verhouding gelijkgetrokken worden. Op deze cd is echter gekozen om dit niet te doen. Een artistieke keuze waarschijnlijk om het klankbeeld van een live concert te bewaren.
In dit tweede werk komt deze balans beter tot zijn recht en speelt Gnattali’s sonatina met de dynamische verschillen door de textuur aan te passen. Niet langer is de typische piano-solist verhouding dominant maar wordt deze afgewisseld door twee solisten die elkaar afwisselen en in dialoog gaan.
De cd sluit af met twee Italiaanse composities. De Sonatina (1965) van Mario Castelnuovo-Tedesco (1895-1968) en de Sonata Quarta (1976) van Franco Margola (1908-1992) zijn vrij gelijkaardig in stijl en kennen invloeden van hun landgenoot Alfredo Casella (1883-1947). Trage en melancholische dansen, virtuoos vuurwerk en romantische lyriek zijn de bouwstenen van deze sonates.
De uitgekozen 20e-eeuwse en hedendaagse werken blijven daarmee heel braaf in stijl. Het middelste werk op de cd — Sonata No. 1 “La mitologia de las aguas” (2009) van de Cubaanse componist Leo Brouwer (°1939) — kent daarentegen een modernistische toets. Cubaanse volksmuziek wordt vermengt met Europese avant-garde speeltechnieken zoals Flatterzunge en windtonen aangevuld met dissonante harmonieën. Deze technieken worden ingezet voor het programmatische karakter van het werk te verklanken. De hoekdelen zijn daarbij iets traditioneler waardoor er geen stijlbreuk ontstaat met de andere werken op de cd. Een geslaagde integratie van dit minder gekende werk van deze grote gitaarcomponist.
- WIE: Duo Massimino Ramonda (Veronica Ramonda [dwarsfluit], Martina Massimino [klassieke gitaar])
- WAT: Las Sonatas
- UITGAVEN: Da Vinci Classics C00510
- BESTELLEN: JPC