**** Als er één zanger momenteel in the picture staat, dan is het wel Jonas Kaufmann. Met zijn ondertussen zowat twintig jaar carrière is hij stilaan op het toppunt van zijn kunnen gearriveerd en hij laat er het publiek ruimschoots van genieten. Terecht werd hij precies een week geleden met een Echo – Deutscher Schallplattenpreis gelauwerd.
**** Als er één zanger momenteel in the picture staat, dan is het wel Jonas Kaufmann. Met zijn ondertussen zowat twintig jaar carrière is hij stilaan op het toppunt van zijn kunnen gearriveerd en hij laat er het publiek ruimschoots van genieten. Terecht werd hij precies een week geleden met een Echo – Deutscher Schallplattenpreis gelauwerd.
Kaufmann kan stilaan zijn plaats in het rijtje grote tenoren à la Placido Domingo of Luciano Pavarotti innemen – om maar twee namen, die iedereen zeker kent, te noemen. De platenfirma’s zien er blijkbaar brood in, want niet minder dan drie labels brengen tegelijkertijd een cd met hem uit. Er zijn de alom bejubelde Puccini-cd Nessun dorma bij Sony Classical en de integrale Aida van Verdi (waarover u hier binnenkort meer hoort) bij Warner Classics. Beide werden met het Orchestra dell’Accademia Nazionale di Santa Cecilia onder leiding van Antonio Pappano opgenomen. En Decca bracht een compilatie uit van veristische aria’s onder de titel The Age of Puccini. De Puccini-aria’s zijn opnamen uit 2009 en 2010 met dirigent Marco Armiliato, de andere aria’s zijn opgenomen in 2010 in Rome, ook met dirigent Antonio Pappano en zijn Orchestra dell’Accademia Nazionale di Santa Cecilia. Decca koos een geschikt moment om de opnamen uit te brengen.
Na drie aria’s van Giacomo Puccini (uit La Bohème, Tosca en La Rondine) volgt een mooie bloemlezing uit het oeuvre van andere veristische componisten. Daarbij ook enkele minder bekende parels, zoals de prachtige aria Giulietta, son io – uit Giulietta e Romeo van Riccardo Zandonai – die Kaufmann een aangrijpende impact geeft. Het is trouwens een van zijn lievelingsaria’s. De stem van Kaufmann vloeit met een naturel doorheen de noten met zijn licht baritonaal timbre dat veel dramatiek uitdrukt. Of het nu populaire toppers zijn als de aria’s uit Cavalleria rusticana of Pagliacci, of eerder minder bekende stukken als Apri la tua finestra uit Iris van Pietro Mascagni, de inleving van Kaufmann is onweerstaanbaar, de stem is krachtig en open. Hij kneedt en smeedt de stem tot wrange nijd, tot intense triestheid of wanhoop. Hij controleert het vibrato en blijft in de juiste toon. Niet alleen in de heftig bewogen aria’s, ook in de zachtere (Cilea L’Arlesiana of Adriana Lecouvreur) maakt hij indruk met zijn sensuele klank en flexibiliteit. Het mooie Come un bel dì di maggio uit Andrea Chénier van Giordano is lyrisch meeslepend. Het recital eindigt met een lied van Licinio Refice (1883-1954), Ombra di nube: een ontroerend slot, als de schaduw van een wolk.
Een cd vol passie die boeit van begin tot einde.