In de ruim 30 jaar dat Pina Bausch artistiek leiding gaf aan het Tanztheater groeide het uit tot een van de toonaangevende dansgezelschappen.
Met de ruim dertig producties op haar actief beïnvloedde ze een hele generatie choreografen w.o. Anne Terese De Keersmaeker. Voor de zoveelste keer te gast in deSingel met de productie ‘Masurca Fogo’ uit 1998, een coproductie van de Wereldtentoonstelling van Lissabon en het Goethe Instituut Lissabon. Een choreografie met een geweldige dynamiek, origineel en bruisend, een lust voor oog en oor. Pina Bausch geeft de dans handen en voeten en baadt het geheel in speelsheid en exotisme, het laatste aspect krijgt vooral kleur door de muziekkeuze met liederen van Amàlia Rodriguez een van de meest herkenbare stemmen uit de fadowereld, een goudeerlijke stem met een straf doorleefd muzikaal verhaal naast Alfredo Marceneiro, de meeslepende tango van Gidon Kremer en de Braziliaanse walsen van Ramadés Gnattali, Kaapverdische muziek, jazz met Duke Ellington en andere. Nu, bijna twintig jaar na de première is het als een hartstochtelijke update van muziek uit de tweede helft van vorige eeuw. Muziek van een tijdloze klasse. Muziek om geboeid naar te luisteren maar ook om intens op te dansen. Gestuwd door de muziek borrelt de beweging uit het innerlijke van de dansers op, vanuit de existentie zelf.
Ode aan het leven
Het toneelbeeld bestaat uit een groot wit kader in perspectiefvorm met daarin een rotsmassa die eruit ziet als gestolde lava of een leisteenformatie, waar vooral de danseressen gratieus hun weg over zoeken. Op een bepaald moment liggen ze er ook op te zonnenbaden, koesteren ze zich in het zonlicht.
Het eerste deel is sterk anecdotisch van opbouw. Het publiek kan zich verkneukelen in de absurditeit, dans- en speelvreugde. De mannelijke dansers gaan vaak als vrolijke schelmen te keer. De danseressen zien er supervrouwelijk en verleidelijk uit in mooie jurken. Het zijn niet allemaal gestroomlijnde vrouwen, er zit best wat vlees aan. Vrouwen met charme en een speciale uitstraling, die door niemand kan worden aangeleerd. Op geprojecteerde beelden zie je mannen ergens op een bananenplantage op aftandse trekzakken muziek maken. Het geheel is een mix van joie de vivre, melancholie en nostalgische muziek. De meest onwaarschijnlijke dingen passeren de revue, een zwemscène, een walrus, zeemeerminnen, een badkuip, een danser op hoge hakken die vervaarlijke salto’s maakt… en toch is er niets bij de haren bij gesleurd, het verglijdt niet naar kitsch. De timing en dosering zit perfect. Dansers en danseressen springen in het ijle en worden opgevangen. De associatieve verbeeldingkracht is sterk aanwezig: mensen reizen in bussen om te leren, nieuwe horizonten te ontdekken, maar de impulsen zijn zo talrijk dat ze in slaap sukkelen. Terwijl het thuisfront zo veel te bieden heeft: vertier, dans, spel. Een prachtige scène is de parafrasering op het liedje ‘The girl from Ipenema’. Een oude vamp, in dellerige kleding, paradeert over de scène terwijl de jonge mannen ‘oh’ kreunen. Ze lokt hen, kust hen en omschrijft dit zelfbewust als ‘It’ s a job!’. Ook enkele heren uit de zaal moesten er aan geloven.
Na de pauze volgen te veel herhalingen om het geheel boeiend te houden, enkele uitschieters niet te na gesproken. Knap en tot de verbeelding sprekend wordt met wat sloopmateriaal: enkele houten latten, planken een kleine keet opgetrokken in het midden van de scène. Erin is amper plaats voor de achttien dansers. Er wordt lijf aan lijf gedanst. Twee lichamen die één worden op het ritme van de muziek. Het feest is een vorm van menselijk contact. Tijdens het hele verloop van de voorstelling krijgt elke danser de gelegenheid om zich solo te presenteren. De eindscène met geprojecteerde overweldigende en oorverdovende golvenmassa’s is best impressionant. De golven rollen precies uit over de rotsmassa. De dansers lijken te bewegen in een reuze aquarium. Na een laatste gezamenlijke heupwiegende dans van de negen koppels op zachte gitaarakkoorden, een collectieve rumba waarbij de lichamen zich sensueel tegen elkaar aandrukken, vlijen ze zich moe gedanst neer op het strand. In een versnelde weergave ontbotten bloemen, barsten open in een prachtig kleurenpallet als eerbetoon aan de scheppende kracht van het leven en aan de vernieuwing.
Een zeer gesmaakte dansvoorstelling. Een minutenlange staande ovatie drukte de appreciatie van het publiek uit.