Inmiddels is Music Hall 30 jaar actief en dat wordt dit seizoen gevierd met tal van musicals, balletten en prachtige opera’s waaronder Madame Butterfly en La Bohème van Puccini, Nabucco van Verdi, en als opener Carmen van Bizet. Muziek uit de 19de eeuw die blijft bekoren met melodieën die tot het collectieve geheugen behoren.
Carmen is geen vrijblijvend klankplezier. De Franse componist Georges Bizet was in zijn tijd een durver die wantoestanden aanklaagde. Hij ontwikkelde een nieuwe stijl: het verisme.
Regisseur Frank Van Laecke
Als een highway cruiser blijft hij produceren. Vandaag een opera, volgende maand de wereldpremière van de musical ’40-’45. Een kunstenaar, en zeker een regisseur, moet voeling hebben met maatschappelijke tendensen. Frank Van Laecke reist niet terug in de tijd, maar legt verbanden met vandaag de dag en maakt er een hedendaags spektakel van. Prostitutie, mensen- en wapenhandel, drugs.. het is iets van alle tijden en wordt rauw en onversneden, confronterend ten tonele gevoerd. Beelden geplukt uit de niets ontziende werkelijkheid en geplant in een theatrale dimensie.
In een tijd waarin vrouwen eindelijk naar buiten durven te brengen hoe ze de speelbal zijn van mannelijke machtswellust in de #MeToo storm, is deze enscenering niet alleen een eyeopener maar ook helemaal op zijn plaats. De goorheid van het misdaadmilieu wordt nog eens extra benadrukt in de kleuren van het sombere en naargeestige decor en de kostumering in zwart/grijs tinten.
Carmen is geen vrijblijvend klankplezier maar muziek met een missie waarin niets ontziende wreedheid en seks de hoofdmoot vormen. Frank Van Laecke regisseerde deze opera in 2015 voor de Zomeropera van Alden Biezen. Een andere omgeving ademt nieuwe inspiratie. Het concept bleef voor de helft behouden en werd voor de andere helft aangepast aan de nieuwe omgeving. De vurige gloed van het origineel blijft behouden.
De setting
Bij het binnenkomen van de zaal wordt het publiek direct in het verhaal gezogen. Je zit meteen in de hoerenbuurt. Een open ruimte, omringd door een houten palissade met namen van vrouwen opgekalkt en weer doorgestreept, alleen die van Carmen houdt stand. Achter ramen lokken hoertjes klanten. Twee pooiers, Hans Peter Janssens als Remendado en Fabrice Pillet als Dancaire, houden de meisjes in de gaten. Twee louche onderwereldfiguren. Een opdracht waar beide heren zich met flair van kwijten. Op de intro van Carmen wordt een nieuwe lading vrouwen binnengeduwd, van hun hebben en houden ontdaan en als vlees gekeurd.
Eenzame, verlaten zielen. Hun laatste weerstand wordt gebroken. Jonge meisjes die vermalen worden tussen de tanden van de mensenhandel/prostitutie. Ze verdwijnen in een valluik. Even later komen ze weer uit de kelder, schaars en uitdagend gekleed. Het mannenkoor verschijnt. Hun stemmen resoneren in de ruimte (de Music Hall Classical Chorus verzamelt een keurkorps van gedreven koorleden). Geile venten, belust op een snelle wip.
Micaëla, gezongen door Hanne Roos, komt langs met een brief van Don José’s moeder. Ze neemt snel de wijk voor de opdringerige mannen. Een bastion van testosteron en machogedrag overheerst. Onder hen de jonge Belgische bariton Koen Van Agtmael, een semi-professional met podiumvastheid. Om de hoertjes wat te jennen begint hij aan een striptease, die afgebroken wordt bij het verschijnen van de hoger geplaatste militair Don José, vertolkt door de Sloveense Ajaz Farazin. Een tenor met een prachtig timbre die een zeer geloofwaardig personage neerzet, eerst is er zijn desinteresse wanneer Carmen haar pijlen op hem richt, dan verliefdheid, compliciteit, jaloezie en uiteindelijk wraak. Een heel palet van emoties die hij niet alleen in lichaamstaal weet te vertalen maar ook in het timbre van zijn stem.
Carmens destructieve leven krijgt gestalte. Haar charmewapen is goed geslepen. Met haar sensuele uitstraling weet ze elke man aan zich te binden. Ze heeft evenwel losse handjes en moet als voorbeeld naar de gevangenis. Ze weet Don José in haar netten te strikken en gooit het met hem op een akkoordje. Zij komt vrij, maar hij moet nu de gevangenis in. Als hij vrijkomt mag hij met haar naar bed. De mooie Franse sopraan Ahlima Mhamasi is een vertolkster met een dramatisch talent dat de werkelijkheid tot de verbeelding en de verbeelding tot de werkelijkheid dwingt zeker met de aria ‘L’amour est un oiseau rebelle’.
De nieuwe lichting hoertjes komt hun loon afgeven. Hun leven is een helletocht geworden. Het misdaadmilieu slokt hen met gapende mond op. Om hen op de been te houden krijgen ze drugs aangeboden. Ze roken, spuiten, slikken. Voor één meisje wordt dit drugsgebruik fataal. Stuiptrekkend sterft ze. Als een stuk vuil wordt ze in de kelder gegooid. Eens vrij moet Don José zich meten met zijn overste die ook zijn oog heeft laten vallen op Carmen. Ze gaan een messengevecht aan. Hij wordt ontzet door de pooiers en moet zijn baas neerschieten waardoor hij vogelvrij wordt verklaard.
Een hele lading kinderen wordt binnengebracht. Van de kindergezichtjes is een afgrondelijke angst te lezen. De pijn van hun ontreddering en angst roept een fysieke, bijna pijnlijke benauwdheid op. Uiteindelijk verschijnt toreador Escamillo ten tonele vertolkt door Marco Moncloa. Ook hij valt voor Carmen. Als ik dan toch enige kritiek mag uiten. Een toreador is één en al gratie, beweeglijkheid en kracht. Marco Moncloa acteert eerder statisch. Mooi is de scène waarin Micaëla nogmaals langskomt met een brief omdat de moeder van Don José op sterven ligt. Ze houdt van de man. In zangcurves die moeiteloos op en neer gaan ziet ze in dat ze de duimen moet leggen voor de intrigerende en sensuele Carmen. Hanne Roos zong deze rol ook in Alden Biesen. Kon ze toen niet helemaal overtuigen, nu staat ze er. Micaëla heeft aan inleving gewonnen.
Dan krijg je de kroniek van een aangekondigde dood. De onvermijdelijkheid van een fataal einde. Carmen staat op het voortoneel gevangen in een blauw aureool van spotlights, een psychedelische belichting. Meewarig om haar lot draaien de hoertjes om haar heen en leggen een witte roos aan haar voeten. Haar vriendinnen Frasquita (Valérie Vervoort) en Mercedes (Zofia Hannes) verzamelen de bloemen in een ruiker en geven ze in haar hand. Carmen lijkt zo een zwarte madonna.
Ze zingt met een krachtige, zinderende inleving, haar existentiële eenzaamheid en verlangen naar een alles overrompelende liefde. Achter haar fragiele uiterlijk gaat een enorme kracht en standvastigheid schuil. Ze heeft gekozen voor haar toreador en krabbelt niet terug.
Elk leven kent hoge toppen én diepe dalen. De coup de foudre van Don José voert hem naar de hoogste toppen van geluk, de afwijzing van Carmen naar een diep dal en zijn stoppen slaan door. Hij voelt een onbeheerste golf van geweld opkomen en doodt zijn geliefde: crime passionel. De clash tussen inhoud en muziek werkt wonderwel.
Carmen kreeg een, dubbel en dik verdiende, staande ovatie.
- WAT: Carmen, Georges Bizet
- ORGANISATIE: Music Hall
- REGIE: Frank Van Laecke
- WAAR & WANNEER: Stadsschouwburg Antwerpen, 15 september 2018
- FOTO’S: © Hugo Segers