***** Zowat vijf jaar geleden – de tijd gaat snel – konden we kennis maken met de Venezolaanse pianiste Gabriela Montero.
***** Zowat vijf jaar geleden – de tijd gaat snel – konden we kennis maken met de Venezolaanse pianiste Gabriela Montero. Na een recital, alias visitekaartje, in Studio 4 van Flagey met zijn onvolprezen akoestiek, konden we een praatje maken met deze knappe verschijning. Over koetjes en kalfjes en over muziek, wat had u gedacht…
Toen reeds was ons opgevallen hoe ‘vrij’ de attitude van Montero is tegenover de partituur in ‘t algemeen, en tegenover om het even welk muziekstuk in het bijzonder. Sla er YouTube maar op na en u vindt improvisaties losjes uit de pols (alsof het niks was) bijvoorbeeld op… de overbekende beginaria van de Goldbergvariaties van Bach. Subliem.
Gabriela was een wonderkind… en is dat eigenlijk nog steeds. Als baby van zeven maand kreeg ze van haar oma een piepklein pianootje als kerstcadeau, in plaats van de eeuwige pop die je een kindje van die leeftijd in de grijpgrage handjes propt. De baby stak zijn rechterwijsvinger naar voor en tokkelde noot na noot op het nieuwe speeltje. Nooit klopte ze er met het hele vuistje op het klavier maar wist intuïtief dat je de toetsjes één voor één moet aanraken… Een ongelofelijk maar schitterend verhaal dat we u niet wilden onthouden. Het ding werd vanzelfsprekend haar lievelingsspeelgoed waarmee ze elke avond ging slapen.
De vele jaren erna heeft Gabriela Montero (°1970, Caracas) natuurlijk de obligate studies doorgemaakt: officieel vanaf 4 jaar! Intussen is ze een internationaal bekende ‘ster’, trad ze op met de grootste orkesten en dito dirigenten – de hele litanie zullen we u hier besparen – maar is één ding trouw gebleven: haar schier bovenmenselijk (ik wik mijn woorden) improvisatietalent.
Op het eerste album die we in handen kregen stond werk van Rachmaninov, Scriabin, Ginastera, de Falla, Chopin en Liszt maar in het doosje zat ook een extra-cd met niets dan improvisaties op werk van de grote pianocomponisten (Rachmaninov, Bach, Chopin, Granados) en, discreet op het einde, eigen vondsten als Improvisation in Blue en Song for Natalia & Isabella.
De jongste productie Solatino is een verzameling van Zuid-Amerikaanse pianomuziek, met voor ons onbekende namen als Lecuona, Estévez, Nazareth, Carreño en (de iets beter bekende) Ginastera… maar ook, tot ieders vreugde, opnieuw improvisaties van Montero zelf. Dat een en ander onvervalst zuiders klinkt, hoef ik u niet te vertellen, maar het is vooral de vreugde (Freude am Spielen) die van die cd gewoon afstraalt. BBC Music Magazine merkt terecht op: “Voor Beethoven en Liszt – voeg daar wat ons betreft maar Bach en Mozart bij ook – was improviseren een grote kunst. Gabriela Montero bewijst dat die kunst niet dood is.”
Veel sterker zelfs: improviseren zoals Montero dat doet en, nota bene, jammer genoeg zeer weinig muzikanten op dat niveau kunnen, is dé grote kunst in de muziek. Het staat gelijk met componeren maar dan zonder de mogelijkheid ‘foutjes’ weg te gommen of te deleten. Kopen die cd, u zal er intense muzikale vreugde aan beleven.