***** Als we aan de hand van objectieve parameters, los van de eventuele mogelijkheid tot persoonlijke voorkeur, kunnen bepalen wie de grootste Franse chansonnier aller tijden was (aantal eigen composities, eigen teksten, composities voor anderen, eigen interpretaties, interpretaties door anderen, e.d.m.) kunnen we dat ook met dirigenten. Doen we dat met Herbert von Karajan, dan komen we met de eretitel ‘Grootste dirigent aller tijden’ bij hem terecht of althans heel, heel dicht in zijn buurt. De uitgave van 13 boxen met in totaal 100 cd’s door Warner Classics bevestigt dat.
***** Als we aan de hand van objectieve parameters, los van de eventuele mogelijkheid tot persoonlijke voorkeur, kunnen bepalen wie de grootste Franse chansonnier aller tijden was (aantal eigen composities, eigen teksten, composities voor anderen, eigen interpretaties, interpretaties door anderen, e.d.m.) kunnen we dat ook met dirigenten. Doen we dat met Herbert von Karajan, dan komen we met de eretitel ‘Grootste dirigent aller tijden’ bij hem terecht of althans heel, heel dicht in zijn buurt. De uitgave van 13 boxen met in totaal 100 cd’s door Warner Classics bevestigt dat.
Wat moet u weten over Herbert von Karajan (1908-1989)?
Wel, u weet misschien best dat hij op 4 jarige leeftijd piano leerde spelen bij Franz Ledwinka, dat hij van 1916 tot 1926 aan het Mozarteum van zijn geboortestad Salzburg compositie en kamermuziek studeerde bij de legendarische Bernhard Paumgartner en dat hij harmonieles kreeg van de organist Franz Sauer. Dat hij in 1926 het ‘Humanistische Gymnasium’ in Salzburg beëindigde met grondige kennis van Thermodynamik en Explosionsmotoren en dat hij van 1926 tot 1928, Maschinenbau studeerde aan de Technische Hochschule in Wenen.
U weet dan ook best dat hij daar tegelijkertijd ‘Musikwissenschaft’ aan de Universiteit studeerde en dat hij er aan de Akademie für Musik und darstellende Kunst, piano bij Josef Hofmann en orkestdirectie studeerde. Dat deed hij zo maar eventjes bij de dirigent van Weense Opera Franz Schalk (leerling van Anton Bruckner!) en bij , overigens samen met Frida Kern die een bekend Damesorkest (‘Damenkapelle’) oprichtte!, Alexander Wunderer, de eerste hoboïst van de Wiener Philharmoniker.
Deutsche Grammophon
U weet dan ook best dat in 1930 de 22 jarige! Karajan in Ulm, ‘Erster Kapellmeister’ werd van het Stadttheater en van het plaatselijk Filharmonisch Orkest, dat hij daar als 25 jarige! ‘Ein Heldenleben’ van Richard Strauss dirigeerde en dat hij vanuit Ulm naar zijn ouders schreef dat Richard Strauss in de zaal zat! Dat de opname die hij maakte van dit onnoemlijk meesterwerk in 1959, zijn allereerste opname was voor Deutsche Grammophon in de naoorlogse periode, dat hij in 1935 aan het Stadttheater van Aken, de jongste ‘Generalmusikdirektor’ van (nazi) Duitsland werd en dat hij in april 1938 voor de eerste keer het orkest dirigeerde dat hij in de loop van zijn leven nog 1500! keer zou dirigeren, nl. de Berliner Philharmoniker.
‘Wunder Karajan’
U moet ook weten dat toen onder meer de 2de suite uit Ravels ‘Daphnis et Chloé’! op het programma stond en dat men sinds eind 1938 n.a.v. zijn ‘Tristan’ opvoering, sprak over het ‘Wunder Karajan’. Dat hij door die opvoering een eerste contract kreeg bij ‘Deutsche Grammophon Gesellschaft’, hij dirigent werd van de Staatskapelle in Berlijn en hij in april 1939 van Hitler persoonlijk, de titel ‘Staatskapellmeister’ kreeg. Dat hij de komende jaren gesteund werd door Göring, hij in 1944 als jongste dirigent op Hitlers ‘Gottbegnadeten-Liste’ kwam op het ogenblik dat Richard Strauss met Pfitzner en Furtwängler op Hitlers ‘Sonderliste mit den drei wichtigsten Musikern’ kwam, hij tijdens de oorlogsjaren beroemd werd in Parijs en in Milaan en dat hij na ‘45, na een korte vervolging, aan de indrukwekkendste carrière aller tijden begon. Want, wat hij dan meteen na de nazitijd, in Wenen, Salzburg, Milaan en Berlijn als dirigent realiseerde en begon te organiseren, is te veel om op te noemen en gaat het bevattingsvermogen te boven.
Wat u verder moet weten is dat Karajan in de eerste plaats een operadirigent was die begin jaren ’50 in Bayreuth in conflict kwam met de ‘moderne’ regie van Wieland Wagner maar dat hij verder een groot specialist werd van Puccini en andere Italiaanse operacomponisten (o.a. van ‘Falstaff’ en ‘Don Carlos’ van Verdi) naast uiteraard van Wagner, Mozart, Beethovens ‘Fidelio’ en dat hij de allerbeste stemmen wist te vinden voor de bijpassende rollen.
Aan de basis van
U weet dan best ook dat hij als pionier van barokmuziek, die muziek dirigeerde van achter het klavecimbel, hij aan de basis lag van de carrières van tal van grote musici en dat hij door zijn contacten met Akio Morita en Norio Ohga van Sony aan de basis lag van de geperfectioneerde reproduceerbaarheid van muziek op fonoplaat en later cd en dat hij orkestmuziek en opera via gespecialiseerde beeldopnamen, begin jaren ‘70, via TV in contact bracht met het breedste publiek. Herinner u trouwens dat Karajan, ik geloof in ’77, te gast was in het legendarisch Frans TV programma ‘Le Grand Échiquier’ (ORTF) van Jacques Chancel, een programma “la culture par la grande porte (‘Figaro’), pour faire sortir la «grande musique» du cercle des mélomanes et des initiés”, dat geen enkele serieuze mens toen voor geen geld ter wereld wou missen.
U moet dan zeker ook weten dat Karajan in 1957 de Pools-joodse violist Michel Schwalbé, wiens moeder en zuster vermoord waren in Treblinka, aanstelde als concertmeester van de Berliner Philharmoniker, dat Schwalbé daarvoor, uitgenodigd door Ansermet, eerste violist was van het ‘Orchestre de la Suisse Romande’, dat Karajan met Schwalbé de unieke, nooit eerder gehoorde strijkersklank van de ‘Berliner’ ontwierp, dat hij met Schwalbé als concertmeester en als solist, legendarische opnamen maakte, en er voor zorgde dat Schwalbé van de Axel Springer Stiftung, de rest van zijn leven op de ‘König Maximilian’ uit 1709 van Antonio Stradivarius mocht spelen.
U weet dan ook best nog dat Karajan medestichter was van het (joodse!) Paul-Hindemith-Gesellschaft in Berlijn, hij reeds in 1948 ‘Orfeo ed Euridice’ van Gluck in de Salzburger Felsenreitschule dirigeerde, hij in 1953 ‘Trionfi’ van Carl Orff in de Scala van Milaan in première dirigeerde, hij in 1960 de Duitstalige première van de fantastische opera ‘Mord in der Kathedrale’ (‘Assassinio nella cattedrale’) van Ildebrando Pizzetti in Wenen dirigeerde, dat hij drie jaar later Monteverdi’s ‘L'incoronazione di Poppea’! in de Wiener Staatsoper speelde, en dat hij in 1973, ‘De temporum fine comoedia’ van Carl Orff in zijn geboortestad Salzburg in première speelde.
Finaal
U weet misschien ook best dat hij in 1946 gezocht en gevonden werd in een half verwoest gebouw zonder verwarming in Wenen door Walter Legge van Columbia Records (later EMI), dat zijn lievelingscomponist van de 20ste eeuw Sjostakovitsj was, hij drie keer gehuwd is, en dat zijn derde vrouw, de beeldschone Eliette, model was bij het modehuis Dior. Dat u haar autobiografie ‘Mein Leben an seiner Seite’ absoluut moet lezen en dat hij met haar twee dochters had die elk een symfonie orkest als peetvader kregen, Isabel de Wiener en Arabel de Berliner Philharmoniker! Finaal spreekt het blijkbaar ten slotte voor iemand van zijn niveau en vorming dat hij piloot was van zijn eigen Cessna en Dassault Falcon 10 (dat zijn vliegtuigen), hij met een unieke (er zijn er maar 300 gemaakt!) Porsche 959 door de Alpen reed en dat hij als zeiler, lid van de Jet Set en miljardair!, een jacht liggen had in Saint-Tropez. Zowel Salzburg als Wenen hebben ter ere van Karajan, een hoofdplein naar hem genoemd, de Herbert-von-Karajan-Platz.
Magistrale jubileumuitgave
Herbert von Karajan, die 25 jaar geleden overleed op 16 juli 1989, was een gigantische figuur in de geschiedenis van de opnamen. Het Label Warner Classics waakt nu over veel van zijn beste opnamen. Voor heel, heel velen was en blijft Herbert von Karajan dé ultieme belichaming van de maestro. De ‘Karajan Officiële Remastered Edition’ verschijnt in de eerste helft van 2014. Karajan was tussen 1946-1960 en 1969-1984 voor het grootste deel van zijn opnamen nauw verbonden aan EMI. De collectie bevat dan ook voornamelijk symfonische muziek en koormuziek, opgenomen tussen 1946 en 1984.
De eerste drie boxen lanceren de Karajan Officiële Remastered Edition om de 25ste verjaardag van de dood van de dirigent te herdenken in een volledig geremasterde 24BIT – 96kHz van de Original Master-tapes van de Abbey Road Studios in Londen. Vier ingenieurs hebben in die Studios de oorspronkelijke analoge bronnen van deze historische EMI opnamen voor ons geremasterd tot release van deze magistrale jubileumuitgave.
Remastering
Het proces begon met het vinden van alle platen en cassetten in de archieven van EMI in Londen en met het vergelijken van verschillende bronnen en eventuele vroegere cd uitgaven. Men raadpleegde de aantekeningen over de opnamen, gemaakt door de ingenieur en de producer, wat verklaart waarom men soms uit meer dan één set banden koos. De opnamen komen van 78 toeren platen en mono of stereo ¼ inch analoge tapes, daterend van tussen de jaren ‘40 en ‘80. Alle banden waren in goede staat en men speelde ze op de Studer A80 1/4-inch tape machine, na zorgvuldige kalibratie van de replay kenmerken. De beslissing om ze te remasteren in hoge resolutie kwam er omdat deze opnamen nooit op die manier werden overgedragen. Op die manier kon men de kwaliteit van het originele studiogeluid het dichtst benaderen. Men transfereerde van het analoge naar het digitale domein op 96 KHz en 24 bit resolutie met een Prism ADA-8-omzetter en men kon de audio op het Sadie Digital Audio Workstation vangen. Indien nodig, gebruikte men CEDAR audio restauratie technologie om klikken en eventueel ruis te verminderen en te verwijderen. Elk muziekstuk werd vervolgens, waar nodig, bewerkt met toevoeging van ambience tussen de bewegingen.
Bijzondere opnamen
Vier boxen bevatten opnamen uit de laatste periode, specifiek 1970-1981. Deze opnamen zijn gemaakt toen Karajan helemaal aan het hoogtepunt stond van zijn bevoegdheden als dirigent en als een immens invloedrijk figuur in de wereld van de (klassieke) muziek. De overgrote meerderheid van deze opnamen werden gemaakt met de Berliner Philharmoniker, waarvan Karajan in 1955 benoemd werd voor het leven. Eveneens in beeld is het Orchestre de Paris waarvan Karajan, niet lang na de oprichting in 1967, van 1969 tot 1971 artistiek adviseur was.
In de box met koorwerken beluisteren we solisten uit Karajans kring, zangers en zangeressen als Gundula Janowitz, Anna Tomowa-Sintow, Agnes Baltsa en onze eigenste José van Dam, want Karajan was dé drijvende kracht achter hun carrières. Drie van de vier boxen focussen op het Austro-Duits repertoire (Klassiek tot laat-Romantisch), wat de pièce de résistance uitmaakte van de Karajan legende, maar bevat ook unieke opnamen van symfonieën van Tsjaikofski, Dvořák en Sibelius (Karajan leerde ons als eerste de symfonieën van Sibelius kennen) en de onovertroffen opname en uitvoering van ‘La Mer’ van Debussy. Terwijl Beethovens symfonieën, als overgang van Classicisme naar Romantiek, centraal staan in de ‘Karajan recorded legacy’, presenteert een andere box symfonieën van Beethovens grote Klassieke voorlopers, Mozart en Haydn en van zijn grote tijdgenoot Franz Schubert.
De box bevat ook een rariteit, nl. de opname van de ouverture tot Cherubini’s opera ‘Anacréon’. Dank zij Warner kan u al deze heel bijzondere opnamen in optimale omstandigheden beluisteren, ontdekken en herontdekken. Dank zij Warner kan u opnieuw ontroerd worden door deze meesterlijke manier van muziek voelen en muziek spelen, door iemand die als men hem na de magistrale uitvoering van Verdi’s Requiem, bij wijze van immens respect en dankbaarheid zei, “Maestro, es war Wunder- Wunderschön”, antwoordde, ‘Wie der alte Furtwängler sagte, So schön war es auch wieder nicht”! Absoluut niet te missen!