Moderne dans is ontstaan in het begin van de 20ste eeuw, toen men op zoek ging naar andere bewegingsvormen dan die van het klassieke ballet. Vanaf dan is de danskunst sterk in beweging. Sleutelfiguren zijn: Pina Bausch, Meredith Cunningham, Maurice Béjart, Trisha Brown, William Forsythe, Martha Graham. Moderne dans is nog altijd in ontwikkeling. Choreografen verleggen de grenzen steeds verder.
Moderne dans is ontstaan in het begin van de 20ste eeuw, toen men op zoek ging naar andere bewegingsvormen dan die van het klassieke ballet. Vanaf dan is de danskunst sterk in beweging. Sleutelfiguren zijn: Pina Bausch, Meredith Cunningham, Maurice Béjart, Trisha Brown, William Forsythe, Martha Graham. Moderne dans is nog altijd in ontwikkeling. Choreografen verleggen de grenzen steeds verder.
In dit rijtje past ook Sidi Larbi Cherkaoui. Wat zijn voorstellingen kenmerkt is de kunst, de intuïtie om zaken te mengen: open-minded, nieuwsgierig naar andere culturen, wars van conservatisme. Een meer intercultureel en -disciplinair perspectief op kunst kan niet alleen de draagwijdte of horizon achter het werk verbreden, maar ook het belang en de noodzakelijkheid ervan scherper voor het voetlicht brengen. Zijn choreografieën getuigen van virtuositeit en adembenemende perfectie. Deze man zorgt voor magie met verbluffende danstechnische en choreografische hoogstandjes, grossiert in geniaal danstheater. Magister magius van de dansscène.
Het einde van de tunnel in zicht?
Het Ballet Vlaanderen was het voorbije jaar een schip zonder kapitein. Eerst werd Kathryn Bennetts de laan uitgestuurd. Zij voerde de compagnie naar hogere regionen en zette het internationaal op de kaart. Haar opvolgster Assis Carreiro werd op staande voet ontslagen. Waarom? Daar hebben we het raden naar. Dat het Ballet Vlaanderen deel ging uitmaken van het Kunsthuis Opera Vlaanderen stuitte op veel weerstand en controverse. In ieder geval de dansers verdienen respect want zij hielden bijzonder gedisciplineerd en professioneel het schip op koers. De heisa rond die twee ontslagen zorgde wel voor imago schade.
Eindelijk goed nieuws
Achter de schermen werd een vervanger gezocht. Talent uit eigen land kreeg de voorkeur. Het werd niemand minder dan Sidi Larbi Cherkaoui, een kleine frêle man, een theatraal talent met diepgaand perspectief. Zijn lof moeten we niet meer zingen. Hij legde een indrukwekkend internationaal parcours af.
Het dansvocabulaire van de Vlaams-Marokkaanse Sidi Larbi Cherkaoui, geboren en getogen in Hoboken, is intensief en innovatief. Voor de performers een enorme fysieke uitdaging. ‘Fall and recovery’ het vloeiend en speels omgaan met de zwaartekracht. Op zijn 16de, eerder laat om een danscarrière te beginnen, geraakte deze dertiger aangestoken door de dansmicrobe. Hij ging in de leer bij P.A.R.T.S., de befaamde dansschool van Anne Teresa De Keersmaecker. Als beloftevolle jonge artiest wordt hij uitgenodigd door Alain Platel, artistiek leider van Les Ballets C. de la B., om deel te nemen aan het dynamische creatieproces. Als mentor steunt hij de ontwikkeling van nieuwe ideeën en getalenteerde dansers/choreografen. Dansen is ook jezelf verkennen, je eigen grenzen en die van de fantasie aftasten. Het is een geestelijke en lichamelijk reis. Inmiddels stuurt Sidi Larbi Cherkaoui de nouvelle vague in het milieu van de dans. In 2000 voelde hij zich rijp voor zijn eerste choreografie “Rien de Rien”, waarmee hij het publiek overrompelde. Hij schoot zich meteen naar de eerste divisie van de hedendaagse dans en kaapt in 2002 de felbegeerde Nijinskiprijs weg. In 2006 verlaat hij les Ballets C. de la B. om deel uit te maken van het makerscollectief van het Toneelhuis. Zijn creaties rijgen zich als unieke parels aan elkaar. In een mum van tijd veroverde hij de wereld met voorstellingen die onder de huid kruipen, ontroeren en verwarmen. Sidi Larbi Cherkaoui werd door het blad “Ballet-Tanz” uitgeroepen tot choreograaf van het jaar 2008. De prijs wordt toegekend door een internationale jury van 40 danscritici, met werken als Sutra (Sadler’s Wells), Apocrife (de Munt) en Origine (Toneelhuis) gaat hij zowel kritisch als sensueel met de rol van de religie om, aldus de jury. Als kers op de taart wint hij ook nog de prestigieuze Kairos-Prijs 2009. Niet alleen drijven op talent, maar experimenteren en uitdagingen zoeken kenmerken de rasartiest.
Bruisende dynamiek
Dans in zijn grote verscheidenheid en belevingsvorm is het laboratorium van Sidi Larbi Cherkaoui. De kunstenaar heeft overvloed aan ideeën maar drukt die niet door ten koste van alles en iedereen. Hij is een bruggenbouwer. Hij zegde toe om het Ballet Vlaanderen te leiden maar neemt als side kick de klassiek geschoolde danspedagoog Tamas Moricz mee, die ook bij William Forsythe werkte. Twee werelden die in elkaar grijpen: moderne en klassieke dans. Makkelijk wordt het geenszins. Het Ballet Vlaanderen heeft al moeilijke tijden doorgemaakt, maar de dansers zijn weerbare kunstenaars. Een oneliner van Winston Churchill indachtig: “Pessimisten zien moeilijkheden in mogelijkheden en optimisten mogelijkheden in moeilijkheden!” Ik denk dat dit volledig de persoon van Sidi Larbi Cherkaoui typeert. Hij gaat niet over één nacht ijs. Sinds 2004 creëerde hij ook voorstellingen voor Les Ballets de Monte Carlo, Le Grand Ballet de l’Opéra de Génève, The Royal Danish Ballet, Het Nationaal Ballet in Nederland of de dansers van l’Opéra de Paris. Ook in de operawereld is hij thuis. Eind vorig jaar nog ging de opera Shell Shock in de De Munt in première. “Deze specifieke ervaringen geven me de moed en zijn een aanzet om de rol van artistiek directeur bij Ballet Vlaanderen in te vullen’ verklaarde hij op de persconferentie. Hij zal de functie opnemen vanaf 1 september 2015. “De koers die ik wil varen voor dit gezelschap is er een van verzoening. Al jaren is er stelselmatig een uitwisseling gegroeid tussen verschillende dansdisciplines, zo ook vullen klassiek ballet en hedendaagse dans elkaar meer en meer aan. Ook al is er inhoudelijk steeds een rode draad in mijn creaties te vinden, toch is het werk dat ik kan ontwikkelen met balletdansers in vorm en techniek erg verschillend van het werk dat ik met hedendaagse dansers tot stand breng. Ik kijk er dan ook naar uit in de toekomst deze verschillen te zien evolueren.”
Ook Klassiek Centraal kijkt verwachtingsvol naar deze symbiose uit.